Philippe Herreweghe en zijn Collegium Vocale zijn al vele jaren kind aan huis in het Concertgebouw. Vooral de jaarlijkse, intussen internationaal vermaarde BachAcademie vormt telkens weer een beklijvend hoogtepunt. De tiende editie in januari kon probleemloos doorgaan, de uitvoering van Bachs Mattheuspassie begin april jammer genoeg niet. Gelukkig brengen hun talrijke alom geprezen opnamen soelaas. Uit 1996 dateert een schitterende cd met de koormuziek Fontana d’Israel, Israelis Brünnlein (= ‘de bron van Israël’) van Johann Herman Schein, die van 1616 tot aan zijn overlijden in 1630 als Thomascantor in Leipzig een van de meest getalenteerde voorgangers van Bach was.
In het begin van de 17e eeuw kwamen de Duitse componisten steeds meer in het vaarwater van de Italiaanse muziek. Zowel in de geestelijke als in de profane vocale genres was vooral de invloed van het Italiaanse madrigaal toonaangevend. Het madrigaal was het belangrijkste genre van de wereldlijke muziek in Italië, met als opvallendste kenmerk de aandacht voor de muzikale ‘vertaling’ van de tekstinhoud, zodat de uitvoerder én de luisteraar zich optimaal konden inleven in de emotionele context van het verhaal. In 1623 verscheen in Leipzig Scheins verzameling Fontana d’Israel met overwegend vijfstemmige vocale composities op teksten uit het Oude Testament . Nadrukkelijk voegt Schein aan de titel toe: auf einer Italian madrigalische Manier, ‘op de wijze van een Italiaans madrigaal’. Tekstinterpretatie staat dus centraal, hier in functie van de religieuze boodschap.
Volgend voorbeeld, op een fragment uit Genesis (49, 33 en 50, 1) is hiervan een exemplarische illustratie:
Da Jakob vollendet hatte die Gebot an seine Kinder,
tät er seine Füße zusammen aufs Bette und verschied
und ward versammlet zu seinem Volk.
Da fiel Joseph auf seines Vaters Angesicht
Und weinet über ihn und küsset ihn.
Toen Jakob zijn zonen deze laatste opdracht gegeven had,
trok hij zijn voeten terug op het bed, gaf de geest
en werd met zijn voorvaderen verenigd.
Toen wierp Jozef zich op het gezicht van zijn vader,
weende over hem en kuste hem.
Aartsvader Jakob, de vader van twaalf zonen waaruit de twaalf stammen van Israël zouden voortkomen, voelt zijn einde anderen. Als laatste opdracht aan zijn zonen duidt hij de plaats aan waar hij wenst begraven te worden, waarna hij sterft. Zijn zoon Jozef beweent hem.
Essentieel is Scheins uitgangspunt: een expressieve tekstvoordracht, waarbij melodie, metrum, ritme en harmonie worden bepaald door de inhoud van het bijbelse woord. Schein verdeelt de tekst in korte fragmenten, die door herhalingen worden beklemtoond. Het langzame begin zet dadelijk de toon van een diep-ernstig verhaal. Een grote sprong op vollendet accentueert het werkwoord ‘voltooien’. Vaak bereikt Schein een maximum aan expressie met extreem eenvoudige middelen, zoals het declameren op nauwelijks meer dan één toon op tät er seine Füße zusammen en und war versammlet zu seinem Volk. Twee momenten zijn bijzonder ontroerend: de herhaling, met ostentatieve rustpauzen, op und verschied en het van een intense liefde doordrongen slot und küsset ihn (let op de prachtige slotmelodie in de sopraan). Nog twee frappante passages: de halve tonen (= symbool van extreme droefheid) in alle stemmen op weinete en het uitbeeldende dalende interval op da fiel.
Da Jakob vollendet hatte is een pareltje van vroeg-barokke, beheerste expressie, ingebed in een vijfstemmig meerstemmig vlechtwerk, de nog steeds in ere gehouden erfenis uit de renaissance.
Ik kan onderstaande uitvoering van harte aanbevelen. Geen live uitvoering dit keer, maar een opname van Ensemble Vocal Européen & Philippe Herreweghe met de muziekpartituur die perfect te volgen is en die de beluistering een extra dimensie biedt.