MAGAZINE DEC 22—FEB 23
Plant samen met ons de eerste boom van het Concertgebouwbos
Concertgebouw Brugge geeft muziek en dans al jaren een plek. Hoog tijd om nu ook de natuur een podium te bieden. We geven bomen, planten en dieren met 10.000 m2 Concertgebouwbos graag meer vrijheid en ruimte om hun mooiste lied of dartelste dansen te laten horen en zien.
Dankzij het Concertgebouwbos kunnen Natuurpunt en Stad Brugge de groene rand rond Brugge uitbreiden en eenmaken en zo de biodiversiteit in het gebied een handje helpen. Maak samen met ons Brugge nog een stukje groener en geef wilde bomen, planten en dieren zoals vogels, edelherten en reeën alle kansen om te groeien en bloeien. Samen met jullie willen we een bos met 2000 bomen aanplanten tegen eind 2023 en zo de CO2-uitstoot in Vlaanderen met 12 ton per jaar verminderen.
Koop of schenk een boom en maak deze nieuwe Concertgebouw-biotoop mee mogelijk!
- Je betaalt € 10 voor een boom en je bent heel erg welkom om deze boom samen met je kinderen, kleinkinderen of geliefden mee te planten.
- Een schenking van € 40 staat al gelijk aan 20 m2 bos én is fiscaal aftrekbaar.
- Eens jouw boom volwassen is, haalt die ongeveer 20 kg CO2 per jaar uit de lucht. Dat komt na 50 jaar neer op drie vluchten binnen Europa, of acht maanden elektriciteitsverbruik van een gemiddeld Vlaams gezin.
Ga (of wals!) bij ons het jaar uit & in
Als de dagen donkerder en de nachten langer worden, is het zoeken naar extra gloed in kleine hoekjes. Kaarsen in huis, straks ook bomen en winkelstraten vol lichtjes of … je in goed gezelschap rond het cultuurvuur scharen. We hebben alvast een heldere sterrenhemel aan tips.
Het eigenzinnige energieplan van Concertgebouw Brugge
Peter De Bruyne
In tijden waarin ieder zich het hoofd breekt over een aangepast energieplan, stelt het Concertgebouw zijn collectief alternatief energieplan voor:
Alle lichten aan
Ook in het Concertgebouw knippen we de schakelaar al eens vaker uit, maar we blijven natuurlijk een fonkelend baken op ’t Zand. Want hier zijn mensen die lichtjes voor je aansteken, hier voel je de warmte van het samenzijn. Zoals tijdens de bijeenkomst van onze vrijwilligers, met taart en een babbel. Tijdens de verbindende, ademloze stilte net voor het applaus. Of tijdens de zondagse drukte van Atelier Matinée.
Ramen & deuren open
Waai hier maar binnen. We bestrijden de koude met duurzaam cultuurvuur. Hul je in de vele lagen in ons programma; smelt voor Bach of reis de zon tegemoet met Avi Avital. (Opgelet: steeds risico op kippenvel.) En waai ook lekker weer buiten, de natuur in. Straks kan dat zelfs in ons eigenste Concertgebouwbos, waar ook jij een boompje kan opzetten.
Energie in overvloed
Dat hier nogal wat stroom wordt opgewekt, mag niet verbazen. We overwegen om terugdraaiende tellers te koppelen aan de smiles waarmee je hier ontvangen wordt, of aan de kleine energiecentrales die hier tijdens December Dance de podia betreden. Geknetter, spanning, wrijving …: in december staat Brugge meer dan ooit onder stroom!
Nieuwjaarswensen komen niet altijd uit, hoe vurig die ook zijn. Wij zwengelen ons energieplan in elk geval éxtra aan, en willen jouw compagnon zijn, in goed gezelschap van onze artiesten, ons publiek en onze vele partners. We wensen je ettelijke megawatts positieve energie en hartverwarmende momenten waaraan je je maximaal kan opladen.
— Katrien Van Eeckhoutte, algemeen directeur
In gesprek met Giovanni Antonini
’Een live concert? Dat is leven in het hier en nu!’
Federico Emmi
Dit seizoen komt de Italiaanse grootmeester Giovanni Antonini twee keer naar Brugge. We hadden een kort gesprek met hem: over Brugge en het Concertgebouw, over de twee projecten die op stapel staan, en over de gevolgen van de covid-crisis voor het concertleven.
Giovanni Antonini, binnenkort kom je naar Brugge. Wat betekent deze stad voor jou?
Brugge is een erg artistieke stad. Er leeft een kunstzinnige sensitiviteit die mij, als Italiaan, erg aanspreekt. Het helpt ook wel dat ik als jonge muzikant vaak in Brugge kwam spelen met Il Giardino Armonico. We kregen er een podium om onze nieuwe benadering van de Italiaanse muziek – met Vivaldi voorop – aan het publiek te laten horen. Het is dus echt zo dat een deel van mijn muzikale wortels in Brugge ligt.
