Toelichting
Rain – herhaling is geen seconde hetzelfde
- Zowel de choreografie als de muziek halen het maximum uit een beperkt aantal middelen, nog eens versterkt door het samengaan van dans en live muziek.
- Rain is is essentieel een groepswerk: elke danser en muzikant heeft een eigen traject maar het is hun samenwerking die het geheel naar een nieuwe dimensie tilt, waarbij er beelden en geluiden ontstaan die niet ‘gepland’ zijn.
Met Rain herneemt Opera Ballet Vlaanderen een klassieker van Anne Teresa De Keersmaeker uit 2001. De voorstelling is een schoolvoorbeeld van hoe je met een beperkt aantal basiselementen een wervelende kaleidoscoop van beweging, beeld en geluid maakt die met elkaar versmelten.
Choreografe Anne Teresa De Keersmaeker:
'Voor acteurs, muzikanten en balletdansers is repertoire heel toegankelijk omwille van de gecodificeerde taal in tekst, partituur of balletvocabulaire. In het veld van de hedendaagse dans gaat het echter over het individueel uitvinden van een eigen taal. Dit is misschien de reden waarom het pad voor vrouwelijke choreografen toegankelijker is geweest. Misschien is het gebrek aan codificatie een geschenk geweest? Misschien is er meer ruimte voor het individu om haar eigen taal te schrijven? Misschien heeft het te maken met het lichaam?'
'Repertoire doorgeven impliceert samenwerking tussen verschillende generaties en de overdracht van kennis. Het is het doorgeven van herinneringen van het ene lichaam aan het andere, van de oorspronkelijke danser aan een nieuwe danser, terwijl er tegelijkertijd nieuwe perspectieven op het materiaal worden gecreëerd. Het roept vragen op: wat is dans als 'une écriture souvereine', een geschrift dat voor zichzelf staat? Hoe wordt hetzelfde bewegingsmateriaal belichaamd door veel verschillende dansers? Welke kwaliteiten worden gewonnen of verloren wanneer het overgaat van de oorspronkelijke uitvinder-danser naar de volgende?'
Componist Steve Reich:
'Ik ben geïnteresseerd in waarneembare processen. Ik wil het proces door de muziek heen kunnen horen. Om gedetailleerd luisteren mogelijk te maken moet een muzikaal proces heel geleidelijk verlopen. Het uitvoeren van en luisteren naar een geleidelijk muzikaal proces lijkt op: een schommel naar achteren trekken, loslaten en kijken hoe hij geleidelijk tot rust komt; een zandloper omdraaien en kijken hoe het zand langzaam door de bodem loopt; je voeten in het zand aan de rand van de oceaan plaatsen en kijken, voelen en luisteren hoe de golven ze geleidelijk begraven.'
Percussionist Tom De Cock:
'Het uitdagendste en het leukste is hetzelfde: concentratie. Technisch of muzikaal is het op zich geen moeilijk stuk: alle muziek van Reich bestaat uit kleine celletjes die altijd maar herhaald worden. Omdat dat zo open en bloot is, hoor je elke fout en verandering, daardoor wordt het een soort van mind game waarbij je jezelf altijd uitdaagt om een uur lang elke seconde op topkwaliteit te blijven spelen. Als je niet in het moment bent, kan je het vergeten. Er is geen dirigent, het is de groep die de eenheid is, maar de groep is maar zo sterk als zijn zwakste schakel.'
'Het leukste aan het stuk is de psycho-akoestiek, namelijk dat je dingen gaat horen die er niet zijn. Als de marimba goed samen zit met de stem klinkt dat bijna als een hammond-orgel. Of je begint bepaalde boventonen te horen die niet echt gezongen worden. En het is ook telkens anders: ik heb het nu al zo’n 200 keer gespeeld, maar je hoort elke keer nieuwe dingen.'
'Dit stuk is telkens anders. Je hoort elke keer weer nieuwe dingen.'
Repetitor Jakub Truszkowski:
'Wat ik interessant en uitdagend vind bij repertoire, is hoe je een werk benadert dat in een specifieke tijdscontext is gecreëerd, met een specifieke groep met hun eigen vaardigheden en karakters. De inzet is om te beslissen wat de essentie van het stuk is, welke kwaliteiten van een bepaalde rol doorgegeven worden en welke kwaliteiten opnieuw uitgevonden kunnen worden door de nieuwe danser.'
'De stukken van Anne Teresa De Keersmaeker zijn structureel en abstract: het gaat over tellen, patronen, formaties. Ik heb altijd erg genoten van het moment waarop je mensen dat abstracte takenpakket ziet beginnen belichamen en vermenselijken. Plotseling is het van hen geworden, alsof het geen vreemd object meer is. Toen we het stuk met Rosas maakten, waren we een groep van tien mensen die samen alle creaties deden, alle tournees, en het werk werd doordrenkt van dat groepsaspect. In een gezelschap als Opera Ballet Vlaanderen werk je met slechts een deel van het ensemble dat elkaar minder goed kent, maar je ziet ze een groep worden, dat is heel mooi om te zien.'
Danser Valeria Marangelli:
'Het meest uitdagende aan het stuk is het uithoudingsvermogen, want vooral in de eerste helft is er constant springen en rennen. Je raakt een uur en acht minuten lang in een soort trance, je bent altijd op het podium. Op één moment van unisono na, in het midden van het stuk, hebben we allemaal verschillende trajecten en veel kruisingen in de ruimte. We moeten ons voortdurend extra bewust zijn van elkaar. Het is een echt groepswerk, je kan het niet doen zonder de steun van alle anderen. Het is heel interessant om de evolutie te zien van ieder die heel fris begint en dan door een moment van uitputting gaat. En het is fijn om te voelen dat de groep elkaar steunt om contact te maken tijdens het stuk.'
'Mijn favoriete deel is het middendeel van het stuk. De muziek wordt erg groovy opzwepend met de maracas, de choreografie wordt intens en vermoeiend, en de muziek tilt ons op en geeft ons de drive om door te gaan en door te zetten, ook al ben ik kapot ...'
'De inzet bij herneming van repertoire is om te beslissen wat de essentie van het stuk is, welke kwaliteiten van een bepaalde rol doorgegeven worden en welke kwaliteiten opnieuw uitgevonden kunnen worden door de nieuwe danser.'
Bronnen:
- Anne Teresa De Keersmaeker, lezing op het symposium Choreographic Legacies: Sustaining and Reviving Dance Repertoire (2024)
- Steve Reich, Music as a gradual process (1968)
- Jakub Truszkowski, Tom De Cock, Valeria Marangelli: interview met auteur Steven De Belder
De instrumenten in Music for 18 musicians spelen allemaal verschillende pulsen met 1, 2, 3, 4, 6 of 12 tellen per maat. Als luisteraar ga je op elk moment bewust of onbewust één van die pulsen ervaren als de dominant waarop de andere variëren. Iedereen ervaart het stuk anders.