Het standpunt dat ik altijd ingenomen heb, is dat van een kunstenaar, en niet van een regisseur. De keuze om multidisciplinair te werken, vloeide deels voort uit de dood van het repertoiretheater in de jaren ‘80. Toen betekende dat zeker een ommezwaai maar het blijft mij verbazen dat we nog steeds – en ook in het buitenland - als vernieuwend gezien worden. We proberen gewoon goed theater te maken en elk medium autonoom te respecteren. Wij maken theater en als we dat doen, dan maken we óók de scenografie, dan maken we óók het beeld.
Ik geloof niet in een revolutie binnen de kunstwereld. Onze keuze voor wat men dan ‘beeldend theater’ noemt, werd ingegeven door de stand van het theater in de jaren ’80 én door de politiek. De steile opgang van het Vlaams Belang in Antwerpen was een rechtstreekse katalysator voor de oprichting van Needcompany. Ik heb toen gezegd: ‘We moeten zo snel mogelijk internationaal gaan, tegen het nationalisme in.’ Dertig jaar later zijn we daar nog steeds mee bezig.
Het publiek kan zich opmaken voor virtuositeit en metier. Viviane De Muynck – een actrice met een enorme kunde – brengt de tekst van Hertmans’ meest klassieke, narratieve roman, die nota bene gaat over metier, vakkennis in de schilderkunst. Aan componist Rombout Willems heb ik gevraagd om een stuk te schrijven alsof de 20e-eeuwse vernieuwing niet bestaan heeft. Tegelijkertijd wordt er in de voorstelling nagedacht over wat de 20e eeuw betekent, en hoe dat klassieke metier zich verhoudt tegenover die eeuw van postmodernisme en avant-garde, termen die ook alweer achterhaald zijn.