Hoe ervaar je het Concertgebouw? Een inspirerende omgeving?
Sowieso is de grote zaal van het Concertgebouw een uitstekende plek om te musiceren, met een zeer goede akoestiek. Toch is voor mij niet zozeer de ruimte waarin we spelen van belang, maar meer het publiek – in Brugge altijd enthousiast – en de mensen die in het Concertgebouw werken. Het zijn zij die ons een musiceerervaring bezorgen. In Brugge wordt die ervaring gemaximaliseerd. Dus hoe inspirerend deze of die concertzaal ook mag zijn, zonder de mensen die er werken en zonder het publiek zou het allemaal
niet zo veel betekenen …
En hoe zou je dat enthousiaste Brugse publiek voorbereiden op je programma met muziek van Locatelli en Vivaldi? Tegenover Vivaldi zal de naam Locatelli bij velen wat minder vertrouwd klinken.
Hij is inderdaad minder bekend dan Vivaldi. Het is de moeite waard om daar iets aan te doen. Locatelli moet een ongelofelijk virtuoze violist zijn geweest. Zijn vioolconcerti zijn hun tijd ver vooruit. Om dat te laten horen, werken we opnieuw samen met Isabelle Faust. Isabelle kan veel soorten muziek aan, en ze combineert een grote stilistische kennis met fijn artistiek inzicht. Zij kan dus recht doen aan Locatelli’s sterke verhaal. Locatelli is ook echt een bijzondere componist. Wat hij in het concerto grosso Il Pianto d’Arianna doet: dat is echt uniek. Hij maakte er een soort symfonisch gedicht van. Zo beeldend, zo creatief. Ook daarmee is hij vooruit op de muziekgeschiedenis. Dus Locatelli? Een heel belangrijke schakel in de geschiedenis van de vioolmuziek.
Je komt ook ons huisorkest Anima Eterna Brugge dirigeren. Niet voor het eerst, niet voor het laatst?
Inderdaad: tijdens de covid-crisis werkten we al eens samen, en het smaakte beslist naar meer. Dat krijgt alvast vorm in januari, wanneer we ons op muziek van Mozart, Schubert en Rossini toeleggen. Ik wou vooral de Italiaanse toets in de muziek van deze heren belichten. Voor Rossini ligt dat voor de hand, en Mozart maakte natuurlijk Italiaanse opera’s, maar voor een ‘Italiaanse’ Schubert moet je wat dieper graven. Met de Ouverture ‘in Italiaanse stijl’ zit het goed: daar zit flink wat Rossini in. Overigens wou Schuberts leraar Salieri zijn pupil graag in de richting van de Italiaanse opera duwen, maar misschien gelukkig voor ons is dat niet gelukt. Het zou een heel andere Schubert zijn geworden.
Met zo’n repertoire kom je dan wel in de 19e eeuw terecht. Vraagt dat van jou, als specialist barok, een andere artistieke aanpak?
Niet echt, want ik zie een grote continuïteit, een fil rouge. Monteverdi, Vivaldi, Händel zelfs, Rossini, Bellini, Donizetti: ik zie een ononderbroken lijn ‘Italiaanse stijl’. Ik kijk ernaar uit om met Anima Eterna de Italiaanse ziel in de muziek van vooral de eerste helft van de 19e eeuw af te tasten. In een volgend project zouden we bijvoorbeeld naar Mendelssohn kunnen kijken …
Goed dat we weer plannen kunnen maken. Dat was even anders. Nu lijkt het alsof een deel van het publiek het comfort van het onlineconcert prefereert boven het live beleven van een concert. Hoe kijk jij naar dat fenomeen?
Wel, ik denk dat het live concert een van de laatste echte belevingen vormt in onze samenleving. Alles lijkt alsmaar virtueler te worden, en dan is het een verademing om naar een concert te gaan waar muzikanten live voor je spelen. Zelfs het feit dat ze fouten maken, drukt je met je neus op de feiten: een concert meemaken, dat is leven in het hier en nu!
— Hendrik Vanden Abeele
Voorstellingen bij dit artikel
De weg naar inclusie
Neske Beks
Neske Beks is een interdisciplinair kunstenaar die hoofdzakelijk actief is als schrijver, filmregisseur en healer. Als auteur verkent ze vele terreinen; van toneelteksten en scenario's tot literatuur in vele genres. In ECHO, een bundel essays over Black Womanhood, stelt ze de dominante witte eurocentrische blik in onze samenleving aan de kaak.
‘Muziek als shelter, als schuilplek. Wanneer woorden nog tekort schieten. Is daar altijd weer muziek. Dans. En wederom muziek. Wat mij betreft het beste medicijn. Laat het ons genezen.’
Dat schreef ik in mijn vorige column.
