VOICE NOISE Jan Martens / GRIP
Biografieën
Jan Martens (BE) studeerde aan de Fontys Dansacademie in Tilburg en beëindigde in 2006 de opleiding Dans van het Artesis Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Zijn werk kenmerkt zich door de overtuiging dat elk lichaam iets te vertellen heeft en communiceert. Eerder dan een volledig nieuwe danstaal te creëren, herschikt hij bestaande vormen en idiomen in een nieuwe compositie en context om zo tot een nieuwe kijk op de dingen te komen en ideeën uit te lichten. Martens combineert zijn rol van co-artistiek leider bij GRIP met die van associate artist bij DE SINGEL, Maison de la danse Lyon, Opera Ballet Vlaanderen en La Biennale de Lyon Danse.
GRIP (BE) is een Antwerpse dansorganisatie met gedeeld artistiek leiderschap (Femke Gyselinck, Jan Martens, Cherish Menzo en Steven Michel) in nauwe dialoog met Rudi Meulemans, die in zijn rol van artistiek coördinator de dialoog tussen de vier choreografen coördineert en faciliteert. GRIP heeft een nomadische structuur zonder eigen studio, maar maakt gebruik van de bestaande infrastructuur in het podiumkunstenlandschap door samenwerkingen aan te gaan met theaters, coproducenten, productiehuizen en residentieplekken, zowel in Europa als Noord-Amerika en Azië.
Cast & credits
13 stukken gecreëerd/gezongen door vrouwen: muziek (volledige lijst beschikbaar op www.grip.house)
---
Jan Martens: choreografie
Elisha Mercelina, Courtney May Robertson, Mamadou Wagué, Loeka Willems, Pierre Adrien Touret & Sue-Yeon Youn: dans
Zora Westbroek & Naomi Gibson: repetitieleiding
Jan Fedinger: lichtontwerp
Sofie Durnez: kostuumontwerp
Joris van Oosterwijk: scenografie
Vincent Philippart, Valentijn Weyn & Jo Heijens: geluidstechniek
Ine Claes & Maxime Montjotin: stemcoaching
Théâtre de Liège: uitvoering kostuums & scenografie
Malick Cissé & Sien Wils: stage
Marc Vanrunxt, Rudi Meulemans & Femke Gyselinck: artistiek advies
Stanislav Dobák: trailers & teasers
Nick Mattan: grafische vormgeving
Vincent Philippart & Jan Lettany: tourtechniek in Brugge
Sylvie Svanberg: tourmanager
productie: GRIP (Antwerpen) (Hanne Doms, Anneleen Hermans, Rudi Meulemans, Lize Meynaerts, Klaartje Oerlemans, Jennifer Piasecki, Sylvie Svanberg, Ruud Van Moorleghem & Nele Verreyken)
internationale distributie: A propic – Line Rousseau & Marion Gauvent
coproductie: La Comédie de Clermont-Ferrand, Maison de la Danse de Lyon – Pôle européen de production, De Singel international arts center, Théâtre de Liège, Julidans Amsterdam, Le Manège – Scène Nationale de Reims, Romaeuropa festival, DDD - Festival Dias da Dança - Teatro Rivoli – Porto, Scène Nationale de Forbach, Charleroi danse – Centre Chorégraphique de Wallonië-Brussel, Festspielhaus St-Pölten, Tanzhaus nrw Düsseldorf, Théâtre de la Ville - Paris, Festival d’Automne à Paris, Équinoxe - Nationale Scène van Châteauroux, Theater Rotterdam & Perpodium
residenties: La Comédie de Clermont-Ferrand (FR), DE SINGEL (Antwerpen), Charleroi danse - choreografisch centrum de Wallonie – Brussel (BE)
met de financiële steun van de Vlaamse Overheid & de Tax Shelter maatregel van de Belgische Federale Overheid via BNPPFFF
December Dance is een organisatie van Concertgebouw Brugge, Cultuurcentrum Brugge & KAAP
powered by
Toelichting
De marge krijgt het podium
- Op de songs maakte hij een choreografie met sterke nadruk op solo’s. In de groep leren we zo elke danser afzonderlijk kennen.
- De voorstelling beloont letterlijk om niet alleen aandacht te besteden aan wat zich in de schijnwerpers afspeelt.
Voor Jan Martens draagt elk lichaam een breed bewegingsrepertoire in zich. In VOICE NOISE viert hij deze multipliciteit aan de hand van blinde vlekken in de moderne muziekgeschiedenis. Hij geeft vrouwenstemmen het podium dat ze verdienen en koppelt hun songs aan zijn dansers, die er in bewegingsdialoog mee gaan.
