di 13 dec 2022 / 20.00 / Concertzaal
Inleiding door De Zendelingen om 19.15
Inhoud
— in samenwerking met Cultuurcentrum Brugge
Inleiding door De Zendelingen om 19.15
— in samenwerking met Cultuurcentrum Brugge
De Afro-Amerikaanse choreograaf Trajal Harrell (US) werd geboren in Douglas (Georgia), en zette zich al heel vroeg aan het dansen. Hij studeerde aan de Trisha Brown School, het National Dance Center (Yvonne Rainer), het City College of San Francisco en de Martha Graham School of Contemporary Dance. Vanaf 2004 werkte hij ook als choreograaf, in San Francisco. Zijn doorbraak kwam er door de reeks werken Twenty Looks of Paris is Burning at the Judson Church, en vandaag is hij een vaste gast op de belangrijkste internationale podia voor dans en beeldende kunst. Sinds 2019 is Trajal Harrell huisregisseur bij Schauspielhaus Zürich. Hij leidt er het Schauspielhaus Zürich Dance Ensemble. Met dit gezelschap voerde hij inmiddels The Köln Concert op, Monkey off My Back or the Cat's Meow en Deathbed. In 2018 verkoos Tanz Magazine Trajal Harrell tot ‘Danser van het Jaar’.
Trajal Harrell: choreografie, enscenering, scenografie, soundtrack & kostuumontwerp
Titilayo Adebayo, Maria Ferreira Silva, Trajal Harrell, Nojan Bodas Mair, Thibault Lac, Songhay Toldon & Ondrej Vidlar: dans
Keith Jarrett & Joni Mitchell: muziek
Sylvain Rausa: licht
Katinka Deecke: dramaturgie
Mathis Neuhaus: publieksontwikkeling
Manuela Runge: theaterpedagogie
Camille Roduit, Maja Renn: regie-assistentie
Ann-Kathrin Bernstetter & Natascha Leonie Simons: assistentie decorontwerp
Ulf Brauner & Miriam Schliehe: assistentie kostuums
Michael Durrer: stagemanager
Moritz Lienhard: stagiair productie
Andreas Greiner: licht, technisch manager
Stephan Wöhrmann: geluid
Petra Kenneth: kleedster
Sara Mathiasson: kapster
Björn Pätz, ART HAPPENS: touring & internationale relaties
--
met muziek van Keith Jarrett en Joni Mitchell
© ECM Records
De Amerikaanse choreograaf Trajal Harrell wilde al heel lang een choreografie maken het Köln Concert, de beroemde en beruchte pianoimprovisatie van Keith Jarrett uit 1975. In de eerste voorstelling die hij met het Schauspielhaus Zürich Dance Ensemble creëerde, maakt hij die droom waar. Hij laat meteen ook een synthese van zijn vele invloeden zien.
De wereldpremière op 12 september 2020 betekent meteen het eerste repertoirestuk na de corona-lockdown in Zwitserland. Van de dansers en van Harrall zelf – de choreograaf danst mee – wordt verwacht dat ze afstand bewaren van elkaar én voorzichtig zijn naar het publiek toe. Daarom kiest de choreograaf bewust voor een heel toegankelijke voorstelling – zonder zwaarwichtige voorkennis moet je er evengoed van kunnen genieten, vindt hij. Al wat je als toeschouwer moet meebrengen naar de voorstelling is je sensibiliteit en openheid, is zijn boodschap. Daarbij legt Harrell nog extra de klemtoon op de vreugde van het dansen door vertrouwde muziek in te zetten.