Mijn seizoensdenkerschap zie ik als een kans om 1. met jou in dialoog te gaan en 2. een pad uit te stippelen waarin ik mijn healer- én mijn kunstenaarschap meer met elkaar ga verbinden. Ik kies er bewust voor om dat niet in een spiritueel centrum te doen, maar in een openbare culturele ruimte zoals het Concertgebouw. De wereld staat in brand. Velen staan duizenden doodsangsten uit. Om de energierekening en om wat is en wat komen kan. Dat behoeft medicijn, weet ik, en mijn keynote (te herbeluisteren op concertgebouw.be/seizoensdenker) schreef ik met het doel medicijn te brengen. Toch was dit delen in de grote zaal, voor een publiek van 500 mensen een van de meest kwetsbare, spannende dingen ooit. Ik stond in mijn zondagse kleren op het podium van een van de mooiste concertzalen van het land, maar voelde me naakt. Onder de noemer ‘het persoonlijke is politiek’, is mijn werk eigenlijk altijd persoonlijk. Maar praten over ziekte, verlies en rouw en over hoe vanuit die toestand de genezer in mij tevoorschijn kwam, voelde als een ware coming out. Al mijn zintuigen stonden open en ik was me bewust van elke kuch én zag elke wegkijkende blik. Er lag een dik tapijt van angst in de zaal, voelde ik. Als HSP (hoogsensitief persoon) komen er altijd veel prikkels binnen. Vier herseninfarcten overleven heeft me ook gevoeliger gemaakt. Ik grap zelf wel vaker dat mijn hersenpan energetisch open staat. Of herken ik door mijn anti-racisme-activisme sneller weerstand bij witte mensen dan bevestiging? Middenin de keynote droeg ik dit gedicht over de helende kracht van de natuur op aan één persoon in de zaal. Voor wie precies, wist ik zelf ook niet, maar het was wel – zei ik – voor iemand die het nodig had.
De kale takken
De tijd van de kale takken
is bijna voorbij.
Heb je wel goed genoeg gekeken?
En als je niet goed genoeg gekeken
hebt, kijk je straks dan beter?
Hoe het licht op de met groene
aanslag bedekte takken valt.
Hoe de winter en dus de dood
in de boom gekropen was.
Maar ook hoe straks zal
blijken dat daar,
waar je dacht dat de dood
de overhand had,
nog altijd leven waart.
Het is koud nu maar je wil nog even.
Nog even met je blote voeten woelen in de aarde
aan de randen van de stoepen
van het Simon Stevinplein.
De handschoenen uit en met
blote handen voelen
aan de zwangere buiken van
de bomen van de Vesten
De bomen zijn bezield,
dat weet je zeker of :
tenminste dat weet je
zeker – en misschien.
Elke ochtend zie je ze als oude
wijven naar je wuiven.
Hoezo heb je dat vroeger niet gezien?
Zag je niet dat de bomen
altijd groeten?
Zag je niet dat de bomen zwaaien?
Dat ze je toezingen als ze je
zien zwoegen op de fiets?
Wij spreken af dat we zwijgen
van de dingen die zijn
en van de wijsheid van de
wortels ondergronds
We vertellen niet dat je door
de nerven in de stam
en de groeirichting van het mos
het karakter van de boom ontwaart.
En we vertellen al helemaal
niemand dat je je getroost voelt
als je je beide armen om
de stam heen slaat.
‘Praten over ziekte, verlies en rouw en over hoe vanuit die toestand de genezer in mij tevoorschijn kwam, voelde als een ware coming out.’
Na afloop stapte een vriendelijke dame op me af die vertelde dat ze veel herkend had. Vanuit mijn ooghoeken zag ik een oudere witte man die mij van top tot teen in zich opnam. Hij keek een beetje streng en ik dacht vanuit mijn vooroordelen – want die heb ik natuurlijk ook –: ‘Oeps, die man ziet eruit als iemand die vroeger in de Congo zat, een oud-koloniaal of zo, die mij nu streng gaat toespreken en zeggen dat hij het helemaal niks vond.’ Het tegenovergestelde gebeurde. De man zei, terwijl een traan over zijn wang rolde: ‘Het gedicht dat u deelde, dat was voor mij.’ Daar stonden we dan: een witte man van 70 of 80 en ik, een Zwarte vrouw die net 50 geworden is. Oog in oog en – doordat ik de lastigste ervaringen van mijn leven gedeeld had – geheel in verbinding. Zijn vrouw, een jongere elegante vrouw, gekleed in een prachtige diepblauwe lange leren jas, kwam er ook bij staan en dankte me met tranen in haar ogen omdat ik haar man naar haar zeggen het cadeau van de avond gegeven had. ‘Niet iets wat West-Vlamingen snel doen hoor’, zei artistiek directeur Jeroen zijdelings. ‘Niet iets wat mensen over het algemeen snel doen’, dacht ik. In de jaren dat ik ziek was en toen zowat iedereen om mij heen leek dood te gaan – de meesten door stress-gerelateerde ziektes – merkte ik dat het gros van mijn vrienden mijn intense rouwproces niet trok. Mensen zeggen het niet hardop, maar ze vinden dat rouw zo snel mogelijk over moet gaan. Als je er langer over doet dan pakweg een half jaar, beginnen mensen je te ontwijken. Twee, drie keer klagen kan. Maar vier of vijf keer is al snel te veel. Al jaren wil ik een boek schrijven over wat deze inktzwarte jaren me leerden over het belang van empathie. Ik leerde niet vanuit angst te leven, maar vanuit durf. De keynote voordragen en voelen dat de wereld, of in elk geval meerdere mensen, nood hebben aan dit verhaal, heeft me bevestigd dat deze tijd erom vraagt. Een kwieke 92-jarige dame kwam me later in het Concertgebouwcafé vertellen dat ze twee jaar eerder van haar fiets gereden was en sindsdien ‘anders’ geworden was. Haar man had over mij gezegd: ‘Ik snap niks van wat die vrouw vertelde.’ Haar antwoord was: ‘Ik wel, want ik zit er middenin.’ Mijn innigste wens als seizoensdenker is dat ze thuis tot een gesprek konden komen dat zonder de keynote niet was ontstaan …
Woman.Life.Song – de avond die ik een kleine week later samenstelde was een volgende stap in het proces. Het werd Vrouw.Leven.Lied, meer dan een muziekvoorstelling, een pakkend ritueel waarin ik de vrouwen in het publiek aan de hand van teksten van Maya Angelou, Toni Morrison en Clarissa Pinkola Estés in combi met het inheemse medicijnwiel uitnodigde om stil te staan bij de vrouwen die voor hen kwamen en bij hun eigen leven als vrouw. Na het ritueel deelden de deelnemers hun momenten anoniem op een briefje. ‘Mijn grootmoeder en mama, helaas allen niet meer op deze aardse wereld, blijven mijn lichtend voorbeeld en inspiratiebron. Ik hoop ook zo mijn dochter te inspireren …’ , schreef een vrouw. ‘Doing life my way’, schreef een ander. Ik heb alle briefjes bewaard en wil er wellicht nog een kunstwerk mee maken … Voor 2023 was mijn aanvankelijke plan om een dekoloniaal ritueel te ontwerpen in Brugge. Maar het publiek van het Concertgebouw is vooralsnog niet erg cultureel divers, en met een volledig wit publiek lijkt me dat onmogelijk: een dialoog kan enkel samen. Daarom spreek ik jou als publiek graag aan en vraag ik je met mij mee te denken. Zullen we ons eens samen afvragen waarom inclusie niet geschiedt? En hoe we daartoe kunnen komen? Aan het einde van Eigen Volk, mijn film uit 2011 zegt mijn witte pleegzus, een arbeidersvrouw, de wijze woorden: ‘Iedereen zit op iedereen te wachten.’ Wel, beste Bruggelingen, daar waak ik dus voor. Laten we niet wachten op elkaar. Laten we hier en nu verbinden en het samen doen.
Ik lees heel graag jullie reacties, suggesties en vragen op seizoensdenker@concertgebouw.be.
December Dance 2022
kvde
December, dat is grasduinen in een indrukwekkend aanbod dansvoorstellingen op verschillende locaties in Brugge. Van volksdansen op elektro-beats over meewiegen op de tijdloze golven tot dansende zangers en zingende dansers … Wij helpen je heel graag om de dansvoorstelling te kiezen die bij jou past en we geven je er meteen de tips van enkele dansfans en -kenners bij!
‘Wij volgen de hedendaagse dans al meer dan 50 jaar: van Maurice Béjart en Jeanne Brabants over Anne Teresa De Keersmaeker tot Sidi Larbi Cherkaoui. Wij tekenen dan ook steevast present voor December Dance. We willen verrast worden en genieten van het organische van bewegingen.’
— Nico Monserez, trouwe dansfan
De tip van danscoördinator Sigrid Janssens
Dans in Brugge verwelkomt sinds kort een nieuw artistiek coördinator: Sigrid Janssens. Sigrid is al meer dan 20 jaar aan de slag in de podiumkunsten (onder meer bij Monty, Kunst/Werk en toneelgezelschap Stan) en keert nu terug naar haar grote passie en eerste liefde: dans en performance. Uiteraard willen we je ook haar tip niet onthouden.
‘Niet te missen is The Köln Concert van Trajal Harrell. De voorstelling herinnert ons aan de noodzaak om dicht bij elkaar te blijven en niet weg te glijden in eenzaamheid. Misschien wel een van de belangrijkste boodschappen die we hebben meegekregen uit de covid-periode. Samen met zijn dansers zoekt Harrell de grens op tussen de extravagantie van vogueing en de unheimlichkeit van Japanse butoh, op de hypnotiserende klanken van Keith Jarretts iconische piano-opname.’
