Needcompany cureert December Dance 19. Het festival kiest zo voor de eerste keer in zijn geschiedenis voor een collectief. De artistieke grondleggers van het kunstenaarshuis, Jan Lauwers, Grace Ellen Barkey en Maarten Seghers, maakten een diverse, eigenzinnige selectie. Over verschillende continenten en generaties heen.
Na meer dan 30 jaar producties, van beeldende kunst over film tot theater, speelde Needcompany een belangrijke rol in de ontwikkeling van het inter nationale theaterlandschap. Hun werk wordt over de hele wereld getoond en opgevoerd. Ze doorbreken de muren van het klassieke theater en verenigen uiteenlopende kunstvormen met elkaar. De uitnodiging voor het curatorschap kwam op een goed moment, meer dan anderhalf jaar geleden. ‘We bevinden ons op een historisch kantelpunt’, zegt Lauwers. ‘Het is een interessante tijd voor de kunsten. Er is een enorme polari sering aan de gang. We hebben onszelf één opdracht gesteld toen we de uitnodiging aanvaardden. Laat ons nu eens voor de kunst zelf kiezen en niet voor de functie van kunst.’
Needcompany kiest resoluut voor kunstenaars die ze blind vertrouwen. Toen het programma werd samengesteld waren de meeste voorstellingen nog niet eens in première gegaan. ‘Dat is vandaag uitzonderlijk. We kiezen voor mensen, niet voor een product. We wilden als curator niet zeker zijn van onze zaak.’ Seghers benadrukt de unieke rol van Needcompany binnen dit festival: ‘We zijn geen curatoren in de letterlijke zin van het woord. We krijgen de mogelijkheid om een universum te laten zien dat is verankerd in de betekenis van onze samenwerking.’
Needcompany deelt niet alleen een geschiedenis met zichzelf. Van begin af aan heeft het kunstenaarshuis de deuren in SintJansMolenbeek opengezet voor samenwerkingen met andere artiesten. Ter gelegenheid van December Dance geeft Needcompany aan hen een podium.
Een bondgenoot van Needcompany is MaisonDahlBonnema, het mode, kunst en concepthuis achter Anna Sophia Bonnema en Hans Petter Dahl. King Lear (2000) was hun eerste samenwerking met Needcompany. Lauwers weet zelf niet wat hij mag verwachten van Yoga for Theatres: ‘Het is een mysterie. Ik ben altijd gevleid en gecharmeerd door wat ze doen. Ze raken iets aan wat anderen niet kunnen aanraken. Het ontroert me. Hun werk is soms ondraaglijk. Er ontploft iets. Fantastisch.’ Volgens Seghers bepaalde hun achtergrond een groot deel van hun artistieke identiteit. Bonnema is wiskundige, Dahl studeerde voor arts: ‘Ze kennen de realiteit heel goed. Maar tegelijkertijd zijn ze de eersten om vanuit een grondige kennis van die realiteit te durven dromen. Niet in het ijle maar op een zeer poëtische manier, als een nieuwe mogelijkheid voor de realiteit waarin ze leven.’
Tenslotte is er Sung-Im Her met Nutcrusher. De ZuidKoreaanse danseres werkte voor het eerst samen met Needcompany voor This door is too small (for a bear) (2010). Barkey beschouwt SungIm Her als een uitzonderlijke kunstenares: ‘Ze wisselt haar creaties in de westerse en oosterse wereld met elkaar af. Ik vind het heel bijzonder dat we nu iets te zien krijgen dat in een ander werelddeel is gecreëerd. Ze zet haar onderzoek verder. Wat betekent het om als Aziatische migrant in het westen terecht te komen?’ De repercussies van #MeToo waren ook in SungIm Hers geboorteland heel groot. Lauwers: ‘De discriminatie en objectificatie waarmee SungIm Her wordt geconfronteerd spelen op persoonlijk niveau een grote rol. Wat vandaag gebeurt in de wereld motiveert haar om nog dieper, verder te gaan.’
