Ik lig op mijn rug en kijk naar een bijzondere rozet in het stucwerk van het plafond. Het lijkt wel een bevroren choreografie in gips, mooi. Het is kwart voor een, het plafond is Portugees, ik ben op het Dansplatform in Porto en ik kijk terug op mijn dag.
De dag begon meteen stevig met een artistieke speeddate. Het Festival di Danza nodigde 25 lokale choreografen uit om plaats te nemen aan kleine tafels in de vergaderruimte van een statig pand van het stadsbestuur van Porto. Het spel ging als volgt: alle aanwezige programmatoren gaan aan tafel bij een artiest zitten. Hij of zij is gewapend met een laptop vol korte filmpjes, opnames van repetities of voorstellingen, wat fotoprints, concepten of plannen voor komende producties en productionele gegevens zoals riders, residentie- en premièredata, namen van medewerkers en visitekaartjes. De choreograaf heeft 7 minuten (!) voor een inspirerend zelfportret. Vervolgens gaat de gong en schuiven de programmatoren door naar de volgende tafel. Op de gang staat een tafel met espresso, sap en koek voor wie een pitstop nodig heeft. Als ik het gebouw verlaat, ga ik even op een bank zitten. Wat blijft nu echt hangen? Iedere 7 minuten bestonden uit erg korte zinnen, vele blikken. Sensaties in verhoogde snelheid. Kunst in speed-mode.
Maar daar komt mijn lunchafspraak al om de hoek. Ze kent een plekje met een prima menu del dia. Zij is de agent van een artiest die ik graag in Brugge zou presenteren, eventueel zelfs coproduceren in 2020. Onder welke voorwaarden zou dat lukken?Zo’n dansplatform is natuurlijk meer dan speeddates. Op de espresso volgen twee voorstellingen in de namiddag. Een jonge maker uit Kaapverdië danst zijn koloniale geschiedenis van zich af in een visueel aantrekkelijk, transformerend kostuum: zijn huid, zijn identiteit wordt amorf, verandert steeds. Verdomme. Bijna elke dag passeer ik langs het standbeeld van Albert I tussen het station van Brugge en het Concertgebouw. Wanneer krijg ik hem eindelijk aan het dansen in een voorstelling?
Daarna ga ik even langs bij een dansschool, ergens verstopt achter de ontelbare porto- en souvenirwinkels. Tot zover het toeristische gedeelte van de reis. We zijn hier in het zuiden: de avondvoorstelling start pas om 22 uur. Het TAO DANCE THEATER uit Peking presenteert zijn nieuwste werk. En het blijkt echt een optie voor Brugge. Nu nog mijn partners overtuigen om dit samen naar België te halen. Tot zover het ontdekkingswerk van curatoren anno 2019. Een programma maken met internationale ambities is een complexe puzzel. Centrale pijlers blijven natuurlijk artistieke innovatie, originaliteit, esthetiek en techniek. Maar ook marketing, retoriek en structurele partnerschappen spelen een rol.
Op het einde van de dag telt voor mij, voor dansstad Brugge, vooral dit: hoe dragen wij ertoe bij dat artistieke medeburgers via lichaamsbeweging en esthetiek vorm kunnen geven aan onze menselijkheid, aan de verticale as van ons bestaan, van voet op de grond tot de spirituele sfeer boven ons hoofd. De kwaliteit en het aanbod is enorm groot – en wij gaan op zoek naar een unieke Brugse stem voor wie deze dimensie telt.
— Georg Weinand