MAGAZINE SEP—NOV 22
Verse nieuwtjes
Internationale kleppers
Het Concertgebouw ontvangt de komende maanden niet alleen Brugs talent zoals I SOLISTI of BRYGGEN, maar ook grote internationale kleppers passeren de revue. Zo is het podium op 14 oktober in handen van het London Philharmonic Orchestra met Mozart, Elgar & Wagner. De New Yorkers van Bang on a Can All-Stars zwaaien dan weer de plak op 21 oktober in een programma met Brian Eno. L’Arpeggiata brengt Duits en Italiaans repertoire uit de 17e eeuw naar Brugge en de buren van het Rotterdams Philharmonisch Orkest geven het beste van zichzelf in Beethoven en Bruckner.
Voorstellingen bij dit artikel
Stem geven aan
Neske Beks
‘Vrouwen uit de Bijbel’ is de titel van de editie van het National Geographic-magazine dat ik in de krantenwinkel van het station van Brugge koop op een zonnige zomerochtend. Terwijl hij de klant voor mij bedient, zie ik dat de man achter de kassa met een schuin oog naar het magazine in mijn hand kijkt. Als ik aan de beurt ben, zegt hij lichtgeraakt: ‘En de mannen dan? Worden die overgeslagen?’
Even sta ik perplex. Het is niet dat ik van deze Vlaamse, witte man van ongeveer vijfenzestig verwacht dat hij een hardcore feminist zou zijn, maar dit zag ik toch niet aankomen. ‘Het gaat in de Bijbel toch meestal over mannen?’ kaats ik met een brede glimlach terug. ‘Mannen zijn toch de protagonisten en de sprekers? En ze schreven de verhalen op. Denk maar aan Jezus zelf, Petrus, Johannes, Matteüs, Judas …’, probeer ik nog. Een antwoord heeft de man hier niet op, maar dat hij niet overtuigd is door mijn betoog, is duidelijk. Hij pruttelt nog wat over dat alle tijdschriften in zijn winkel zich op vrouwen richten. Ik kijk om me heen en zie rechts van me covers van mannenbladen, maar ik besluit het hierbij te laten. Vrouwen lezen meer dan mannen, zeggen de statistieken inderdaad, maar ik wil graag mijn trein naar Brussel halen. Terwijl ik naar het perron loop, denk ik na over vrouw-zijn in België, vrouw-zijn in Nederland en vrouw-zijn op Mallorca – waar de vrouw des huizes ‘sa Madonna’ heet en binnenshuis de baas is en de man – meestal – buitenshuis aan zet is. Ik denk na over hoe het voelt om een Vlaamse Zwarte queer vrouw te zijn. En over de verschillende ervaringen die dat teweegbrengt in België, Nederland en Spanje – de drie dominante landen van mijn biografie.
Zwart, vrouw en me identificerend als queer vink ik drie identiteiten aan die me kwetsbaarder maken dan – laten we zeggen – de meneer in het station. Als ik daar mijn arbeidersachtergrond en medisch verleden aan toevoeg, zijn we helemaal op dreef. En toch voel ik me nooit aangevallen als een artikel over mannen gaat – want het patriarchaat is leidend, dat ben ik gewend. Dus dat de verkoper zich zo tekortgedaan voelde, is toch op zijn minst interessant te noemen. In de trein luister ik muziek die mijn compassie aanjaagt en schrijf ik verder aan mijn essay over Toni Morrison – de schrijver en Nobelprijswinnaar die in haar oeuvre vaker personages met namen van bijbelse vrouwen opvoert.
Muziek is onze houvast tijdens deze uitdagende tijd, een schuilplek, een geneesmiddel.
Later zit ik in het publiek bij Mannelijkheid in crisis in Den Haag: een gesprek tussen drie fijne mannen die duidelijk hun mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in balans hebben. Mannen die zich sensitief en empathisch uitdrukken – een uitermate prettig gesprek om getuige van te zijn. Totdat een van de mannen vertelt over hoe hij zijn mannelijkheid onderzoekt door deel te nemen aan mannencirkels en de vrouwelijke moderator daarop lacherig reageert. Ik zie de man in kwestie schrikken en zich meteen iets defensiever opstellen. Pijnlijk omdat hij net een poging deed om kwetsbaar te zijn. Ik denk terug aan ‘mijn’ Brugse krantenverkoper en vraag me af hoe we onszelf en onze kinderen kunnen vrijmaken van dit soort dwingende communicatie-dynamieken? Hoe kunnen we bijvoorbeeld luisteren losweken van het stempel ‘vrouwelijke kwaliteit’? En wat betekent vrouw-zijn als we liever niet zogenaamd ‘assertief mannelijk’ willen communiceren om gehoord te worden, maar ons ook niet willen beperken tot knikken en zwijgen. En wat met het opgelegde, aangeleerde en doorgegeven patroon van ‘Sois belle et tais-toi’.
Ook in de (klassieke-)muziekwereld – en gelukkig in mindere mate – in de danswereld is het dominante narratief nog steeds leidend. Intersectionaliteit – of kruispuntdenken – is in orkestbakken en grote concertzalen nog lang geen algemeen begrip. En het is niet zo dat dit pas recent een issue is. In een gesprek voor de BBC in 2014 sprak ook Jessye Norman zich helder uit voor meer diversiteit en gendergelijkheid in de wereld van de klassieke muziek. In haar decennialange carrière werd zij slechts twee keer door een vrouw gedirigeerd – laat staan dat dit iemand van kleur was of een non-binaire persoon.
Maar langzaamaan verandert er iets. Twintig jaar geleden was het ondenkbaar dat ik hier het woord zou mogen nemen als seizoensdenker. Tien jaar geleden zelfs ook. Dat dit angst teweeg brengt bij de traditionelere en meer behoudende mensen onder ons begrijp ik, maar verandering is onomkeerbaar … Over angst versus behoud en verlies, praat ik heel graag verder door in mijn lezing op 23 september, maar voor nu wil ik dit stuk eindigen met een focus op de taal van de ziel die ons altijd weer verbindt: muziek. Muziek is onze houvast tijdens deze uitdagende tijd, een schuilplek, een geneesmiddel. Maar vanuit ons Eurocentrische perspectief focussen we vooral op de ontspannende factor van – het collectief live – muziek beluisteren. We maken echter zelden of nooit expliciet hoe de trillingen en vibraties ons lichaam en geest beïnvloeden én hoezeer het ons zenuwstelsel helpt zichzelf te reguleren.
