Toelichting
- Mechaniek, mechanisme en machine fungeren in beide stukken als inspiratiebron.
Zo verschillend en toch zo passend
‘Deze twee horen samen’, vertelde iemand uit het publiek na de première van de double bill New Ballet mécanique / Half Life. Nochtans speelde Half Life eerder al. In seizoen 21-22 bracht deze voorstelling het publiek zodanig in trance, dat men besloot Half Life terug te brengen naar de scène. Deze keer in combinatie met de nieuwe creatie New Ballet mécanique van choreograaf Richard Siegal. Beide dansvoorstellingen trachten hedendaagse en klassieke dans samen te brengen, allebei geïnspireerd door iets machinaals, maar zonder een zekere speelsheid uit het oog te verliezen.
Mechaniek & het mechanische als inspiratie
Choreograaf Richard Siegal danste lange tijd met en bij William Forsythe. De choreografieën van die laatste kenmerken zich door hoekige bewegingen en niet-klassieke dansposities die dansers letterlijk uit balans brengen. Ballet, en meer bepaald zijn regels, vormen het beginpunt van zijn choreografieën, waarna hij deze tot het extreme ombuigt. De invloed van Forsythe is duidelijk te merken in Siegals stijl. Siegal benadert ballet vanuit een hedendaags perspectief via verschillende kunstvormen en gaat zo op zoek naar de relevantie van ballet in de 21e eeuw. Net als Forsythe is Siegal gefascineerd door het mechanisme achter de ballettechniek. Specifiek voor New Ballet mécanique was dit de pointestechniek, die voor hem de bewegingsmogelijkheden van het danserslichaam (uit)vergroten. Het was voor Siegal een jongensdroom om te werken met de Zwitserse (geluids)kunstenaar Zimoun, die met dit werk voor het eerst een creatie maakt binnen een theatercontext. Samen leidde dit tot een herdenking van Ballet mécanique, een dadaïstische post-kubistische film uit 1924. Zimouns abstracte decor voert het leidende woord in deze dansvoorstelling, waarin de dansers proberen de aandacht over te nemen.
Machine als muze
Waar Siegal een geweldige fascinatie heeft voor de mechaniek van de danstechniek en het mechanische karakter van het decor, vinden we een soortgelijke verwondering voor het machinale bij Half Life, weliswaar op een geheel andere manier. De Israëlische choreografe en danseres Sharon Eyal was lange tijd verbonden met de Batsheva Dance Company. Deze danservaringen hebben haar stijl sterk gevormd. De invloed van Ohad Naharin, de oprichter van Batsheva Dance Company, en en diens dansstijl ‘gaga’ is dan ook niet te onderschatten.
Meer een danstaal dan danstechniek, baseert gaga zich op de lichamelijke ervaring van de dansers aan de hand van improvisatie en is het een tegenreactie op de sterke codificatie in dans. Zowel de dansstijl van Siegal als Eyal hebben dus een sterke relatie met de dansregels, maar waar de ene er het extreme in opzoekt, zet de andere zich er krachtig tegen af. De vloeiende bewegingen van de Half Life-dansers die extreem gelijk zijn, schetsen het beeld van een groep mensen die als een geoliede machine ongenadig doorgaat op de constante technobeat. Een mensenorganisme dat zich unisono voortbeweegt, en waaraan een enkeling probeert te ontsnappen. New Ballet mécanique speelt met levensgrote mechanische voorwerpen waarmee de dansers als poppen interageren. Half Life toont een groep individuele mensen die versmelten tot één machinaal geheel, waarbij ieder zijn individualiteit lijkt te verliezen door het ritme van de groep en de voortdurende technobeat.
Dreunende dozen & technoclub
Hoewel de aanpak heel verschillend is, neemt de soundscape bij beide werken een centrale plek in. In New Ballet mécanique wordt de soundscape gecreëerd vanuit het decor: blauwe olievaten, kartonnen dozen en spitzen. Object en mens interageren met elkaar en zorgen zo voor de soundscape. Van muziek in de vorm van een lied is er geen sprake. Gedreun van decor, getrippel van pointes en geruis van voorwerpen is het enige wat ons aangeboden wordt. Dans, muziek en beeldende kunst staan eerder naast elkaar. Elk hebben ze hun eigen leven en laten ze ons aan de desoriëntatie over. De verwarring en vervreemding die de film Ballet mécanique teweegbrengt, ervaren we evenzeer bij Siegals voorstelling.
Op deze verwarring volgt dan de trance opgewekt door de technobeats van Ori Lichtik, een van de grondleggers van de technoscene in Tel Aviv. Eyal en Lichtik werken al jarenlang samen. De choreografie van Half Life, waarbij muziek en dans intens verstrengeld zijn, is het resultaat van een gelijktijdige creatie tussen choreograferen en musiceren. Het resultaat is een dynamische scène, waarbij de muziek enerzijds een stabiele gearticuleerde beat volgt, maar anderzijds een complexiteit bevat die een nuance geeft aan de soundscape. Die nuance zorgt ervoor dat je veranderingen amper opmerkt. Dans en muziek evolueren samen. Je lichaam wiegt zachtjes mee op de impulsen, je waant je in een technoclub.
New Ballet méchanique / Half Life zijn geheel verschillend, het eerste deel laat je verward achter, het tweede stuk zuigt je mee in een trance. Toch voelt het voor het publiek alsof beide creaties samenhoren. Beide werken laten virtuositeit zien, elk op hun eigen manier, met hun eigen danstaal en soundscape.
De Zendelingen
Beluister alvast de titelsong van de voorstelling, die Ori Lichtik speciaal voor de choreografie van Sharon Eyal schreef.
New Ballet mechanique is een herdenking van de dadaïstische post-kubistische film Ballet mécanique (1924) van Dudley Murphy en Fernand Léger. De film wordt als een van de eerste meesterwerken uit de experimentele cinema beschouwd.