Ga naar de hoofdcontent
Logo Concertgebouw Brugge
Logo Concertgebouw Brugge

in the spotlight

DRIE VRAGEN AAN DRIE CHOREOGRAFEN

Vlaanderen en Brussel werden een aantrekkingspool voor choreografen wereldwijd, dankzij de zogenaamde ‘Vlaamse golf’ van de jaren ’80. Pioniers als Anne Teresa De Keersmaeker en Wim Vandekeybus zetten ons kleine Belgenlandje op de kaart. Tijd om een nieuwe generatie in the spotlight te plaatsen. We laten drie choreografen aan het woord over ons huidige danslandschap en wat hen begeestert.

 

  • Jan Martens, Belgische choreograaf (°1984)

    Werd bekroond met de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs Noord-Brabant (2014) en de prestigieuze Charlotte Köhlerprijs (2015)? Is creative associate bij deSingel van 2017 tot 2021 en richtte in 2014 het choreografisch platform GRIP op in Antwerpen en Rotterdam
  • Michiel Vandevelde, Belgische danser en choreograaf, ook actief als curator, schrijver en redacteur (°1990)

    Begon zijn danscarrière op jonge leeftijd bij het Leuvense gezelschap fABULEUS, studeerde dans en choreografie aan P.A.R.T.S. (Brussel) en is artist in residence in het Kaaitheater (2017-2021)
  • Lisa Vereertbrugghen, Brusselse choreografe, docent en dramaturge (°1986)

    Doet sinds 2014 onderzoek naar hardcore techno-dansstijlen. Vertoningen van haar werk vonden plaats in of tijdens onder meer MDT (Stockholm), Oktoberdans (BIT, Bergen), Rencontres Chorégraphiques (Parijs), CA2M (Madrid) en STUK (Leuven)

1. Hedendaagse dans floreert in Vlaanderen en Brussel sinds de jaren ‘80, hoe vruchtbaar en inspirerend is het danslandschap er vandaag?

2. Hoe zie je je rol in deze wereld als kunstenaar/choreograaf?

3. Wat is het belang van actualiteit in je werk?

Jan Martens

Michiel Vandevelde

Lisa Vereertbrugghen

1. Hoewel er reeds jarenlang een diversiteit aan stemmen afstudeert aan P.A.R.T.S. zijn er nu ook mogelijkheden voor afstuderende dansers en choreografen van andere opleidingen, wat ik toejuich. Toch vrees ik voor de toekomst. Middelen blijven veel te schaars, de politiek blijft achter en het verkeerde beeld dat
we ‘subsidieslurpers’ zijn, blijft hardnekkig bestaan.
1. Voor mij gaat het danslandschap verder dan de ‘kunstdans’, het strekt zich uit van sociale dansen over kunstdansen tot historische dansen. De dansvorm draagt vele vormen in zich en weet daardoor velen te begeesteren. Kijk naar hoe populair dans is op TikTok of andere media. Dans blijft voor mij dé discipline die de tijdsgeest op een fysieke en directe wijze kan ontsluiten, uitdagen en differentiëren. 1. Er is veel om enthousiast en hoopvol over te zijn. Ik zie echt
een aanzet tot diversificatie en verbreding in programmaties en ondersteuning. Ook de grotere aandacht voor dans die de sensoriële ervaring centraal stelt, maakt me blij. Hetzelfde geldt voor het politieke engagement van sommige makers dat veel verder gaat dan ‘een show maken over een bepaald politiek onderwerp’.
2. Ik vind het belangrijk om de macht die je hebt als veelgevraagd kunstenaar op een goede manier in te zetten, om dingen te veranderen. Onrechtvaardigheid zit in alle lagen van de maatschappij, en dus ook in de kunstensector. Het vergt veel energie om dingen die niet goed lopen aan te passen, en daarom is het voor mezelf soms fijn om mijn overtuigingen en mijn activisme vooral via mijn werk te laten spreken, en niet altijd ernaast ook nog eens op de barricaden te staan. 2. Als kunstenaar probeer ik me bewust te zijn van mijn positie en die ook actief vorm te geven doorheen mijn werk. Ik kan de wereld benaderen vanuit onconventionele, onjournalistieke, onacademische invalshoeken. Het is doorheen die positie-inname dat een werk een extra laag krijgt: die van het politieke. Anderzijds neem ik ook onder meer een sociaal-economische rol op als initiator/werkgever van een project, en een sociale rol omdat ik mensen vraag om samen te komen. 2. In tijden waarin we steeds meer vervreemd lijken van ons lijf, vind ik dans – en bij uitbreiding ook andere kunstvormen – zeer belangrijk. Het tonen van diverse lichamen die complex zijn, dingen voelen en ervaren en in verbinding staan met andere lichamen en hun omgeving is zo waardevol. Mensen zaken laten beleven op een soort van primair, zintuiglijk niveau: dat is onbetaalbaar, en precies wat ik wil bekomen met mijn werk.
3. Ik probeer qua vorm vooral tijdloos werk te maken, niet werk dat meedeint op de esthetische golven van het jaar. Inhoudelijk vormt de actualiteit wel vaak een inspiratie, maar dan veeleer een gevoel dat heerst tijdens een tijdsgewricht dan specifieke feiten. Daarnaast speelt geschiedenis een grote rol, bijvoorbeeld: hoe verhoudt de Black Lives Matter-beweging zich tot de rassenstrijd in het Amerika van de jaren ’50 en ’60? 3. In mijn werk zitten er verschillende lagen, naast een meer vormelijke laag is er altijd een laag die expliciet refereert aan bepaalde vragen die je als ‘actueel’ zou kunnen beschouwen. Ik ben steeds op zoek naar de frictie tussen wat er zich in een kunstruimte – een soort laboratorium eigenlijk – afspeelt en daarbuiten. In Dances of Death benader ik het theater nog prominenter dan anders als plek voor rituelen. 3. Contemporaine issues kleuren mijn kijk op de wereld en uiteraard ook mijn werk. Toch kies ik bewust geen actuele topics. Ik werk zeer lang aan dezelfde vragen en inhouden, maar graaf steeds dieper, of vanuit een ander standpunt. Zo werk ik al 3 jaar aan een specifieke scenografische omgang met geluid, 4 jaar aan een bepaalde ‘sound’ en 6 jaar aan bepaalde dansvragen. Actualiteit komt terug op een abstracter niveau en in de waarden die ik centraal stel in mijn manier van samenwerken.