Muziek als shelter, als schuilplek. Wanneer woorden nog tekort schieten. Is daar altijd weer muziek. Dans. En wederom muziek. Wat mij betreft het beste medicijn. Laat het ons genezen.
— Neske Beks, zomer 2022
Meer weten over onze seizoensdenker
Neske Beks is een interdisciplinair kunstenaar die hoofdzakelijk actief is als schrijver, filmregisseur en healer. Als auteur verkent ze vele terreinen; van toneelteksten en scenario's tot literatuur in vele genres. In ECHO, een bundel essays over Black Womanhood, stelt ze de dominante witte eurocentrische blik in onze samenleving aan de kaak. Lees verder of bekijk onderstaande video
Voorstellingen bij dit artikel
Vier vragen aan vier makers
Met de Makers ondersteunen we midcareer kunstenaars tijdens een traject van twee jaar. We kiezen voor artiesten uit diverse disciplines die klaar zijn voor een nieuwe stap in hun artistieke ontwikkeling. Maak kennis met onze eerste lichting Makers — Lieselot De Wilde, Tristan Driessens, Frederik Croene en Lisa Vereertbrugghen — aan de hand van vier vragen (die luisteraars van het Radio 1-programma Culture Club ongetwijfeld bekend zullen voorkomen …)
Lieselot De Wilde (°1984)
• vocaliste en perfomer in vele genres
• steeds vaker maker van transdisciplinaire en muziektheater-projecten
• stelt haar eerste eigen grootschalige productie Figurine voor tijdens All Arias
Hoe maak je het?
Mijn Makerschap staat voor de deur, en dat stemt me blij. Het wordt meteen een groot project en ik kijk er enorm naar uit. Eens ik aan iets begonnen ben, is er weinig ruimte voor andere zaken. Het zal dus een zeer intens jaar worden, dat veel introspectie en confrontatie met mezelf zal vragen.
Wat maak je (nu)?
Ik maak momenteel de voorstelling Figurine, mijn eerste solo-voorstelling waarvoor ik eigenlijk alles zelf schrijf en waarin ik ook zelf zal spelen. Figurine vertrekt vanuit de vraag: hoe zijn vrouwen door de eeuwen heen geëvolueerd in hun zelfbeeld als artiest, als mens, als autonoom en gewaardeerd deel van een samenleving. Ik wil de vele lagen van een vrouw in beeld brengen: krachtig, sensueel, diep en subtiel.
Waarom maak je het?
Ik vind het belangrijk om een verhaal te vertellen waarin vrouwen een andere rol spelen dan de rol die hen in opera of muziektheater vaak wordt toebedeeld: die van het slachtoffer. Zolang vrouwen in verhalen geen ander palet bestrijken, kan er ook nooit iets fundamenteel veranderen aan de rol(len) die ze opnemen in de samenleving. Die herdefiniëring is nog steeds hard nodig. Kijk naar de recente ontwikkelingen in de VS bijvoorbeeld. Ik kan daar als mens acuut weinig aan veranderen, maar ik kan wel als kunstenaar mijn steentje bijdragen aan het hertekenen van de vrouwelijke identiteit.
Met wie maak je het?
In 2013 had ik het geluk om te kunnen meewerken aan een opera van Ben Frost. Daar leerde ik choreograaf/ regisseur/dramaturg Sasha Milavic Davies en scenograaf Mirella Weingarten kennen. Samen vormen we een sterk team om het Figurine-verhaal te brengen. Figurine is een project van het hart. Hopelijk ervaart het publiek dat ook zo.
Frederik Croene (°1973)
• pianist-uitvoerder en pianist-improvisator op orgel en (gedeconstrueerde) piano
• evolueert steeds meer richting componerend musicus
• laat zich inspireren door buitenmuzikale verhalen, o.a. door de ecologische crisis in Solastalgia
Hoe maak je het?
Ik werk deeltijds aan de computer en deeltijds aan de piano, waardoor vingerzettingen aan de piano zich al eens durven vermengen met de shortcuts op het computerklavier. Voor het piano solo recital Solastalgia bereid ik me voor door de etudes van Chopin in te studeren. Deze zijn zeer geschikt om de juiste fysiek op te bouwen en een ontspannen virtuositeit klaar te houden voor mijn eigen muziek. Werken aan de nieuwe compositie voor het Counterforces-project doe ik voorlopig enkel aan de computer.
Wat maak je (nu)?
Sinds begin 2022 werk ik aan de ontwikkeling van een nieuwe taal voor het project met werktitel Counterforces. Het concept gaat uit van drie zingende vrouwen die de dramaturgie naar hun hand zetten. Daarin zoek ik als componist/ pianist een plaats. Op een tweede spoor bereid ik me voor op de première van Solastalgia. De muziek is volledig klaar en uitgeschreven maar vraagt heel veel oefening aan de piano.
Waarom maak je het?
Solastalgia probeert het gevoel te verklanken waar inheemse volkeren al eeuwen waarschuwend over berichten. Pas nu – door de versnellende klimaatveranderingen – bereikt het ook onze contreien: het rouwgevoel bij verdwijnende landschappen. Counterforces verklankt dan weer een totaal ander universum, dat eeuwenoude mythologieën tot leven wekt en focust op oplossingen.
Met wie maak je het?
Het concept voor Counterforces is na enkele brainstormsessies met schrijfster Dominique De Groen tot stand gekomen. Ze schreef een nieuwe tekst waarvoor ik drie zangeressen zocht, drie verschillende karakters die de dramaturgie schragen. Amos staat voor het aardse, Lore Binon voor het abstracte en IKRAAAN voor het intieme en persoonlijke. Voor Solastalgia werk ik opnieuw samen met kunstenaar Karl Van Welden.
Lisa Vereertbrugghen (°1986)
• danser en choreograaf met focus op hardcore dance beats
• creëert na solowerk nu voor het eerst werk voor een groep vrouwelijke dansers
• toont haar intense bewegingstaal in DISQUIET tijdens Bits of Dance 2023
Hoe maak je het?
Ik maak het heel goed, dank u. Terwijl ik dit schrijf is het zomer, en zit ik met een groep kunstenaars in Oostende voor Night Shift. Hierna vind je me nog op ImPulsTanz in Wenen en dan … vakantie. Na een slopende postlockdown-periode heb ik daar veel nood aan. Gelukkig neem ik mijn vakantie serieus met een stapel leesboeken en lange fiets- of wandeltochten. Ik lees nu al anderhalf jaar enkel vrouwelijke auteurs, om mijn persoonlijke bibliotheek meer in evenwicht te brengen.