— Sigrid Janssens, artistiek coördinator dans voor Concertgebouw Brugge & Cultuurcentrum Brugge
TIP: Dansperformance bij de expo van Lore Stessel
De beelden van de expo Concrete Body (za 12 nov — zo 26 feb 2023) van Lore Stessel krijgen een extra bewegingslaag in een performance van danseres Laura Maria Poletti op 10 dec 2022 om 18.45.
Deze performance is gratis te beleven met een ticket voor any attempt will end in crushed bodies and shattered bones van Jan Martens.
met dank aan
Voorstellingen bij dit artikel
Een wonderlijke winter voor families
De komende maanden bouwen we in het Concertgebouw een gezellig familiefeestje voor (groot)ouders en (klein)kinderen. Er staan nog heel wat voorstellingen, festivals en andere events op de planning die helemaal kidsproof zijn. En wie kan dit beter bevestigen dan onze jongste bezoekers zelf?
'Annunciation' van Pavel Büchler
In de majestueuze trappengang tussen de Foyer Parterre en de Angel Room hangt de kunst je letterlijk boven het hoofd. Aan Annunciation, een intrigerend kunstwerk van de Praagse kunstenaar Pavel Büchler, valt qua omvang en geluid zelfs niet te ontsnappen. Hoog tijd om eens na te gaan waar de klepel hangt bij deze klokken …
Wat denk je te zien?
Want het zijn klokken, toch? De titel van het werk verwijst naar het feest van Maria Boodschap op 25 maart – precies negen maanden voor 25 december. Twee keer raden welke aankondiging of ‘annunciatie’ van de Heer de aartsengel Gabriël voor Maria in petto had. Het werk is bovendien een knipoog naar het schilderij De Annunciatie (ca. 1470) van Hans Memling, een werk waarvoor Büchler een grote fascinatie heeft en dat zich in het Brugse Groeningemuseum bevindt. De klokken – vlakbij Luc Tuymans’ fresco Angel dan nog wel – zijn klinkende bodes van een christelijke blijde boodschap. Denk je. Want Büchler houdt ervan om je op het verkeerde been te zetten.
Wat zie je écht?
De massieve klokken zijn eigenlijk luidsprekers die vroeger gebruikt werden in het Strahov-stadion in Praag, een relikwie uit het communistische tijdperk. Via gevonden objecten wil Büchler een nieuwe betekenis geven aan het alledaagse en licht hij schijnbaar banale voorwerpen uit hun gebruikelijke functies of omgeving. Met ook hier een dubbelzinnig resultaat als gevolg: de christelijke context die je had vermoed op basis van de titel en de serene setting van het werk, blijkt plaats te moeten ruimen voor een communistische.
Wat hoor je?
Ook je oren krijgen geen eenduidig antwoord. Uit de klokken-die-dan-toch-luidsprekers-zijn, klinkt het gezoem van bijen. Of is het een juichende massa bij een sportmanifestatie? Of een uitbundig publiek na een voorstelling? Klokken associeer je met oorden van stilte en ingetogenheid. Niet toevallig was dit werk voor het eerst te zien in het Brugse Grootseminarie tijdens Brugge Centraal in 2010. Ook deze trappengang wekt een ontzag op dat doet fluisteren. Toch wordt de gigantische ruimte gevuld met ‘lawaai’ – van welke oorsprong dan ook. Büchler schonk zijn Annunciation aan de Stad Brugge, die het in 2014 aan ons toevertrouwde. Sindsdien verwonderde en veroverde het werk vele harten.
Kom zelf kijken (en nog eens kijken), luisteren (en nog eens luisteren) tijdens de openingsuren van het Concertgebouw Circuit of voor of na een voorstelling.
Concertgebouw voor iedereen
Jong en oud, klein en groot, in alle kleuren, maten en vormen, uit Brugge en van verder af … Ons team participatie ijvert ervoor om van het Concertgebouw een microkosmos te maken waarin iedereen zijn plek en gading vindt. Wist je bijvoorbeeld dat we inclusieve concerten voor mensen met een beperking organiseren? En dat we een project voor mensen met dementie op poten zetten?
Kamermuziekfestival Têtes-à-têtes
Tijdens de maand februari bannen we overrompelende orkesten of magistrale barokproducties en maken we plaats voor het kleine gebaar. Têtes-à-têtes nodigt je uit voor intense muzikale ervaringen in onze intieme Kamermuziekzaal.
Vier thematische lijnen brengen orde aan in 14 veelkleurige kamermuziekconcerten: Ton sur ton, Kwartetten, Songwriters en Pianoverhalen.
Voorstellingen bij dit artikel
Onze troeven
Het Concertgebouw raakt hart en geest met muziek, dans en klankkunst, maar wist je dat je er ook terecht kan voor je eigen (bedrijfs)feest of event? Wij zetten even voor jou op een rijtje waarom een event in het Concertgebouw nu zo bijzonder is!
