Dit seizoen breekt het Concertgebouw nadrukkelijk uit naar de stad met het nieuwe festival Gold. In Brugse kerken, kapellen en straten – en uiteraard ook in de Concertzaal – galmt de prachtige polyfonie die te horen was in de tijd dat ook de onschatbare schilderijen van de Vlaamse Primitieven gemaakt werden. Brugge had een reputatie hoog te houden. De ongelooflijke welvaart door handel en bankwezen lokte de beste kunstenaars van de middeleeuwen naar de stad, een ware gouden eeuw. Bij het samenstellen van het programma speelde dan ook een unieke factor: de originele locaties. De eerste festivaleditie vertelt het verhaal van Donaas De Moor (?-1483) en zijn tweede vrouw Adriane de Vos (?-1509).
Als inwoners van de Brugse Jakobsparochie financierden Donaas De Moor en zijn vrouw Adriane mee de gotische uitbreiding van de Sint-Jakobskerk en schonken ze belangrijke elementen van het interieur. Ze kochten de koorbanken, later vernietigd in de Beeldenstorm. Ze betaalden ook voor het hoofdaltaar met een Kruisafneming van Hugo van der Goes en voor een familiekapel (nu bergruimte) met op het altaar de Bewening van de Meester van de Sint-Lucialegende, te zien in het Madrileense Museo Thyssen-Bornemisza, alles bij elkaar een extreem kostbare donatie. Speciaal op dat schilderij laat het kinderloze echtpaar zich van zijn rijkste kant zien: links knielt Donaas in gesofisticeerd zwart, terwijl Adriane rechts devoot voor zich uit staart, haar hals elegant gekaderd met peperduur rood eekhoornbont.
De familie De Moor zat al vanaf 1296 in het bestuur van de machtige Brugse Vrije, het wijde gebied rond de stad. Zelf was de bontwerker dankzij een uitgebreid netwerk gedurende 20 jaar voortdurend schepen, burgemeester, adviseur of penningmeester van de stad. Hij leende geld aan Karel de Stoute, werd bestuurder van het Sint-Janshospitaal dankzij zijn vriend Pieter Bladelin – in diens ‘Hof’ zat toen de Medici-bank –, en liet als voogd van het Sint- Juliaansziekenhuis in de Boeveriestraat dertien godshuisjes bouwen. De huisjes staan er nog steeds, het meest tastbare spoor van De Moor in Brugge. Hier vonden arbeidsongeschikte of oude timmerlieden, metselaars en kuipers een thuis, evenals enkele broeders van Sint-Juliaan.
Op het einde van zijn leven viel Donaas de Moor echter uit de gratie en hij werd om politieke redenen verbannen uit de stad. Na zijn overlijden, en nadat ze een speciale vergoeding had betaald om haar man binnen Brugge te mogen begraven, bestelde zijn weduwe Adriane twee missen bij Jacob Obrecht. Een voor zichzelf (al is die Adrianus-mis niet meer te plaatsen) en de Missa de Sancto Donatiano, bewaard in handschriften in het Duitse Jena en in het Vaticaan. Obrecht nam als componist zelden genoegen met een vernuftige zetting van de mistekst, en ook in dit geval zocht hij elders inspiratie. Hij knipoogde naar een beroemde mis van Ockeghem en verwerkte allerlei melodieën gelinkt aan de heilige Donatianus, de stad Brugge en zelfs heel specifiek aan Donaas’ goede werken. In Adrianes testament lezen we vrij precies hoe de mis moet zijn uitgevoerd: op de feestdag van Sint-Donaas, met constant klokgelui op de achtergrond, een diaken plus subdiaken, groot orgel en minstens zes zangers … en dat om zeven uur ’s ochtends. Aan The Tallis Scholars om dit op een (hopelijk) mooie lenteavond (do 10 mei 2018) over te doen, op slechts enkele passen van de originele locatie. Only in Bruges!
Het metropolitische karakter van Brugge betekende een belangrijke stimulans voor het muziekleven. De vraag naar muziek was groot, en ook vreemde naties en de rijke hoofse entourage fungeerden als mecenas. Musici reisden al dan niet in het zog van hun broodheer, bijvoorbeeld tijdens vredesonderhandelingen, maar evengoed in hun zoektocht naar goede musici.
Antonius Busnois en Jean Richafort vestigden zich in de stad, en Adriaen Willaert kwam op bezoek, wat onder meer leidde tot het motet Laus tibi sacra rubens voor het Heilig Bloed (op de pupiter bij het Huelgas Ensemble op za 12 mei 2018) en de eerste madrigalen in het Liedboek van Van Male. Andere componisten met een betaalde post in Brugge en meer specifiek het Donaaskapittel waren Gilles Binchois, Lupus Hellinck en Guillaume Dufay. Ook Jacob Obrecht was nauw vervlochten met de stad en de kerk. Psallentes zingt zijn Missa de Sancto Martino, waarmee Donaaszanger Pierre Basin in feite zijn relatie met een vrouw afkocht.
De kunstige klanken van Obrecht klonken als soundtrack bij het sociale leven van de happy few. En kunstenaars als Hans Memling hoorden daar nadrukkelijk bij. ‘Zie hem maar als de Damien Hirst van de 15e eeuw,’ vindt Ruud Priem, directeur van het Hospitaalmuseum. ‘Steeds bewoog hij in de juiste kringen om direct of via via de bovenlaag te bedienen. Denk aan al die superrijke buitenlandse handelaren.’