Opnieuw samen dans en theater te maken
De bijzondere stijl van het werk van Trajal Harrell komt niet alleen voort uit de ongewone combinatie van schijnbaar zeer uiteenlopende danstalen als vogue (dansstijl die poses van covermodellen imiteert), postmoderne dans en butoh (Japanse dansstijl uit tweede helft 20e eeuw, maar ook en vooral uit de kwetsbaarheid en humor die in zijn werk verweven zitten. Voor elk van de uitvoerders staat een pianokruk klaar op de speelvloer – het soort taboeret waar ook Keith Jarrett gebruik van maakte bij het uitvoeren van zijn solo. Maar Harrell opent niet met de klassier van Jarrett, wel met gevoelige (en al even overbekende) muziek van Joni Mitchell. Zo wil hij opnieuw samen dans en theater leren maken voor een publiek, en ja, met de nodige afstand en voorzichtigheid.
De partituur is dus een samenspel van Keith Jarretts muziek met vier melancholische songs van Joni Mitchell. Gehuld in zwart en op blote voeten, dansen Trajal Harrell en zijn zes medespelers een op de kruising tussen verschillende genres, en vermengen voguing met invloeden die gaan van Oud-Grieks tot het Japanse noh-theater.
Geschiedenis en historische onmogelijkheden
Trajal Harrells centrale idee is een denkbeeldige ontmoeting en stilistische fusie van de postmoderne dans van downtown New York in de jaren 60, en de bals van de Harlem voguing die zich in dezelfde tijd ontwikkelden binnen de homoseksuele subcultuur. Zijn dansers voeren vaak een droomachtige catwalkshow op met traag wiegende heupen en sierlijk zwevende armen. Hun dansstijl is opvallend verfijnd. De stukken zijn ook een eerbetoon aan de mensen die op het podium staan. Hij kleedt ze in uitgelezen stoffen en volgt daarbij de ontwikkelingen in de haute couture (waarvan hij sommige ook rechtstreeks op het toneel brengt).
‘Mijn echte werk is geschiedenis en historische onmogelijkheden. Ik werk in de gaten, barsten en spleten.’
Trajal Harrell heeft een fascinatie voor de geschiedenis van de dans en van ons verleden, maar hij herinterpreteert die geschiedenis wel op een heel fantasierijke manier. Zijn onderzoek is gebaseerd op de dialoog tussen postmoderne dans en de New Yorkse voguing scene. Daarmee trotseert zijn verbeelding chronologische, geografische en culturele afstanden. Zelf vertelt hij hierover: ‘Mijn echte werk is geschiedenis en historische onmogelijkheden. Ik werk in de gaten, barsten en spleten.’ En nog: ‘Hoe speels de geschiedenis kan zijn! Vaak is wat wij ervan weten het officiële verhaal, maar er is altijd ook een andere manier waarop dingen ontstonden of mensen samenkwamen. Soms krijg ik te maken met sociale geschiedenis, persoonlijke verhalen, roddels, mythologie, legendes ... dus moet ik die dingen altijd in de mix stoppen, en zelden zijn het de feiten waar ik me op concentreer.’
Zijn specifieke stijl van bewegen maakt van de performers buitengewone en absoluut autonome wezens. Harrell staat ook zelf op het toneel in de meeste van zijn voorstellingen. Zijn werk wordt opgevoerd in New York en elders in de Verenigde Staten, in theaters als The Kitchen en op internationale festivals als het Festival d'Automne in Parijs, het Holland Festival in Amsterdam en Impulstanz in Wenen. Zijn voorstellingen worden evengoed getoond op podia voor beeldende kunst, waaronder het Museum of Modern Art in New York.
Belangrijke eerdere werken van Harrell zijn Porca Miseria (Maggie The Cat, Deathbed, O Medea), Hoochie Koochie, Twenty Looks of Paris is Burning at the Judson Church (XS-XL), Antigone (XS-XL), Tickle the Sleeping Giant.
Hij was eerder te zien in en op onder meer MoMa New York, Festival d'Avignon, Holland Festival, Manchester International Festival, Festival d'Automne, American Realness Festival, Berliner Festspiele, Barbican Arts Centre Londen.
Mia Vaerman voor De Zendelingen
kvde.be