‘Voor onze hybride persconferentie kozen we voor Forum 6. Alle faciliteiten voor een vlotte streaming
waren aanwezig en daarbovenop kregen onze sprekers een fantastisch zicht op Brugge. Resultaat: een geslaagde persconferentie, tevreden sprekers en crew. ‘
— Pieter Herman, Proximus
Een leven lang Bach
wo 18 - zo 22 jan 2023
© Thomas Jackson
Bach op piano? In de Bach Academie? We zeggen volmondig ‘ja’ als de Canadese Angela Hewitt aan onze piano plaatsneemt. Sinds ze in 1985 doorbrak, speelde ze elk denkbaar repertoire, al blijft de barok haar grote liefde. Net terug van haar Bach Odyssey, een wereldwijde tournee met echt alle Bachwerken voor klavier, bereidt ze zich voor op haar Brugse optreden. ‘Dat was altijd mijn moeders favoriete stad. Toen ze naar een woonzorgcentrum moest, grapte ze ‘Ik dacht dat ik aan het sparen was om Brugge nog eens te bezoeken, niet hiervoor.’ Voor mij wordt het de eerste keer, dus ze zal blij zijn dat het er eindelijk van komt!‘
‘Bach schrijft zó slim, en tegelijk met zo veel gemak, met de vreugde die hij in zijn leven en zelfs in de dood moet hebben gevoeld.’
‘Bach is waarschijnlijk de persoon, dead or alive, met wie ik veruit de meeste tijd heb doorgebracht, bijna een familielid. En elke minuut was het waard, hij heeft me ontzettend veel bijgebracht. Eigenlijk leerde ik Bach al kennen van bij mijn geboorte – mijn vader was organist, en ik heb staan dansen op die muziek. Vervolgens beschouwden mijn eerste docenten Bach als de basis van een goede klaviertechniek, dus ik groeide met hem op. En daar ben ik dankbaar voor, want als je met Bach goede gewoontes aanleert, komen die net zo goed van pas in ander repertoire. In de loop der jaren is mijn omgang met Bach verder ontwikkeld, zoals ook mijn leven zich ontwikkelde. Bach was steeds een trouwe vriend.’ ‘De grootste invloed had ongetwijfeld mijn Franse docent Jean-Paul Sévilla, hij was de eerste die ik de Goldbergvariaties hoorde spelen. Nauwelijks 16 begon ik zelf aan dat stuk voor een Bachwedstrijd in Washington DC, hoewel ik volgens de regels eigenlijk te jong was. Hij had er blijkbaar vertrouwen in dat ik al genoeg Bach in de vingers had, én de juiste mindset. De grootste verandering kwam toen ik in 1985 net was doorgebroken met een grote competitie in Toronto en naar Londen verhuisde. Daar begon ik te luisteren naar en te werken met allerlei figuren uit de oude muziek als Roger Norrington, Trevor Pinnock en John Eliot Gardiner. Hoewel zij voor mij niet per se een nieuwe aanpak voorstonden – de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk gaat uit van zaken waarvan ik nog altijd vind dat iedere goede musicus ze moest weten – viel me wel het plezier op waarmee ze muziek maakten. Dus herdacht ik mijn Bach met meer vreugde in de tempi, sowieso bijna geen pedaal meer, nog sterkere dansinvloeden. Dat speelde allemaal eind jaren 1980, en ik ben nooit meer teruggegaan naar de periode daarvoor.’
‘Bach is waarschijnlijk de persoon, dead or alive, met wie ik veruit de meeste tijd heb doorgebracht, bijna een familielid.’
‘Bij Bach kan je het technische niet los zien van de interpretatie, al was het maar omdat hij behalve de noten zelf nauwelijks informatie geeft. Dat is lastig voor studenten, niet iedereen heeft een docent met diepe achtergrondkennis. Je kan natuurlijk naar opnames luisteren, niet altijd het beste idee, en je kan traktaten lezen, maar ook dat vergt een zekere bagage. Indrukwekkend – al vind ik het soms wat belachelijk – als piepjonge pianisten in wedstrijden al Rachmaninov spelen, maar ondertussen neerkijken op de ‘gemakkelijke’ werken van Bach. Die stimuleren juist je algemene muzikaliteit, dat is mijn stokpaardje! Bach schreef zijn muziek immers ook als schoolmuziek, eerst de kleine preludes, dan de Inventionen, de suites, enzovoort, zodat je gaandeweg helder meerstemmig leerde spelen. Vergeet daarnaast de dansante aspecten niet, ook het Clavier (en uiteraard de Franse ouverture) zit vol dansen, maar veel spelers gaan daar domweg aan voorbij omdat er geen ‘menuet’, ‘bourrée’, ‘gavotte’ of ‘gigue’ boven staat.’ ‘In dat opzicht heb ik trouwens veel geleerd van mijn tijd met de suites van Couperin en Rameau, zij hebben me geholpen het Wohltemperirte Clavier beter te organiseren. Het is natuurlijk een gigantische klus, samen met Kunst der Fuge beslist mijn grootste project ooit. Het complete spectrum van emoties zit erin vervat, en je mag jezelf niet voorbij lopen … in de pauze eet ik sardientjes, avocado’s en bananen voor mijn energie.’
