Alexander Declercq — Liszt. Années de pèlerinage
Biografie
Alexander Declercq (BE) studeerde aan het conservatorium in Brugge piano bij Ann Roelens en Timur Sergeyenia en klarinet bij Filip Demeyer, Vlad Weverbergh en Geert Baeckelandt. Nadien vervolgde hij zijn studies aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van Jan Michiels en Benjamin Dieltjens. Hij specialiseert zich nog in de Hochschüle für Musik und Tanz in Keulen bij Sheila Arnold. Sinds jonge leeftijd won hij diverse nationale en internationale competities: VLAMO-wedstrijd, 2e prijs in het ‘Concours international de Piano de Liège’, 2e prijs in het ‘Concours International Andrée Charlier’ en de 3e prijs in de ’Stephan De Jonghe Wedstrijd’ in Aalst. Op die manier kreeg hij de kans om over heel België in diverse zalen op te treden. In november 2021 won hij de beurs van de ‘Stichting Nany Philippart’ om zijn studies te ondersteunen en in 2022 ontving hij de Horlait-Dapsens prijs voor zijn prestaties op school. Declercq werd gecoacht door o.a. Jos Van Immerseel, Claire Chevalier, Abdel Rahman El-Bacha, Sergei Edelmann, Lukáš Vondráček, André De Groote, Lucas Blondeel en Markus Groh. Naast zijn solocarrière speelt hij in kamermuziekverband en als orkestsolist. In het najaar van 2021 richtte hij met collega’s het collectief YMB (Young Musicians Bruges) op waarmee hij naar manieren zoekt om klassieke muziek tot bij een divers publiek te brengen. Daarnaast is Declercq klarinettist in Trio Brisk en Som’Ensemble en pianist van het Cortenbach Trio.
Uitvoerder & programma
Alexander Declercq: piano
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Concerto nach italienischem Gusto, BWV971 (1735)
Franz Liszt (1811-1886)
Années de pèlerinage, deuxième Année: Italie, S161 (1856)
- Sposalizio
- Il Penseroso
- Canzonetta del Salvator Rosa
- Sonetti 47, 104, 123 del Petrarca
- Après une Lecture du Dante: Fantasia quasi Sonata
met dank aan
Toelichting
- Overal waar globetrotter Liszt kwam, deed hij indrukken op die de weg vonden naar zijn enorme muzikale oeuvre. Zijn drie bundels Années de Pèlerinage zijn geïnspireerd door de landschappen en kunstvoorwerpen of door artistieke ervaringen die Liszt tijdens zijn 'pelgrimsjaren' opdeed.
- De tweede bundel, geschreven tussen 1839 en 1846, voert ons naar Italië waar Liszt in de ban raakt van de genieën Rafaël, Michelangelo, Petrarca en Dante.
Nach Italienischem Gusto
Tijdens Bachs leven verschenen veertien van zijn werken in druk, de meeste ervan op initiatief van Bach zelf. De omvangrijkste uitgave is de Clavier-Übung, vier bundels die Bach tussen 1731 en 1741 liet uitgeven. Het Italiaans concerto in F (1735) hoort thuis in het tweede deel van de Clavier-Übung dat muziek voor tweemanualig klavecimbel bevat. Bij mijn weten is het Concerto nach Italienischem Gusto een van de weinige Bachwerken die door onderzoekers in diskrediet werd gebracht. Doorheen zijn hele carrière had Bach het genre van het concerto gesublimeerd en met de Brandenburgse concerti de kroon op het werk gezet. Dan moest een door Bach gepubliceerd concerto voor soloklavier toch ook baanbrekend zijn? Maar het Concerto in Italiaanse stijl kreeg negatieve oordelen gaande van 'just a textbook example of the genre' over 'a formalistic structural simplicity' tot 'strickingly uninteresting'. Vanwaar dat misprijzen?
'Vanwaar het misprijzen voor Bachs Concerto nach italienischem Gusto?'
Verbeteren of compenseren?
Reeds eerder in zijn carrière had Bach concerti van Italiaanse meesters bewerkt. Die bewerkingen werden beschouwd als verbeteringen van het origineel: Bach zou de – naar zijn normen – vrij simplistische Italiaanse concerti willen verrijken met intens contrapunt en motivische eenheid. Daar ligt een denkfout. De bestaansreden voor Bachs ingrepen is niet het verbeteren en naar zijn hand zetten, maar wel compenseren voor wat een transcriptie onvermijdelijk verloren laat gaan. Een voorbeeld uit de vele: de cantabiliteit van een melodie gespeeld door een viool boet in wanneer een vioolconcerto tot klavecimbelconcerto wordt omgevormd. Want 'traduire, c’est trahir', en dat geldt ook voor het muzikale arrangement. Wat Bach wil, is dat verlies in zijn bewerkingen compenseren.
Men vond het Italiaans Concerto minder geslaagd omdat – ik ga kort door de bocht - er te weinig formele verbeteringen aan het model werden aangebracht. Maar dat was nooit Bachs ambitie. Hij wou geen alleenstaand werk verbeteren, maar wel de speeltechnieken optimaliseren die toelieten dat het barokke concerto, met zijn contrasten in dynamiek en afwisselingen tussen solist en ripieno, door één uitvoerder, gezeten aan één instrument uitgevoerd kon worden. Bach slaagde met vlag en wimpel in de opdracht die hij zichzelf had gesteld. Dat vond ook Bachs grootste criticus Johann Adolf Scheibe die het Italiaans concerto omschreef als 'ein vollkommenes Muster eines wohleingerichteten einstimmigen Concerts …' (1739). Of Scheibe besefte dat het Italienisches Concerto even revolutionair en baanbrekend was als de Brandenburgse concerti durf ik evenwel te betwijfelen.
