‘Ik heb duizend ideeën, maar daarin ben ik niet de enige’
Ik wacht Anne Teresa De Keersmaeker op in de artiestenfoyer van het Concertgebouw. Nerveus en week in de benen. Stipt om zeven uur komt ze binnengewandeld en vraagt ze me of we naar haar loge zullen gaan. Haar zachte tred verraadt geen zenuwen of kleine stress. Neen, niets van dat alles. Ze gaat in stilte zitten en zal het hele gesprek dezelfde rust bewaren als waarmee ze me begroette. Haar nieuwste voorstelling ‘Golden Hours (As you like it)’ begint over exact één uur. We zullen het kort houden, zeg ik. Ze glimlacht.
Ik vermoed dat u heel selectief bent in de muziek waarmee u werkt. Waarom koos u net nu voor de muziek van Brian Eno?
De gehele voorstelling staat natuurlijk in relatie tot een heel specifiek nummer, Golden Hours, afkomstig van de plaat Another Green World. Ik heb de laatste jaren werk gemaakt waarin verschillende polen aanwezig zijn. Om te beginnen is dat oude muziek, zoals in En Atendant en Cesena. Ook Bach neemt doorheen mijn parcours een bepaalde plaats in. Partita, Toccata en Zeitungzijn voorbeelden daarvan. Daarnaast ben ik vooral op zoek gegaan naar hedendaagse muziek van levende en reeds overleden componisten, zoals in Vortex Temporum. Dat zijn de grote ijkpunten van mijn muzikale interesses.
Als we spreken over hedendaagse muziek, is popmuziek de muziek waarmee we de meest directe relatie hebben. Mensen dragen het in hun dagelijkse leven voortdurend met zich mee. Er wordt ook vaak op gedanst, dus het is muziek én dans tezamen. Door de tekst draagt het ook een bepaalde vorm van poëzie in zich, en ik zou zelfs durven zeggen dat theater er niet zo ver van afstaat. Er is namelijk een grote notie van storytelling.
Brian Eno nam al in de jaren zeventig een heel specifieke plaats in. Hij is één van de sleutelfiguren van de popgeschiedenis. Ik denk dat Eno een soort geluidstovenaar is, die met relatief weinig ontzettend veel kan.
Ik had natuurlijk voordien al met popmuziek gewerkt, zoals in Once, op muziek van Joan Baez. En in The Song was The White Album van The Beatles het onderliggende frame.
In Golden Hours (As you like it) wordt de muziek van Brian Eno in relatie gebracht met As You Like It van William Shakespeare.
Het leek me geen evidentie om de muziek van Brian Eno, te verbinden met het verhaal van As You Like It en daarbovenop de dansers daarin een plaats te geven. Hoe is dat proces in zijn werk gegaan?
Na het afronden van het eerste onderzoek, genaamd ‘my walking is my dancing’, zijn we nu volop bezig aan het tweede luik: ‘my talking is my dancing’. We beschouwen het spreken als vertrekpunt om bewegingen te genereren. Niet enkel en alleen het materiële van het spreken, maar ook de betekenis en muzikaliteit van de taal. We hebben de tekst gelezen en geanalyseerd, en vervolgens de rollen verdeeld. Aan de hand van een ingekorte versie, zijn we de scène op gegaan.
Waarom koos u, anno 2015, voor ‘As You Like It’ en niet voor één of ander tragedie?
De lichtheid van het stuk beviel me enorm. Daarnaast betrad ik onbekend terrein en betekende het een nieuwe, grote uitdaging. Daarom koos ik liever voor een stuk dat niet de spankracht en draagwijdte heeft van een tragedie zoals Macbeth.
In As You Like It zitten een aantal thema’s vervlochten die me nauw aan het hart liggen, zoals de oppositie tussen het natuurlijke en het artificiële. The Forest of Arden wordt door Shakespeare voorgesteld als een soort idyllische plaats, die de terugkeer naar de natuur en de gouden eeuw belichaamt, versus de verloedering van het stadsleven. Het is tamelijk complementair oppositioneel qua omgeving. Er worden ook vragen gesteld over seksualiteit, wat het stuk nóg meer gelaagdheid geeft. Een vrouw verkleedt zich in een man, die speelt dat ze een vrouw is om zo een man te verleiden. Daardoor ontstaat er een vloeibare ruimte waarin de traditionele mannelijkheid en vrouwelijkheid wordt opgegeven. As You Like It belichaamt voor mij de onmogelijkheid om terug te keren naar de gouden eeuw. Het stelt onze relatie met de natuur in vraag en ontbolstert de lichtheid van de verleidingsspelen.