Wat maak je (nu)?
Ik werk aan mijn technomeditaties. Dat zijn soundmeditaties met begeleidende stem, maar in plaats van gongs of rustgevende natuurgeluiden gebruik ik techno. Daarnaast ben ik begonnen aan de voorbereiding van een groepswerk. Ik wil mijn eigen bewegingspraktijk van hardcore technodansen (gabber, hardstyle, shuffle en jumpstyle) plaatsen in een ruimere traditie van volksdansen. Voor dit project beluister ik ook veel muziek, en zo ontdekte ik bijvoorbeeld Indira Paganotto, een aanrader.
Waarom maak je het?
Na jarenlang solo’s maken – en zeker die laatste, DISQUIET, die volledig tijdens de lockdown is gemaakt – had ik nood aan het samen-zijn vieren. Ik wilde dans opnieuw ervaren als verbindend, noodzakelijk en van alle tijden. En ik had ook gewoon veel zin om met een groep vrouwen héél hard te dansen.
Met wie maak je het?
De cast is nog in wording, maar intussen werk ik wel al aan het geluid met Michael Langeder, al jaren een compagnon de route. Hij heeft ook zijn eigen experimentele duo Different Fountains. Vera Martins, nog iemand met wie ik al jaren samenwerk, ontwerpt het licht. Simon Baetens en mijn goede vriend Sophie Guisset doen mee als inside en outside eyes.
Tristan Driessens (°1982)
• luitist en componist, internationaal bekend om zijn uitvoeringen van Ottomaanse muziek
• benadert de traditie als muzikant en componist met open blik en zin voor ontmoeting
• slaat tijdens Têtes-à-têtes bruggen tussen jazz, klassiek en folk en Turkije, Griekenland en België
Hoe maak je het?
Ik sta nu (juli 2022, red.) aan de vooravond van een maakproces dat het grootste deel van de zomermaanden in beslag zal nemen en met dat perspectief voor ogen maak ik het zeer goed.
Wat maak je (nu)?
Ik ben begonnen aan de uitwerking van een compositiecyclus die ik schrijf voor een nieuwe kwintet-bezetting van Soolmaan en die in het najaar van 2022 het levenslicht zal zien. Voor de inspiratie put ik diep uit wat mij doorheen de reizen en ervaringen van de laatste jaren op artistiek en metafysisch niveau heeft doordrongen.
Waarom maak je het?
Tijdens de eerste twaalf jaar van mijn artistieke loopbaan was ik bovenal een uitvoerend musicus. Ik bestudeerde naast Ottomaanse en andere oosterse muziektradities ook middeleeuwse muziek en modale jazz. Enkele jaren geleden besloot ik om veel meer tijd te wijden aan compositie, om zo een eigen vocabularium te distilleren uit de uiteenlopende muzikale referenties die ik me heb eigen gemaakt. Hieraan gehoor kunnen geven, voelt als de juiste stap.
Met wie maak je het?
De compositiecyclus schrijf ik voornamelijk alleen maar ik wissel wel vaak van gedachten met de musici met wie ik de muziek zal uitvoeren. Naast saxofonist Nathan Daems en percussionist Robbe Kieckens, die ook meewerkten aan het in 2017 verschenen debuutalbum van het Soolmaan Quintet Letters to Handenberg / Istanbul Sketches, bestaat de bezetting uit de Turkse percussie-virtuoos Levent Yıldırım, de Griekse pianist en ney-speler Christos Barbas en de Luxemburgse celliste Annemie Osborne.
Voorstellingen bij dit artikel
The Close
van David Claerbout
In een interview met artistiek directeur Jeroen Vanacker naar aanleiding van onze twintigste verjaardag vroegen we hem naar welk van de feestelijkheden hij het meeste uitkeek. Zijn antwoord was stellig: ‘Ik vind ons ‘blijvende cadeau’ fantastisch: de toevoeging van het videokunstwerk The Close van David Claerbout aan onze kunstcollectie. Dat staat al op ons verlanglijstje sinds 2010!’ Danny Ilegems noemde The Close in De Morgen dan weer ‘niets minder dan een meesterwerk’. Hoog tijd dus om nader kennis te maken met het kunstwerk dat sinds 20 februari 2022 op ons Circuit prijkt.
Wat denk je te zien?
De openingsscène van het werk speelt zich af in een ‘close’, een doodlopend steegje in een armere buurt. Kinderen lopen blootsvoets te midden van gehaaste voorbijgangers. Enkele jongens en meisjes stoppen om een portret te laten nemen. David Claerbout toont je een stomme film met authentieke beelden van de jaren 1910. Denk je. Want niets is minder waar …
Wat zie je écht?
Wat je ziet, is eigenlijk een reconstructie van oude footage die Claerbout ergens in beeldarchieven opduikelde. De oorspronkelijke beelden moesten immers naadloos kunnen overgaan in nieuwe, en dat bleek enkel mogelijk met een minutieuze reconstructie van het bronmateriaal. David Claerbout: ‘Haast onmerkbaar verliest dat kind zijn statuut van oud portret ergens in het verleden, en wordt het een hypergedetailleerd object, omringd door de camera. Tussen die twee werelden – ruw celluloid en high definition – mocht geen cut zijn. Na jaren tobben hebben we beslist om alles te reconstrueren, van achter naar voor.’
Wat hoor je?
Het beeld gaat subtiel van het vertrouwde naar het vervreemdende, en op dat moment komt ook de connectie met de klank: een grandioze opname van Da Pacem Domine van Arvo Pärt. David Claerbout: ‘Ik hoorde het stuk op de radio en voelde het bijna aan als een engelendialoog, stemmen die tegen elkaar praten, en die daarmee iets doen wat de film niet kan doen.’ De opname van het werk door het Vlaams Radiokoor bleek een huzarenstukje. De 24 stemmen werden opgenomen via aparte klankkanalen – met alle zangers gescheiden én met mondmasker vanwege de coronapandemie – en de muziek focust zo op de zoekende dialoog tussen de performers. Sommigen aarzelend, met tussenpozen ondergedompeld in de harmonie, anderen op vaste koers vooruit.
Je moet het horen – daar boven op de Foyer van balkon 2 – om de engelen ten volle tot je te laten spreken. En je moet het zien, natuurlijk! Laat The Close heel dichtbij komen tijdens het Concertgebouw Circuit, open tijdens het weekend en schoolvakanties. Een meesterwerk binnen handbereik, waarop wacht je nog?
