Toelichting
- Hoewel de voorstelling een somber politiek thema heeft, maakte Orlin er toch een uitbundige voorstelling van, in een feestelijke atmosfeer en met swingende bewegingen en ritmische muziek.
Een politiek geladen pistool
In haar voorstelling We wear our wheels with pride and slap your streets with color ... we said 'bonjour' to satan in 1820 ..., laat Robyn Orlin haar herinneringen aan haar jeugd in Zuid-Afrika tot leven komen. Als klein meisje stond ze versteld door de pracht van de Zoeloes in Durban die riksja’s, tweewielige persoonskarretjes, voorttrokken. Voor de zesjarige Robyn leken het engelen die vol trots imposante, kleurrijke wagentjes bestuurden. Het verhaal is natuurlijk complexer dan dat. Onderaan de sociale ladder van het apartheidsregime in het 20e-eeuwse Zuid-Afrika hadden de jonge Zoeloe-mannen weinig andere mogelijkheden dan dit zware werk voor een hongerloon. De bestuurders van de riksja’s vervoerden witte mensen, vanuit een onmiskenbaar ondergeschikte positie. De term houdt niet voor niets in sommige vertalingen verband met het woord voor paard, de riksjabestuurders werden op parallelle wijze behandeld.
Robyn Orlin werkt in haar sociaal geëngageerde voorstellingen steevast met politieke thema’s die vertrekken vanuit de koloniale geschiedenis van haar geboorteland. Ze zet performance in als platform om te provoceren en te confronteren. Voor Orlin is het een noodzaak deze kans tot politiek verzet te grijpen. Terugkerende onderwerpen in deze context die ze inzet in haar voorstellingen zijn identiteit, cultuur en geschiedenis. Deze geschiedenis staat echter steevast in verhouding tot het heden, haar werk blijft ook vandaag relevant. Haar werk werd voordien al beschreven als een ‘geladen pistool’, Robyn Orlin is niet bang voor moeilijke thematieken.
Een persoonlijke blik
Ondanks de sombere politieke context van de voorstelling is We wear ... allesbehalve neerslachtig. De acht kleurrijke performers creëren een feestelijke atmosfeer in de ruimte door middel van swingende bewegingen en ritmische muziek. Orlin kiest er bewust voor om deze uitgelaten sfeer neer te zetten tijdens haar performance, omdat ze hiermee een hommage wil brengen aan de indrukwekkende veerkracht en volharding van de zwarte riksjabestuurders. Vertrekkend vanuit haar impressies als kind focust ze op de schoonheid en de trots die rond de figuren hing. De zwarte jongemannen verzetten zich tegen de uitbuiting en vernedering door hun kracht en eigenwaarde uit te stralen wanneer ze door de straten liepen. Deze mannen, die ze aanschouwde als engelachtige figuren, lieten zo een sterke indruk na op Orlin dat ze hun trots levend wil houden via de performance. Vanuit haar persoonlijke beleving en verhalenwereld laat ze de complexiteit van de situatie op de toeschouwer neerdalen. Deze persoonlijke dimensie vormt een rode draad in het werk van Orlin, waar ze vertrekt vanuit haar directe omgeving.
Performance als archief
Tijdens de onderzoeksfase van het creatieproces van We wear our wheels with pride and slap your streets with color … werd ook duidelijk dat er maar weinig informatie te vinden is over de riksjabestuurders in Durban. Dit vormde een extra drijfveer om een performance te creëren over dit onderwerp. Op deze manier draagt de performance bij aan de geschiedschrijving over de Zoeloes. Omdat het stuk geschreven werd tijdens de lockdown in Johannesburg, was het moeilijk op zoek te gaan naar mensen met interessante verhalen in Durban. Daarom waren naast Orbins herinneringen en de informatie die ze vonden uit het riksjamuseum ook de dansers zelf een belangrijke bron van informatie. De dansers maken deel uit van het Zuid-Afrikaanse dansgezelschap Moving into Dance Mophatong. Enkele van hen zijn zelf Zoeloes en ontdekten dat sommige van hun familieleden riksjabestuurders waren die deelnamen aan de rituelen. Door deze verhalen en herinneringen op scène te brengen wil Orbin een hommage brengen aan deze mensen en hun rituelen. Ze wil de helden vanuit het koloniale verleden eren: wie ze waren en wat deden ze en hoe kunnen we de herinneringen aan hen in leven houden. Orbin zet deze mensen niet neer als slachtoffers en laat de ongelijkheid minimaal aan bod komen tijdens de performance. Zo trekt ze het verzet tegen de vernedering van de Zoeloes door. De artistieke archivering maakt deze gebeurtenissen ‘echt’ deel van de geschiedenis.
Kleurrijke kostuums
De kostuums in de voorstelling zijn geïnspireerd op Orbins kleurrijke impressie van de riksjabestuurders. De kostuums zijn eerder een moderne adaptatie van hun klederdracht dan een recreatie. De moderne interpretaties van de oorspronkelijke hoofdtooien werden bijvoorbeeld gemaakt met fietshelmen en kleurrijke stoffen uit Johannesburg.
Dans als collectieve ervaring
In bijna heel haar repertoire maakt Robyn Orbin korte metten met de vierde wand. Het liefste vermengt ze dansers en publiek on stage om een collectieve danservaring te creëren. Omdat de voorstelling in première ging tijdens de coronapandemie moest ze hier echter een alternatief voor bedenken. Via het ritme en de muziek wil ze haar publiek dichter bij de dans brengen. Daarnaast gebruikt ze ook video in realtime om de energie van de dansers in de ruimte te versterken. Dit multimediale is een element dat terugkeert in het meeste van Orbins werk.
De Zendelingen