Bach Anders
Met virtual reality terug naar Bachs Himmelsburg
Tijdens de Bach Academie landt er pal voor de deur van het Concertgebouw een zeecontainer. Binnen wacht je een klein wonder: een virtual reality-ervaring in de ‘Himmelsburg’, de kapel die van 1619 tot een brand in 1774 het spirituele hart was van het Weimarer Stadtschloss … én tussen 1708 en 1717 Bachs werkplaats. Hier ontstonden enkele van zijn mooiste cantates, met de musici bijna onzichtbaar rond het orgel bovenin de hoge, smalle ruimte.
Zin in een virtueel avontuur?
In een ambitieus project ontwikkelden de Thüringer Bachwochen en een aantal specialisten een virtual reality-versie van dit ‘kasteel in de hemel’. Met een VR-bril en een koptelefoon kunnen Bachliefhebbers nu een reis maken naar Bachs tijd en de unieke akoestiek van de slotkapel ervaren in twee delen uit de cantate ‘Himmelskönig, sei willkommen’ (BWV182).
Het begon allemaal met een reconstructie van de verloren ruimte zelf. Plattegronden werden in de computer gezet, hoogtes en dieptes werden getekend. Objecten als het altaar, de zuilen en het zitmeubilair werden gedefinieerd en geplaatst. Daarnaast werden virtuele gezichtspunten bepaald waar de toeschouwer in de simulatie kon ‘verblijven’. Dat 3D-model kon vervolgens worden gevuld met muziek, speciaal door de leden van Cantus Thuringia en Capella een voor een opgenomen in een vrijwel volledig stille ruimte bij Technische Universität Berlin. Dankzij een digitaal proces van ‘auralisatie’ beleven luisteraars de muziek vanaf verschillende plaatsen in de ruimte. De simulatie houdt rekening met de natuurlijke geluidsuitstraling van alle instrumenten en zangers in de ruimte, en met de eigenschappen van het menselijk oor en de hoofdbewegingen van de luisteraars, waardoor het stereoscopische beeld van de VR-bril en het geluid in de hoofdtelefoon ‘kloppen’.
Is je reislust aangewakkerd?
Zin in een virtueel avontuur?
Elk kwartier kunnen acht deelnemers de gereconstrueerde Himmelsburg bezoeken.
Gratis inschrijven kan via concertgebouw.be/kasteel enkele dagen voor de start van het festival.
met dank aan
Voorstellingen bij dit artikel
Een dag met Tristan Driessens
Maak kennis met Tristan Driessens, luitist en componist met een internationale reputatie op het vlak van oude en nieuwere Ottomaanse muziek, en een van De Makers van het Concertgebouw. Met de nieuwe formule De Makers ondersteunt het Concertgebouw midcareer kunstenaars gedurende een traject van twee jaar. Het gaat telkens om artiesten uit diverse disciplines die klaar zijn voor een nieuwe stap in hun artistieke ontwikkeling.
Voorstellingen bij dit artikel
Ons publiek vertelt
Ze waren eerst collega’s woordkunst-drama, maar nu bovenal vrienden die elkaar vinden in muziek. ’Ontmoetingen op een dieper niveau’, zeggen ze zelf. Ze maken elkaars zinnen af, en achten stilte minstens even belangrijk als schaterlachen. Elke voorstelling eindigen ze arm in arm, als hij haar galant naar beneden begeleidt (ons hellend vlak en haar hoge ‘feestschoenen’ zijn geen ideale match). Maak kennis met Philippe en Marleen, een duo als geen ander.
Jullie vriendschap werd geboren in 2015, en werd blijkbaar aangewakkerd door het Concertgebouw.
Marleen: Ik kwam al langer naar hier met mijn man. Toen hij midden juni 2015 overleed, hadden we net onze bestelling geplaatst voor het nieuwe seizoen. Ik dacht: ‘ik ga doen zoals mijn collega Philippe. Hij heeft een abonnement bij Opera Ballet Vlaanderen, maar bestelt altijd twee kaarten, en nodigt telkens iemand anders uit om die ervaring te delen.’ Toen bleek dat Philippe en ik dikwijls dezelfde voorstellingen wilden zien, werden we vaste cultuurpartners …
Philippe: … en goeie vrienden! Van zodra jullie seizoensbrochure in de bus valt, gooien we ons erop en stellen we een longlist samen, waarvan we dan een selectie overhouden.
Welke voorstellingen halen dan die lijst?
Philippe: Ons gemeenschappelijk programma ademt toch vooral groot(s)heid: de grote werken van grote componisten, liefst in zo
groot(s) mogelijke bezetting.