Een seizoen alleen voor grote mensen? Vergeet het!
In gesprek met Kris Defoort
Kris Defoort stond de laatste jaren vooral in de belangstelling met zijn opera’s en muziektheater. Maar ook in zijn louter instrumentale composities is het theatrale nooit ver weg. We gingen met hem in gesprek over het belang van verhalen voor zijn muziek en blikten vooruit naar wat we dit seizoen van hem als seizoenscomponist mogen verwachten.
Je hebt al lang een hechte band met Concertgebouw Brugge. Hoe is die tot stand gekomen en gegroeid?
Ik ben oorspronkelijk van Brugge en toen ik begin de jaren ’90 uit New York terugkeerde, is mijn loopbaan binnen de jazz begonnen met het Brugse muziekcentrum en platenlabel De Werf. Van bij de opstart van het Concertgebouw in 2002 was er contact en interesse en volgde men wat ik deed. Ook ik volgde het Concertgebouw wegens de enorm hoge kwaliteit van zijn programmatie en zijn aandacht voor interdisciplinariteit. Ik kon er zelf jazz spelen en mijn twee eerste opera’s en Dedicatio werden er uitgevoerd.
Wat betekent het om seizoenscomponist te zijn?
Ik ben vooral blij dat dit jaar een groot deel van mijn oudere composities op het programma staan en ze de kans krijgen om herontdekt te worden. Verschillende werken uit verschillende werelden worden gespeeld. Ook het samensmelten van zelf spelen en componeren is in verschillende programma’s opgenomen, iets wat toch ook heel karakteristiek is voor mij. Tot slot is er de creatie Pieces of Peace.
Het Concertgebouw focust komend seizoen onder de noemer All the world’s a stage op verhalen. Welke rol spelen verhalen voor jou als componist?
Een heel grote rol, eigenlijk steeds meer. Via het werken aan mijn opera’s en de muziektheaterprojecten met Josse De Pauw heb ik ontdekt dat een verhaal en personages met hun psychologie mij als gegoten zitten. Ze geven de ideeën voor de muziek. En via de muziek krijgen het verhaal en de personages een andere dimensie.
En hoe zit dat dan bij instrumentale muziek?
Ook bij puur instrumentale muziek zijn de verhalen op de een of andere manier aanwezig. Als ik aan een werk bezig ben, dan staan mijn voelsprieten op scherp. Alles wat ik beleef, kan een verhaal worden dat rechtstreeks of onrechtstreeks mijn verbeelding kleurt. Concerten, toevallige radiomuziek, straat- en natuurgeluiden, theater, film, literatuur, tentoonstellingen, ontmoetingen met allerlei mensen: al die gedeelde verhalen vormen een geheugen waaruit ik put voor mijn werk. Zo is bijvoorbeeld het laatste deel van mijn Strijkkwartet nr.1, March 20 Lullaby rechtstreeks beïnvloed doorde eerste beelden van de invasie in Irak die mij overspoelden op 20 maart 2003. Dit deel is dan ook opgedragen aan alle kinderen in Irak. Human Voices Only, het orkestwerk dat in 2013 door het Concertgebouworkest Amsterdam gecreëerd werd, is ontstaan vanuit het thema privacy. Daarin heb ik via de orkestklank geprobeerd de menselijke stem te vertolken in al haar gradaties. Uiteindelijk neuriën alle muzikanten letterlijk de noot mi mol als teken van menselijke expressie en blazen ze op het einde hun adem uit. En in de huidige turbulente tijden wil ik met de creatie Pieces of Peace eenvoudigweg troost en schoonheid communiceren.
Ik dicht met klanken in een muzikale taal waarin veel plaats is voor improvisatie.
Improviseren is voor jou als muzikant en componist heel belangrijk. In hoeverre is improviseren ook een verhaal vertellen?
Ik denk dat improviseren heel dicht staat bij een autobiografie. De muziek komt zozeer op het moment zelf dat je eigen verhaal toch altijd naar boven komt. Maar waar ik het meest voldoening uit haal, is improviseren met medemuzikanten. Ik hou ervan het publiek mee te nemen in onze muzikale dialoog. Het concert in mei met mijn jazztrio wordt een blij weerzien tussen drie kompanen die elk hun eigen verhaal zullen delen in het moment. Met enkele nieuwe composities en twee gastmuzikanten wil ik de dialoog levendig en verrassend houden.
Ook de pianocyclus Dedicatio wordt dit jaar uitgevoerd. Deze intieme stukken zijn negen muzikale brieven gericht aan je geliefden, naasten en vrienden. Achter elk stuk zit dus een verhaal.
Inderdaad. Deze werken zijn een goed voorbeeld van hoe je compositie groeit vanuit een bepaald beeld. Een van de stukken heet Sleeping Boys en gaat over mijn twee jongens die toen nog als kind vaak samen sliepen. De gevoelens die je hebt wanneer je dit observeert, heb ik in muziek omgezet. Maar dat evolueert ook tijdens het compositieproces, je ontwikkelt die metafoor ook. Zo kwam ik improviserend op het idee van de glissando. Als je een glissando doet op de zwarte toetsen dan klinkt dat spontaan oosters. Aangezien mijn zonen half Belgisch, half Japans zijn, werkte ik die glissando uit vanuit het contrast tussen de zwarte en de witte toetsen, tussen Oost en West.
Dedicatio wordt, net zoals tijdens de eerste uitvoering indertijd, gecombineerd met Préludes van Debussy en improvisaties van jou.
Dedicatio is ontstaan in samenwerking met pianist Jan Michiels. Toen ik de stukken aan het schrijven was, heb ik die af en toe aan Jan Michiels laten zien. Mijn manier van muziek beleven en creëren, deed hem aan Debussy denken. Daar is het idee ontstaan om met twee piano’s te werken: tijdens de creatie speelde hij Debussy en ik improviseerde daartussen. Dat was voor mij een prachtige ervaring.
Je creatieproject voor het komende seizoen is Pieces of Peace, gebaseerd op verschillende gedichten. Hoe ga je hier te werk?
Het creatieproces loopt nog volop. Ik heb al enkele gedichten geselecteerd en schrijf ook instrumentale dingen. Samen met Veronika Harcsa nam ik vorig jaar een meer geïmproviseerde avant-première op die je online kan bekijken. Voor de première komen Lode Vercampt (cello) en Jean-Philippe Poncin (klarinetten) erbij zodat ik met meer kleuren kan werken. Ook elektronica zal een rol spelen. Het zal kamermuziek-jazz worden, een sfeerscheppend concert voor fijnproevers.