'Wereldreiziger is een van de zovele adjectieven die passen bij de meest bereisde muzikant van de negentiende eeuw, Franz Liszt. Op het oude continent is haast geen land of streek te vinden die hij niet aandeed.'
Reizen om te componeren
Wereldreiziger is een van de zovele adjectieven die passen bij de meest bereisde muzikant van de negentiende eeuw, Franz Liszt. Zijn whereabouts zijn ronduit indrukwekkend, op het oude continent is haast geen land of streek te vinden die hij niet aandeed. Zijn reizen voerden hem van Frankrijk naar zijn geboorteland Hongarije, Oostenrijk, Italië, Engeland, Schotland, Ierland, Zwitserland, Spanje, Portugal maar ook naar Roemenië, Rusland en Turkije. Overal waar Liszt kwam, deed hij indrukken op die de weg vonden naar zijn enorme muzikale oeuvre. Of, zoals Aaron Copland het formuleerde: 'Andere toeristen laten hun foto’s zien om te tonen hoe een land eruit ziet, een componist laat horen hoe een land klinkt.'
Liszts reizen stonden vaak, maar niet altijd, in het teken van zijn concerten. In 1835 vlucht hij samen met zijn zwangere minnares Marie d’Agoult naar Zwitserland om een schandaal in Parijs te vermijden. Veertien jaar en drie buitenechtelijke kinderen later vinden we Marie d’Agoult en Liszt aan het eind van hun flamboyante relatie terug in Rome, de zogenaamde Années de Pèlerinage waren tot een eind gekomen maar hadden aanleiding gegeven tot drie bundels pianomuziek die geïnspireerd waren door de landschappen en kunstvoorwerpen of door artistieke ervaringen die Liszt tijdens deze pelgrimsjaren opdeed.
Sublieme karakterstukken
Het tweede boek, geschreven tussen 1839 en 1846, voert ons naar Italië waar Liszt in de ban raakt van de genieën Rafaël, Michelangelo, Petrarca en Dante. Centraal in deze bundel staan drie sonnetten van Petrarca. Nooit tracht Liszt Petrarca’s sonetten te illustreren. In deze sublieme karakterstukken lijkt het eerder alsof de componist, na het lezen van een sonnet, zijn boek dichtklapt en zijn intieme overpeinzingen aan de muziek toevertrouwt.
Ook Dante lag Liszt na aan het hart. Het lezen van de Divina Commedia gaf aanleiding tot het grootste werk in de bundel, Après une lecture de Dante. Liszt noemde deze compositie, die de omschrijving Albumblatt of karakterstuk ver achter zich laat, een Sonate, quasi una fantasia. Het werk is opgebouwd rond twee contrasterende thema’s die, zo mogen we veronderstellen, de hel en de hemel verbeelden. In Milaan maakte Rafaels Sposalizio (1504) grote indruk op Liszt. Dit vrij grote schilderij stelt het huwelijk van Maria voor. De heldere kleuren van de figuurgroepen die baden in een helder, haast hemels licht springen meteen in het oog. Misschien waren het wel deze picturale kwaliteiten die Liszt aanzetten tot een lieflijke en haast impressionistische zetting. Il penseroso is geïnspireerd door Michelangelo’s beeld van de mijmerende Lorenzo II in de grafkapel van de Medici in Firenze. In sombere en donkere kleuren en met het typische gepunte ritme van de dodenmars staat dit werk in het grootst mogelijke contrast met het vorige. Hierop volgt een buitenbeentje in de cyclus, de Canzonetta del Salvator Rosa. Liszt schrijft de Canzonetta verkeerdelijk toe aan de 17e-eeuwse Napolitaanse schilder maar in feite is Giovanni Bononcini de auteur van deze dansante melodie. Liszt maakt er een korte rechttoe rechtaanbewerking van, als een soundscape vol Italiaanse levenslust.
— Koen Uvin
Luistertip
Hoe revolutionair Liszt wel is, horen we in het begin van Sponsalizio. Een golvend, pentatonisch motiefje in de linkerhand wordt gevolgd door twee spanningsloze akkoorden in de rechterhand … Debussy gluurt al om de hoek.
#deeplistening
Pianisten gezocht
... om te schitteren op ons grote podium
Je droomt er al lang van om op het Concertgebouwpodium je favoriete pianosonates te brengen? Piano is je lust en je leven? Zin om tussen 5 en 9 juli in de namiddag plaats te nemen op het podium van onze Concertzaal, achter onze Steinway, met je eigen publiek?
Schrijf je dan zeker in en verwelkom onze Circuit-bezoekers en je vrienden en familie op een zomerse dag met jouw favoriete pianomuziek van achter het klavier. Wij zoeken pianisten van alle leeftijden en niveaus, dus grijp je kans en kom spelen op dé vleugelpiano van het Concertgebouw.