Marleen: Ik ga ook graag naar dansvoorstellingen – zeker met livemuziek, zoals bij Rosas – of naar strijkkwartetten of experimentelere zaken.
Philippe: Bij dans decodeer ik de meer abstracte bewegingstaal moeilijker. Ik wil vooral veel volk op het podium, want hoe meer mensen, hoe meer energie! Ik hou er ook enorm van om de communicatie binnen het orkest te observeren. Dat is zo fijn aan de live beleving: je kan muzikanten zo precies gadeslaan, ook in stiltes. Het stille spel van theater, dat zit ook in een orkest.
‘Wij zijn mensen van het woord, en toch is muziek de taal waarin we elkaar het meest vinden.’
Stiltes kunnen voor jullie duidelijk even oorverdovend binnenkomen als symfonisch vuurwerk.
Philippe: Zonder twijfel. Een van de mooiste ervaringen die ik hier ooit heb meegemaakt, waren Monteverdi’s Mariavespers met John Eliot Gardiner. Een trip van twee uur, met een zaal die tot de nok gevuld was, en sir John die op het einde zijn handen hoog naar de hemel laat reiken, en dan uiterst langzaam laat zakken. Ik denk dat er bij het slot een stilte was van anderhalve minuut. Het applaus dat volgde was extatisch, als een enorme ontlading, maar ook haast als de overgave van een geloofsgemeenschap. Het krijgt iets spiritueels: Gardiner met zijn armen in de lucht als een medium tussen het publiek en de energie van Monteverdi.
Marleen: Het applaus komt voor mij soms te snel. Ik kan en wil soms niet volgen. Hou die spanning vast!
‘Het stille spel van theater, dat zit ook in een orkest. Heerlijk is het om muzikanten te observeren tijdens een live concert.’
Moeten die indrukken dan achteraf besproken worden?
Marleen: Vaak knijp ik tijdens de voorstelling al eens in Philippes arm. Op de trein naar huis zeggen we soms van alles – van ‘heb je die knappe cellist gezien?’ tot ‘hoe mooi blonken de schoenen van concertmeester van Brussels Philharmonic Otto Derolez toch weer’ – maar soms ook niets, en herkennen we dat van elkaar.
Philippe: Ik herinner me dat ons eerste concert samen na de coronaperiode een heel emotionele ervaring was. Ik moest nadien nog gaan lopen om dat van mij te kunnen afschudden. Vaak schrijf ik ook mijn indrukken neer, en deel ik ze op Instagram. Muziek heeft haar kracht ook al dikwijls bewezen in mijn leven, zoals na een zwaar verkeersongeval in 2006, het herdenkingsjaar van mijn lievelingscomponist Mozart. Zijn muziek bleek het medicijn bij uitstek te zijn en heeft de revalidatie nadien alleen maar bespoedigd. Na een concert of opera van Mozart verlaat ik de zaal telkens met het gevoel een volmaakter mens te zijn.
Jullie cultuurradius is een pak breder dan het Concertgebouw; wat maakt dat jullie hier toch zo graag en vaak komen?
Marleen: Ik heb inderdaad ook een abonnement bij De Munt, en trek soms naar Concertgebouw Amsterdam of De Doelen in Rotterdam, maar de akoestiek is hier gewéldig!
Philippe: Architecturaal gezien is er in Vlaanderen geen betere zaal om klassieke muziek te beleven.
Marleen: Toen mijn man ziek was, bleek ook de vlotte bereikbaarheid voor minder mobiele mensen een troef.
Philippe: En elk jaar denk ik toch weer over de programmatie: ‘waaaw, wat zijn ze er in Brugge toch weer
in geslaagd om een eclectisch maar vooral heel hoogstaand programma uit te werken’.
Marleen: Wat een geluk hebben wij in Vlaanderen en Nederland ook met de ensembles die hier te horen of gevestigd zijn. We hoeven ons amper te verplaatsen om de wereldtop te zien! Geen wonder dat we ook graag onze leerlingen meenemen om hen
te laten proeven van zo veel moois.
Philippe Annaert
- leraar theater aan de afdeling woordkunst-drama van het Conservatorium Aan Zee in Oostende
- stond al meermaals als maker en performer op ons podium: met Nachtscènes (2011) en met de familievoorstelling Burcht (2013), rond de muziek van Bartók
Marleen Van Remoortere
- leraar verteltheater aan datzelfde conservatorium
- bewaart het programmaboekje van elke voorstelling die ze bijwoont, en voorziet het steevast van notities en opmerkingen
Ga voor een keuzeabo en kiezen wordt winnen!
Net als Marleen en Philippe zot van Mozart én verslingerd aan Bach én verliefd op de muziek van Bartók én wild van dans…? Met een keuzeabo kan de shortlist meteen een pak langer worden want je geniet meer voor minder, met kortingen tot wel 50%.