— Lieven Van Ael
Voorstellingen bij dit artikel
Cera en Concertgebouw Brugge, partners in cultuur
Al enkele jaren maakt het Concertgebouw met dank aan partners als Cera cultuur mogelijk voor heel veel mensen uit heel diverse doelgroepen. Ook de komende jaren gaan we graag verder op datzelfde elan!
Samen met onze vennoten maakt Cera werk van een warmere, zorgzame samenleving! Met een partner als Vlaamse Kunstinstelling Concertgebouw Brugge hebben we een motor in West- en Oost-Vlaanderen om dit te realiseren, denk maar aan de Topstukweken en Vier het Leven!
— Franky Depickere, CEO Cera
Cera investeert in de samenleving. Het geloof en vertrouwen in het Concertgebouw om concreet stappen te zetten richting ‘kunst en cultuur voor iedereen’ is groot. Onze ambities zijn even hoog, en daarom verlengen we ons partnership de komende jaren en gaan samen verder voor duurzaamheid en impact!
— Katrien Van Eeckhoutte, algemeen directeur Concertgebouw
The Keys
Geen mooiere plek om bij een hapje en drankje na te genieten van het indrukwekkende concert van het Budapest Festival Orchestra dan ons Forum 6. Onder meer dankzij de steun van onze Keys-leden kunnen wij internationale orkesten naar Brugge halen en daar bedanken we hen graag voor met een receptie bij zonsondergang, met prachtig zicht op Brugge!
Boenk erop!
Het geheime wapen voor een fantastische voorstelling? Een fantastisch percussionist! We pikten drie concerten uit ons aanbod de komende maanden en vroegen: slagwerker, hoe werk jij eigenlijk?
Een dag met Anima Eterna Brugge
Anima Eterna Brugge gaf in augustus — na een intense voorbereiding — het startschot voor de eerste samenwerking met dirigent Pablo Heras-Casado. Op 17 september 2022 sluiten Heras-Casado en het huisorkest hun Europese tour af met een concert in hun thuisbasis, het Concertgebouw. Wij keken even mee tijdens de repetities.
Foto header: (c) Koen Broos
Voorstellingen bij dit artikel
DEEP LISTENING DAY I
Nieuw dit seizoen in het Concertgebouw: de Deep Listening Days. Deep Listening is een concept dat de Amerikaanse componist Pauline Oliveros introduceerde in de jaren 1950. Bij haar gaat het om heel bewust luisteren naar alle geluiden, ook die klanken die onze hersenen normaalgezien uitfilteren. Wij hadden het erover met Arne Deforce en Hans Beckers, twee gasten op de eerste Deep Listening Day.
‘Luisteren is mijn poort naar de wereld.’
Wat betekent Deep Listening voor jullie?
Arne: Het begrip Deep Listening suggereert voor mij dat we op een of andere manier weggaan van het luisteren naar de oppervlakte van muziek. Ik gebruik graag de vergelijking tussen herkennend of verkennend luisteren, ook wel passief of actief, veilig of gedurfd luisteren naar muziek. Waar de eerste vorm gericht is op een resonantie tussen de muziek en jezelf, is de tweede eerder uit op de ontmoeting met de ander of het andere van de muziek. Beiden zijn uiteraard evenwaardig en vaak gaat het net om een interactie tussen beide vormen. Herkennend luisteren zou je een ‘in de muziek thuiskomen van jezelf’ kunnen noemen dat gepaard gaat met een algemeen gevoel van klanken-wellness. Verkennend luisteren is dan een soort van reizen in muziek, op zoek naar nieuwe ervaringen en muzikaal avontuur dat zich openstelt voor het onbekende.
Hans: Luisteren is mijn poort naar de wereld. Bewust en aandachtig luisteren naar de geluiden rondom mij, is hoe ik altijd al in het leven heb gestaan. En niet alleen de geluiden rondom mij kunnen me enorm raken, ik probeer het dagelijkse leven heel bewust te beleven vanuit ál mijn zintuigen. Er is zoveel bijzonders in de wereld. Zoveel dat me inspireert en me doet creëren. Van de subtiele, geraffineerde geur van een lotusbloem, het lichtspel in een cumuluswolk, het voelen van de textuur van de bast van een eik tot de pure smaak van een vers geoogste mispel in de vrieskou. En uiteraard ligt mijn focus enorm op mijn gehoor en het luisteren, omdat dat nu eenmaal is waar ik rond werk als muzikant en geluidskunstenaar. Maar in mijn werk is evenzeer het visuele, het licht, het tactiele, de totaalbeleving van even groot belang.
Hoe probeer je dit te realiseren in je projecten?
Hans: Voor La Floresta ben ik al enkele jaren aan het onderzoeken hoe ik de totaalervaring van de luisteraar kan verdiepen. De focus ligt uiteraard op het luisteren, de muzikaliteit van natuurmaterialen en ons oeroud prehistorisch instrumentarium dat ik in een nieuwe context plaats. Maar het draait niet enkel om het luisteren. Voor La Floresta wordt zowel smaak, geur als aanraking ingezet om de totaalbeleving te intensifiëren. La Floresta is dan ook geen regulier concert, maar eerder een klankenceremonie waarbij het publiek stapsgewijs wordt meegenomen in verschillende aspecten van het luisteren en waarnemen.
Arne, op welke manier zijn de componisten die je gekozen hebt voor dit programma geknipt voor een avontuurlijke luisterbeleving?
Arne: Het programma dat ik samenstelde toont drie generaties van de hedendaagse avant-garde. Het gaat telkens om ‘exploratieve’ muziek waarin nieuwe luistertrajecten worden verkend op de cello met en zonder elektronica. Voor het publiek zal het alvast een bijzondere luisterervaring zijn: de evolutie van cello solo over cello met stereo live-elektronica naar een totale onderdompeling in de duizelingwekkende klankwervelingen met 8-kanaals surround.
Tijdens de voorstelling voorzie ik de werken zelf van luisteradvies. Iannis Xenakis zie ik als de grote bevrijder van de klank. In het ondertussen iconische solowerk Nomos Alpha componeert hij een soort klankenfresco van alle mogelijke klankproducties op een cello. De fysieke virtuositeit die hij daarbij vraagt van de uitvoerder intensifieert ook de luisterervaring van het publiek. In het werk van Kaija Saariaho wordt de spectrale en poëtische dimensie van de celloklank uitgesponnen. Ze verkent de interne structuur van de klank, het domein van etherische golven van licht en beweging. Raphaël Cendo dompelt de luisteraar onder in een soort imaginair oerbos waar de geluiden aan duizelingwekkende snelheden om je oren worden geslingerd. Ik vind het alvast spectaculair hoe het solospel zich met behulp van een computer en live-elektronica vertakt tot een gigantisch imaginair orkest. Een diepere ervaring in de fysieke dimensies van de klank is voorheen zelden op deze wijze aan bod gekomen.