Uitzonderlijk is de aanwezigheid van William Forsythe die voor December Dance twee ‘choreografische voorstellen’ creëert, exclusief voor de Kamermuziekzaal: Unsustainables, Bruges/Alignigung. Lauwers en Barkey kennen Forsythe al langer. Ze werkten op hetzelfde moment in Frankfurt en bewonderen elkaars werk. Forsythe en Lauwers maakten de voorstelling DEADDOGSDON’TDANCE (2000). Over die samenwerking vertelt Lauwers: ‘Ik heb van hem een vrijheid in denken geërfd. Je moet open blijven.’
Verder nodigt Needcompany land en generatiegenoot Wim Vandekeybus uit met de première van TRACES. Lauwers vertelt: ‘We zijn als kunstenaarshuis nooit bezig geweest met competitie of concurrentie. Wim heeft geweldige dingen gedaan. Hij is een spilfiguur.’
Marlene Monteiro Freitas komt naar Brugge met Guintche. ‘De voor stellingen van Freitas hebben een enorme poëtische kracht’, verklaart Lauwers. ‘Haar bewegingstaal is heel obsessief. Dat herken ik van het vroegere werk van Pina Bausch en Anne Teresa De Keersmaeker. Freitas bouwt, zoals Forsythe en Vandekeybus, een brug naar het verleden. Maar ze werkt er ook op verder.’
‘We hebben op een heel natuurlijke manier een mooi evenwicht gevonden’, vertelt Lauwers over het festivalprogramma. ‘De oudere generatie, de jonge generatie, een gelijk aantal mannen en vrouwen. We kiezen voor de kracht van de poëtische zielen. We geven de poëtica voorrang op de politiek. Brugge zal zinderen van de poëzie. Toch zijn we onbewust heel politiek correct. Dat is interessant.’
Zo is er bijvoorbeeld nog de Canadese choreografe en danseres Dana Michel. CUTLASS SPRING onderzoekt de veelzijdige beleving van menselijke seksualiteit. Seghers zag de première: ‘Het heeft iets betoverends, magisch. Ik denk dat we die kans moeten laten bestaan en proberen mogelijk te maken, dat mensen nog ontvankelijk kunnen zijn voor iets poëtisch. We kunnen veel zeggen over de noodzakelijkheid van maatschappelijk relevante thema’s. Maar dit is een beleving die vuurwerk in hart en hersenen teweegbrengt.’
Tenslotte is er Needcompany zelf. Maarten Seghers toont werk dat nog maar eenmaal te zien was in België, Concert by a Band Facing the Wrong Way. Jan Lauwers’ nieuwe voorstelling Al het goede gaat in Belgische première en Grace Ellen Barkey opent het festival met Probabilities of Independent Events. Voorstellingen die wat Lauwers betreft tegenover én naast elkaar kunnen staan: ‘Al het goede bevat een grote politieke boodschap. Kunst moet zich met de maatschappij bemoeien. Maar wat gebeurt er als de maatschappij zich met kunst bemoeit? Dan zijn we weerloos.’ Barkey zoekt naar een andere vrijheid: ‘Probabilities of Independent Events is een voorstelling die ik speciaal voor December Dance maak in samenwerking met studenten uit het tweede jaar van de dansopleiding aan het Conservatorium Antwerpen. Ik vertrek vanuit popmuziek. Artiesten hebben altijd over vrijheid
en andere belangrijke dingen gezongen. In songs kunnen we zonder bezwaren dingen zeggen zoals ‘Everything will be allright’, ‘We all need somebody’ of ‘I want it all’. Het wordt een groot feest, vol vrolijke zinloosheid, humor en radicaliteit.
Ook de beeldende kunst van Needcompany krijgt een plek tijdens het festival, met de expo Groetjes uit Molenbeek in de Poortersloge. Special guest van de expo is niemand minder dan choreograaf en kunstenaar William Forsythe.
Interview door Georg Weinand (gesprek) en Tim Taveirne (tekst)