De patriarchale mechanismen omzeilen
Vrouwenstemmen als Taylor Swift, Billie Eilish en Beyoncé domineren momenteel de industrie. Tegelijkertijd bevinden belangrijke namen zich nog in de marge en moeten we veel voorgeprogrammeerde keuzes omzeilen om bij Erin Gee of Maja S. K. Ratkje te komen. Jan Martens ging dieper graven naar ontdekkingen buiten het systeem. Geïnspireerd door Anne Carsons essay over de historische verdrukking van de vrouwelijke stem baande hij zich een weg rond de algoritmes om een speellijst van vergeten vrouwen samen te stellen. 'Als je leest dat Taylor Swift meer streams krijgt dan klassiek en jazz samen, ga ik me vragen stellen. We hebben het gevoel dat we veel keuzevrijheid hebben, maar hoe beperkt zijn we tot wat ons op een presenteerblaadje aangeboden wordt?'
Wat als we ons bewust worden van de keuzes die onder meer Spotify voor ons maakt? Weg van de hedendaagse Engelstalige pop waarheen het algoritme stuwt, 'een val waar je makkelijk intrapt', maar richting Cheri Knight, decennia lang alleen op bootleg te vinden, of Kesarbai Kerkar, een icoon uit de Indiase vocale muziek van de jaren 1950. 'Het is een voorstelling waarvan ik hoop dat mensen zich bewust worden van patriarchale mechanismen die ervoor zorgen dat we kennen wat we kennen.'
'Jan Martens baande zich een weg rond de algoritmes om een speellijst van vergeten vrouwen samen te stellen.'
De blik verruimen
Jan Martens maakt met zijn oeuvre ons blikveld ruimer. Of het nu gaat om het opentrekken van ons perspectief op bewegingsvorm (sportchoreo in THE DOG DAYS ARE OVER), leeftijd (een range van 53 jaar tussen de dansers in any attempt will end in crushed bodies and shattered bones) of genderidentiteit (de jongerenvoorstelling PASSING THE BECHDEL TEST). 'Sociaal-artistiek werk wordt vaak negatief bekeken, maar het zou jammer zijn als podiumkunst niet educatief was. Het gaat niet om met de vinger wijzen, maar om nieuwe manieren om naar de dingen te kijken.'
Met ELISABETH GETS HER WAY maakte hij een documentaire-voorstelling rond de virtuoze klavecimbelspeelster Elisabeth Chojnacka. Geen Bach of Mozart, maar een alternatieve muzikale meester duelleerde met zijn eigen identiteitsbeleving. 'De ontmoeting met Elisabeth zette veel in gang. Heel zwart-wit werk je bij dans samen met een componist of ga je aan de slag met een grote meester, vooral mannelijke emblemen.' Dit loskomen van de canon zette hem aan tot verder onderzoek. Hij investeerde meer dan een jaar in het maakproces om tot diep in de archieven door te dringen en nam de tijd om het materiaal te laten resoneren met het bewegingsvocabularium van de dansers.
Naast de spotlight kijken
Eens een shortlist van nummers samengesteld, kon een choreografie opgesteld worden om aan de zes dansers voor te schotelen. Martens hield daarbij rekening met wie ze zijn én wie ze op een podium kunnen worden. 'Ik ben op zoek gegaan naar nummers die hun kern weergeven en tegelijkertijd een uitdaging bieden. Obvious maar niet gemakkelijk brengt het beste naar boven.' De helft van het gezelschap kende hij al uit vorige samenwerkingen. Steven Michel danste 13 jaar geleden al het prachtig intieme duet SWEAT BABY SWEAT, dook regelmatig op in andere creaties en deelt met Jan artistiek leiderschap in GRIP. Voor drie dansers is VOICE NOISE de eerste samenwerking. Om een passende choreografie te creëren, nam hij uitgebreid de tijd om hen te leren kennen. Zij maken de choreografie immers af op het podium: 'er is een kader, een concept, maar tegelijkertijd ligt veel vrijheid en beslissingsrecht bij de dansers.'
'De voorstelling gaat om moeite doen om de eerste lagen opzij te schuiven.'
In twee decennia is Martens uitgegroeid tot een maker die de grote podia vult. VOICE NOISE speelt met deze positie. 'Wat kan er op de grote scène waarvan je normaal denkt dat het niet kan? De voorstelling gaat om moeite doen om de eerste lagen opzij te schuiven.' Op de bühne staat een kleiner podium dat onze aandacht trekt. Hangende lampen creëren een clair-obscur belichtingseffect. Let echter ook op wat er naast het podium en in de schaduw gebeurt; passend bij het thema stopt de interessante beweging niet in de periferie. 'De voorstelling gaat ook letterlijk over in de spotlight komen en weer verdwijnen.' Wie moeite doet om de duisternis te doorprikken, wordt beloond met de kleine, intieme bewegingen die al vanaf het begin zijn werk sieren. Pas als we ook de actie in de schaduw emanciperen, krijgen we het volle spectrum te zien.
Tom De Moor