Is onze omgang met klank en geluid veranderd door de alomtegenwoordigheid van elektronische klanken?
Hans: Onze verhouding tot klank is eigenlijk al enorm veranderd met de opkomst van de industriële samenleving, waarbij geluidshinder op een zeer ingrijpende wijze zijn intrede deed. Vandaag is er door technologische vernieuwing alsmaar meer geluidspollutie het dagelijks leven binnen gesijpeld. Mensen zijn zich daar maar zeer weinig van bewust, maar dit heeft een enorme impact op ons leven. Geluidscomfort en stilte is vandaag de dag een luxe. De Zwitserse cultuurfilosoof Max Picard stelt zelfs: ‘Niets heeft het wezen van de mens zozeer veranderd als het verlies van de stilte.’
Is Deep Listening in staat om de luisterhouding fundamenteel te veranderen? Met andere woorden, gaan mensen na de Deep Listening Day ook anders luisteren naar ‘gewone’ concerten of performances?
Hans: Alles begint met hoezeer de luisteraar zich kan en wil openstellen. Wie zich openstelt voor wat er die dag allemaal gebeurt, kan deze ervaring meenemen naar een ander ‘gewoon’ concert. Maar hopelijk ook naar het dagelijkse leven tout court. Ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop je naar de wereld luistert je verhouding tot die wereld fundamenteel kan veranderen. Door bewuster om te gaan met luisteren – en waarnemen in het algemeen – zie je meer, hoor je meer, word je meer nuances, verschillen, verscheidenheid en subtiliteit gewaar. Je kan je beter verbinden met wat er rondom je gebeurt.
Hoe dan ook denk ik dat er zaadjes zullen geplant worden in de beleving van het publiek. Dat is ook de hele opzet van de Deep Listening Day. En het feit dat Concertgebouw Brugge daar al heel bewust mee omgaat en hierrond programmeert vind ik echt zeer waardevol. Zeker in onze huidige maatschappij, waarin het diepgaand ervaren van de zintuigen en het tijd nemen voor ontvankelijk waarnemen maar bitter weinig aandacht krijgen.
‘De ideale luisteraar voor mij is de luisteraar die zich kan verwonderen bij wat hij hoort, zichzelf vergeet, deel wordt van de muziek.’
Komt het perspectief van de luisteraar en dat van de uitvoerder ook dichter bij elkaaArne: Muziek beluisteren is en zal altijd een van de meest individuele ervaringen blijven. Of Deep Listening verschillende perspectieven bij elkaar brengt, valt te betwijfelen. Maar je kan natuurlijk de oren in dezelfde richting brengen door bij wijze van inleiding luistertrajecten aan te bieden zoals bijvoorbeeld bij programmamuziek. Dan nog zal de beleving uiteraard bij iedereen anders zijn. Hetzelfde geldt bij het lezen van een roman. Deep Listening vind ik vooral een interessante ‘mind set’ die aanzet om op een andere manier te gaan luisteren in de vele mogelijke diepten van de muziek: met een oneindig perspectief, creatief, inventief, narratief, historisch geïnformeerd, muziekanalytisch en zoveel meer.
Is de ideale luisteraar een geïnformeerde luisteraar?
Arne: De ideale luisteraar voor mij is de luisteraar die zich kan verwonderen bij wat hij hoort, zichzelf vergeet, deel wordt van de muziek en daarbij een vorm van geluk, plezier en creatieve energie ervaart. Dat geluk, een soort van ‘plezier van het luisteren’ zorgt ervoor dat luisteren een nooit eindigend proces wordt van verandering, groei en beeldend muzikaal vermogen.
Hans: Voor mij bestaat er niet zoiets als de ideale luisteraar. Iedereen luistert op zijn manier, met zijn eigen achtergrond en hoe hij of zij zich voelt op dat specifieke moment. Het is vooral belangrijk om je als luisteraar volledig open te stellen voor wat er gebeurt, of je nu geïnformeerd bent of niet. Want pas wanneer je je openstelt kan iets écht binnenkomen, of het nu een concert, een schilderij, een landschap of een situatie is die voor je neus afspeelt. Ik zou eerder van de geïnformeerde luisteraar een bewuste luisteraar willen maken. Want je kan soms perfect geïnformeerd zijn over waar het allemaal om gaat in het denken en het rationeel begrijpen en toch moeilijk toegang vinden tot een diepgaand luisteren. Hoe bewuster je bent van je eigen waarnemen, hoe dieper je kan graven in het luisteren. Dit in een manier van in het leven staan, waar we elke dag opnieuw in moeten leren.
Klaas Coulembier
Voorstellingen bij dit artikel
Élke dag Deep listening
Voor een opwaardering van dat zalige zintuig
In een voorbijrazende wereld vliegen de indrukken ons – live en virtueel – om de oren en ogen. Onze hersenen ontwikkelden zich tot pijlsnelle processoren die de veelheid verwerken. Toch zijn focus en diepgang cruciaal voor (levens)kwaliteit en welzijn. Want wat-een-schatkamer opent er zich wanneer je de dingen niet oppervlakkig maar vol en diep ervaart, van A tot Z? De schatkamer van de geluiden om je heen, die mits enige verbeelding als muziek in de oren klinken. Maar ook gecomponeerde muziek laat zich intenser beluisteren wanneer je reliëf ontwaart in het weefsel van stemmen, instrumentale partijen of klankkleuren.
Een dag in het leven hoeft niet per se een beeldverhaal op te leveren, ik neem jullie mee in een klankrelaas van grijpgrage oren, op een dag in het voorjaar:
Op een P-trein tussen Gent en Brugge banen de oren zich een weg tussen kwetterend West-Vlaams en donkere Oost-Europese klinkers, op zoek naar het geluid waarop ik mij wil focussen: het glijden van ijzer op ijzer, spoor na spoor. Een langgerekt gesuis dat soms transformeert in een snelle cadans en bij een station piepend en met een prachtig decrescendo uitdooft.
