Met een groot klankapparaat in duizend schakeringen het innerlijke leven spiegelen: ziehier het handelsmerk van de laatromantische orkestmuziek. De onvoltooide Tiende symfonie van de toen doodzieke Mahler behoort tot de meest smachtende muziek ooit. Hartverscheurend eerlijk, zo klinkt ook de vioolpartij in Sibelius’ Concerto, waar elke maat Scandinavische weemoed ademt. Voor het tegenwicht zorgen de vrolijke klankbuitelingen waarmee Richard Strauss de fratsen van Tijl Uilenspiegel tot leven wekt.
Richard Strauss (1864-1949)
Suite nr.1 uit Der Rosenkavalier, opus 59
Till Eulenspiegel lustige Streiche, opus 28
Jean Sibelius (1865-1957)
Vioolconcerto in d, opus 47
Gustav Mahler (1860-1911)
Adagio uit Symfonie nr.10 in Fis
Richard Strauss (1864-1949)
Suite nr.1 uit Der Rosenkavalier, opus 59
Till Eulenspiegel lustige Streiche, opus
Budapest Festival Orchestra: orkest
Iván Fischer: dirigent
Ning Feng: viool