Vergeleken met ‘Rosas danst Rosas’, ‘En Atendant’ en ‘Cesena’ lijkt ‘Golden Hours (As you like it)’ een veel lichtere voorstelling is. Maar ook deze voorstelling lijkt opnieuw de uitkomst van een grote zoektocht naar eenvoud. Alles is zo uitgepuurd. Alle ballast lijkt verdwenen te zijn. Is dat hetgeen dat u telkens opnieuw probeert? Om de kern aan te raken, zonder franjes?
Absoluut. Ik ben heel blij dat een jong persoon zoals jij dat opmerkt. Het is een voortdurende zoektocht naar de ultieme capaciteiten van het menselijke lichaam om te communiceren, om ideeën en gedachten te belichamen. Het gaat erom dat we die capaciteiten ten volle exploreren en het onszelf toelaten om geheimen te laten bestaan. Ons lichaam is immers een opslagplaats vol herinneringen.
In Golden Hours (As you like it) is alles eigenlijk heel individueel, maar er is ook de voortdurende aanwezigheid van een groep. De groep is de golf waarop alle individuen zich voortbewegen. De relatie tussen collectiviteit en individu is hier heel erg belichaamd.
Kiest u doorgaans voor materiaal dat dicht bij u ligt, of net heel ver van u afstaat?
Het gedachtegoed probeer ik toch altijd zeer dicht bij mezelf te houden. Er moet een zekere affiniteit aanwezig zijn. Het moet stroken met mijn visie. In Golden Hours (As you like it) werk ik met een groep jonge dansers waarmee ik voordien nog niet zoveel had gewerkt. Dat was best een grote uitdaging. Maar het is helemaal anders wanneer ik zelf op scène sta.
Ik vond ‘Golden Hours (As you like it)’ een verademing. Vertraging en verstilling, te midden van een wereld waarin alles heel goed moet zijn en heel snel moet gaan. Is het maken van voorstellingen een manier om de rust te bewaren?
Het is ontzettend veel werk. Als ik rust wil hebben, dan kan ik beter geen voorstellingen maken (lacht).
Wordt de ruimte om te twijfelen en te falen groter, eens je zoveel voorstellingen hebt gemaakt?
Als je jezelf permitteert om onbekend terrein te verkennen, dan blijven de twijfels zeer groot. Doorheen de jaren en de ervaring leer je natuurlijk wel omgaan met de eventuele mislukking of het niet tijdig vinden van de juiste vorm. Ik bevind me helaas wel in een markt waar de druk zeer groot is om te kunnen blijven werken en te overleven. De hang naar het spectaculaire, het snelle, het entertainment, … staat haaks op de langzaamheid, stilte en eenvoud. Eigenlijk gaat mijn werk regelrecht in tegen die constante drang naar méér.
Het huidige cultuurlandschap beleeft moeilijke tijden. Zeker jonge, beginnende kunstenaars worden op de proef gesteld. Welk advies kan u, vanuit uw ervaring, meegeven aan hen?
Het evenwicht tussen theory en practice lijkt me een heel belangrijk iets. Je moet een visie ontwikkelen. Er zijn veel mensen die ideeën hebben, maar er zijn relatief weinig mensen die visie hebben. Iedereen heeft ideeën. Ik heb er wel duizend, maar daarin ben ik niet de enige. Je moet nadenken over waarom je iets doet en wat je wilt delen. Wat is de essentie van performing arts? Die reflectie moet je voortdurend voeden en scherp stellen.
Maar tegelijkertijd is er ook practice en vakmanschap. Door hard te werken kan het werk zich langzaam opbouwen. Weet je, de dingen groeien. Zoals de natuur. Je moet dingen planten en dan gaat dat langzaam groeien. Het komt op en het gaat weg. Zoals in een cyclus. Ik bevind me in een vakgebied dat veel wint bij het doen. Wanneer je fysisch bezig bent, is het niet altijd even gemakkelijk om je werk te combineren met denken. Denken en bewegen zijn niet zo compatibel. Ik moet gewoon tijd vrij maken voor het ene, én voor het andere.
Tim Taveirne
Jongerenreporter Concertgebouw Brugge
‘Golden Hours (As you like it)’, gezien op donderdag 4 juni 2015 in Concertgebouw Brugge