—
De weldadige orkestklank overrompelt, en toch probeer ik het pad te volgen dat de componist uitstippelde. Het muzikale thema verschijnt in velerlei gedaantes, orkestgroepen ontvangen de melodie met gepaste trots om het daarna door te geven en het achterplan op te zoeken. Het notenspoor is niet altijd glashelder, gefragmenteerd zoekt het soms het verborgene op om fi naal in al zijn glorie
te verrijzen.
—
Door koetsen en kletskousen heen, weerklinkt het gebeier, dat van alle kanten lijkt te komen. Botsend tegen eeuwenoude stenen verandert het van richting om de toehoorder mee te zuigen in een vertigo van klank. Vanwaar komt het? En hoe komt het? Klank en ruimte gaan een verbintenis aan die inzet op uniciteit; dít geluid klinkt enkel híer op die manier.
Een dieper luisteren, waarbij de schoonheid ook hier soms in een klein hoekje zit, wens ik iedereen toe! Want beter luisteren is beter genieten, en aarden in de wereld om ons heen.
— Jeroen Vanacker, artistiek directeur
FOTOGRAFIE IN HET CONCERTGEBOUW
De betonnen muren van ons gebouw zijn niet alleen de stille getuigen van vele notenbalken en danspassen, maar ook het schouwtoneel voor enkele expo’s. Pik alvast deze mee bij je volgende Concertgebouw-bezoek, gratis te bekijken voor en na een voorstelling of tijdens Concertgebouw Circuit.
In gesprek met BRYGGENs Jolente De Maeyer
Wie hun glansrijke doortocht meemaakte op Iedereen Klassiek vorig jaar, weet waarheen op 27 oktober: naar BRYGGEN! En ook tijdens deze editie van het grote muziekfeest van Klara en de Brugse muziekpartners zal het strijkorkest ongetwijfeld weer volle zalen trekken. Een gesprek met artistiek leidster en bezielster Jolente De Maeyer over ‘haar’ orkest met stevige Brugse wortels kon niet uitblijven.
De naam BRYGGEN draagt Brugge in zich maar de band van het strijkorkest met Brugge gaat veel dieper dan die gelijkenis.
BRYGGEN is in de eerste plaats inderdaad een verwijzing naar de stad Brugge, waar het allemaal ooit begon en waar het orkest gesetteld is. Ik had als violiste al vaker opgetreden en cd’s opgenomen met het Kamerorkest Brugge – daarvoor Collegium Instrumentale Brugense – als soliste. Toen kwam de vraag of ik hun nieuwe artistiek leider wilde worden. Nadat het orkest door het wegvallen van subsidies een onverwacht einde leek toebedeeld, begon ik in 2018 aan de tocht om het orkest nieuw leven in te blazen. Het idee dat dit orkest met 50 jaar ervaring zomaar zou stoppen, vond ik erg moeilijk om te accepteren. De identiteit van het orkest is bovendien zo bijzonder: een strijkorkest zonder dirigent.
De kern is gebleven, maar jij verrijkte die identiteit met nieuwe lagen en nieuw repertoire.
BRYGGEN heeft inderdaad ‘oude’ wortels maar ook nieuwe takken. Ons repertoire halen we vooral uit het (hoge) noorden, en ook die link zit vervat in de naam van ons ensemble. Bryggen is de naam van de kleurrijke werf in het Noorse Bergen, de meest noordelijke van de Hanzesteden, waartoe ook Brugge behoorde. Bryggen en Brugge betekenen bovendien ook allebei ‘aanlegkade’. Dat vond ik een mooie link. Daarmee is meteen duidelijk dat de naam van het orkest een refl ectie is van de muzikale focus op een klankidioom uit Scandinavië en de Baltische Staten.
BRYGGEN is oud en nieuw tegelijk.
Wat moeten we ons bij dat klankenpalet voorstellen?
In Scandinavië is het vooral de muziek uit het verleden die me aanspreekt, terwijl er in de Baltische Staten vandaag veel muziek voor strijkers geschreven wordt. Onze zoektocht naar folkmuziek uit Scandinavië en de bijhorende fi ddle-technieken zijn een verrijking voor ons als strijkers. We gaan als het ware back to the roots van de strijkers. In de Scandinavische volksmuziek zijn er zo veel eenvoudige melodieën die je raken tot in het diepste van je hart, ik geloof dat het die eeuwenoude traditie is die kracht geeft aan die muziek.
De vruchten geoogst langs de middeleeuwse handelsroute tussen Brugge en Bergen kunnen volop in Brugge geproefd worden. Wat mogen we verwachten?
Op 27 oktober brengen we een meeslepend programma met de ontroerende Metamorphosen van Strauss en het mysterieuze en erg virtuoze concerto Malédiction voor piano en strijkers van Liszt, vertolkt door pianist Nikolaas Kende. We verkennen ook de unieke klankwereld van de Letse componist Pēteris Vasks in zijn Viatore. Op Iedereen Klassiek tekenen we uiteraard weer present, en wel met een ode aan ‘de zwaan’, samen met actrice Hanne Struyf.
Brugge blijft dus een rode draad in jullie traject, en het ziet ernaar uit dat we BRYGGEN hier steeds vaker zullen mogen verwelkomen.
Ik ben erg blij dat BRYGGEN een thuis kan vinden in het Concertgebouw. Als Brugs orkest is het onze gedroomde plek om te musiceren en na het lanceringsconcert van BRYGGEN in het Concertgebouw in 2020 en ons concert op Iedereen Klassiek in 2021 smaakt dit naar meer. Op 4 en 5 maart 2023 zal BRYGGEN samen met JOWest een eerste editie van VIVA organiseren in het Concertgebouw. Het wordt een weekend voor jonge strijkers van 6 tot 16 jaar: twee dagen vol muzikale workshops én een slotconcert voor kinderen en jongeren die al een strijkinstrument bespelen of hun eerste ervaring willen opdoen. En er komen ook projecten aan met Brugge Plus, MOOOV en KAAP in de komende jaren. We hopen zo onze basis in Brugge nog te versterken.
Voorstellingen bij dit artikel
Concertgebouw events in cijfers
Wist je dat wij naast ons eigen artistieke programma ook artiesten en bedrijven ontvangen die een van onze zalen huren voor een voorstelling of event? Het team Concertgebouw Events is jouw enthousiaste gastheer voor de zaalhuur en zet graag deze weetjes en feiten voor jou op een rijtje!