Eén Memling springt er speciaal uit: het diptiek van Maarten van Nieuwenhove, net als Obrechts Donaasmis uit 1487. Priem: ‘Het is een politiek werk. De jonge Maarten zit niet alleen pal naast Maria en Jezus, hij laat zich ook afbeelden met de Poertoren aan het Minnewater. Zo’n ambitieus machtssymbool kon niet luider spreken.’
Epicentrum van Gold is de Burg. Hera Van Sande van Archipel vzw leerde de plek als project-architect naast Toyo Ito kennen als geen ander. ‘Ito’s cirkelvormige waterpartij verwees naar de oorspronkelijke centraalbouw van de Donaaskerk. De richting van het paviljoen liep parallel met de verdwenen kathedraal. Het paviljoen verbindt met wat onder de grond ligt, wat niet zichtbaar is. Een mooie daad van respect en waardering voor het verleden ’
VR 11 MEI 2018
Psallentes
Obrecht. Missa de Sancto Martino
In samenwerking met de kerkraad
van de Onze-Lieve-Vrouwekerk
MA 07 – ZO 13 MEI 2018
Handmade in Brugge
Kabinetexpo Meester
van de Heilige Lucialegende
In samenwerking met Musea Brugge
ZO 13 MEI 2018
De lokroep van de muze
Architectuurlezing
In samenwerking met Archipel
Wat als de Burg weer een kerkplein werd? En wat als die kerk niet uit stenen bestond, maar uit klank? Seizoenscomponist Frederik Neyrinck gaat in Take Out Obrecht de uitdaging aan en verdraait, vergroot en vervreemdt Obrechts mis tot een nieuw werk voor solisten, ensembles, orkesten en koren uit regio Brugge.
Bianca Van Roosbroeck van Musica vertelt hoe dat werkt: ‘Onze tactiek om de hele stad over te nemen is simpel: gewoon doen. Ons leger enthousiaste musici gaat bezoekers van Brugge overal verrassen met muziek, binnen én buiten. Nieuwe muziek dus, en werken met een levende componist is voor iedereen een buitenkans. Van zo’n avontuur krijg je zin om het vertrouwde eens te verlaten, die passie ga je voelen.’
De finale van Take Out Obrecht vindt plaats op de Burg, met iedereen samen. Mét een onzichtbare speler die toch niemand zal kunnen missen. ‘Ik kan vanaf mijn prominente plek niet anders dan over het landschap heen spelen,’ aldus Brugges nieuwe stadsbeiaardier. Wim Berteloot kent Neyrinck nog van een project in Menen. ‘Dat was een mooie samenwerking, hij wilde precies weten hoe voor beiaard te schrijven. Ik vind het bijzonder als een hedendaagse componist voor mijn instrument schrijft.’
— Albert Edelman, met dank aan Nele Gabriëls
De context:
Toen Jacob Obrecht in de late 15e eeuw op de Brugse kasseien rondwandelde, beleefde Vlaanderen en bij uitstek Brugge een ware gouden eeuw, dankzij de handel en lakennijverheid. De bloei van de stad had een positief effect op de kunstproductie, die eveneens uit zijn voegen barstte, zowel op het vlak van schilderkunst met de Vlaamse Primitieven, als in de architectuur en de muziek, met de Vlaamse polyfonisten.
De componist:
Jacob Obrecht was een van de grote Vlaamse polyfonisten. Hij studeerde eigenlijk theologie en bekleedde tijdens zijn leven verschillende posten als zangleraar en kapelmeester in enkele Vlaamse en Italiaanse steden. Hoewel hij vasthield aan de polyfonie uit de late renaissance, slaagde hij er toch in om vernieuwende muziek te componeren.
De muziek:
Obrecht schreef zijn Missa de Sancto Donatiano in opdracht van de weduwe van Donaas De Moor om jaarlijks bij diens graf te laten zingen. Obrecht verwijst in dit wonderlijke meesterwerk naar het leven van de overledene én hij verwerkt verschillende liederen in de mis, waarvan één zelfs in het Nederlands!
MA 07 MEI 2018
Jacob Obrecht. Topmusicus
in het 15e-eeuwse Brugge
Luistercursus
Samen met zijn ensemble Psallentes geeft
Hendrik Vanden Abeele toelichting bij
Jacob Obrecht.
DO 10 – ZA 12 MEI 2018
Obrechtwandeling
In het voetspoor van de muziek
Stap mee in de voetsporen van onze
topstukcomponist en ontdek de
geschiedenis achter de Brugse gevels.
DO 10 MEI 2018
The Tallis Scholars
Obrecht. Missa de Sancto Donatiano
Een wonderlijk meesterwerk uitgevoerd
op de plek van de creatie, meer dan vijf
eeuwen later.
VR 11 MEI 2018
Psallentes
Obrecht. Missa de Sancto Martino
Een unieke kans om werk van Jacob
Obrecht en Hans Memling te ontdekken,
want op het programma staat naast een
mis van Obrecht ook een mini-rondleiding
in het Sint-Janshospitaal.
ZA 12 MEI 2018
Take Out Obrecht
Concertparcours met
Frederik Neyrinck
Seizoenscomponist Frederik Neyrinck laat
de Donaaskathedraal steen voor muzikale
steen herrijzen.
In samenwerking met Musica