Ons publiek vertelt
De verhalen van en over het Concertgebouw kunnen maar bestaan dankzij ons fantastisch publiek. We laten ook jullie dus graag aan het woord. In dit magazine: de heren Firlefyn – vader Philippe en zonen Matthias en Thomas. Ze lopen de deur van het Concertgebouw niet plat en wensten unaniem dat ze hier vaker vertoefden, maar tussen droom en daad staan drukke agenda’s, jonge kinderen en ook – dat verhullen we niet – wat kritische noten. We doken in dat ene vrije gaatje voor een gesprek.
Welke Concertgebouw-verleidingen kunnen jullie moeilijk weerstaan?
Matthias: Voor de grote orkesten, en alles wat richting jazz en blues gaat, kom ik hier heel graag langs. Ik herinner me ook dat Thomas en ik enorme fans waren van het filmconcert Modern Times. Een klassieker van de stomme film tot leven gebracht door Brussels Philharmonic. Prachtig!
Thomas: Mijn partner werkt hier, op zich al een verleiding! Ze tipt me geregeld een mooie voorstelling. In het begin kwam ik wat aarzelend mee maar sinds ik Dmitry Sinkovsky en B’Rock Orchestra Vivaldi’s Vier seizoenen hoorde spelen, ben ik verkocht. De klassiekers kunnen mij absoluut bekoren; hedendaagse dans moet ik nog beter leren kennen en waarderen, denk ik.
Philippe: Vivaldi is mijn all-time favourite. Ik hou van het frivole en het speelse in zijn muziek. Maar ook Bach en Mozart ontgoochelen nooit. Genietbare, toegankelijke muziek dus voor mij. Mijn echtgenote is dan weer gelukkig als er hier en daar wat accordeon – haar instrument – weerklinkt op jullie podia.
Ik wil mijn dochtertje echt alle vormen van cultuur kunnen meegeven. Dat verrijkt je blik op het leven.
Komt de volgende generatie Firlefyn ook al eens richting Concertgebouw?
Thomas: Ons dochtertje beleefde hier haar eerste concert toen ze amper een maand oud was. Ze heeft zowat de hele tijd geslapen, maar als ouders vonden we het heel leuk. Mijn jeugd was eerder gevuld met sport en jeugdbeweging, maar ik wil haar echt alle vormen van cultuur kunnen meegeven. Dat verrijkt je blik op het leven.
Matthias: Mijn kinderen zijn 5 en 8, ideaal dus om ze eens mee te nemen. Mijn dochter was zot van de voorstelling MOL, met klassieke muziek én een spannend verhaal. Ik vind het leuk dat ze kunnen proeven van cultuur, dat iets abstracts op die manier tastbaar wordt. Je haalt ze weg van het tv-scherm en biedt ze een onvergetelijke live-beleving. Ik denk dat kinderen ook echt hun ouders de weg kunnen wijzen naar het Concertgebouw. Ze komen hier met de klas, of zijn zo enthousiast na een familievoorstelling dat je als ouder denkt: ‘hier moeten we vaker komen’.
Matthias, jij ervaart in je professioneel leven ook de kracht van cultuur.
Matthias: Ik werk met ouderen, en wanneer ik bij hen binnenkom, dan staat er heel vaak klassieke muziek op. Ik merk bij hen echt een stille honger naar klassiek, en de live beleving ervan. Helaas zijn (onze) senioren niet altijd mobiel genoeg om effectief tot in het Concertgebouw te geraken, en bovendien zijn lange avondconcerten vaak zwaar voor hen. Zondagnamiddagconcerten zijn op dat punt veel handiger, maar de personeelsbezetting is op die momenten meestal beperkter. We tekenden dan ook graag in voor het project Vier het Leven, dat zorgt voor vip-begeleiding voor ouderen, van hun zetel tot in de stoel van de Concertzaal, en terug. Heel tof dat het Concertgebouw daar mee zijn schouders onder zet.
Leeftijdsgenoten vermoeden vaak niet dat ook jongere mensen hier hun gading kunnen vinden.
Ervaren jullie drempels om hier binnen te stappen?
Matthias: Ik merk dat leeftijdsgenoten vaak vreemd opkijken als ik hen vertel dat ik in het Concertgebouw naar een voorstelling ben geweest. Ze vermoeden vaak niet dat ook jongere mensen hier hun gading kunnen vinden. Mij trekt de combinatie van wat me-time of een gezellige avond met mijn vrouw of ander goed gezelschap, een programma dat me aanspreekt, en een glaasje achteraf me nochtans gemakkelijk over de streep.
Thomas: Vrienden meekrijgen is inderdaad niet zo evident. De voorstellingen vragen ook van het publiek vaak een inspanning: je moet ervoor openstaan en je aandacht erbij houden, dikwijls na een lange werkdag. Onze vrienden hebben ook vaak kleine kinderen, en krijg die agenda’s dan maar eens op elkaar afgestemd. Nochtans kan ik het iedereen aanraden. Een eerste keer die Concertzaal binnengaan, dat is echt overweldigend, net als de kracht van klassieke muziek aan den lijve ervaren.
Philippe: De uitstraling van het gebouw voelt voor mij soms wat gesloten aan. Nochtans: eens je hier bent binnengestapt, weet je dat je welkom bent, en wordt het evidenter om nog eens terug te keren, voor een glas of een voorstelling, of allebei. Ik herinner me trouwens nog heel goed hoe het Concertgebouw verrees op ’t Zand: vanuit mijn huis moest het zicht op de Sint-Salvatorskathedraal stilaan wijken voor een ander panorama … (lacht) Nu kan je je Brugge niet meer indenken zonder het Concertgebouw.
Voorstellingen bij dit artikel
De Notenkrakken komen eraan!
In het Concertgebouw draait het meestal om muzieknoten, maar in de herfst gooien we het over een andere boeg. We zetten onze schouders mee onder de Notenkrakken, een hartverwarmend initiatief van onze partner Cera. Notenkrakken, dat zijn mensen die streven naar een samenleving waarin iedereen de beste versie van zichzelf kan zijn. Samen zorgen we ervoor dat mensen met een fysieke, psychische of sociale beperking in zorgateliers zinvol werk krijgen waar ze heel fier op zijn. Ben of ken jij iemand met een walnotenboom? Dan kan ook jij deze herfst een echte Notenkrak worden. Verzamel de noten wanneer ze beginnen te vallen en breng ze binnen in een van de inzamelpunten van Cera, zoals het Concertgebouw. Cera schenkt de noten dan aan zorgateliers. Zij kraken
en pellen deze met veel plezier. Een artisanale olieperserij maakt er heerlijke walnootolie van.