![Dit was 'Belletje Track'](https://www.concertgebouw.be/media/cache/content_image_510_383/media/articlepage/image/belletje_track_aftermovie.jpg)
‘Ik ben een bruggenbouwer.’
In de zomer van 2022 lanceerde het Concertgebouw een vacature voor een ‘outreach-medewerker’. Wat doet zo iemand precies?
Met die vacature neemt het Concertgebouw eigenlijk een maatschappelijke verantwoordelijkheid op: het wil een open huis zijn voor iedereen, en dus koos de organisatie er heel bewust voor om iemand te zoeken die letterlijk de poorten kon opengooien. We treden actief naar buiten, op zoek naar nieuwe partners, nieuwe doelgroepen, nieuwe netwerken in Brugge en ver daarbuiten. Dat gebeurde natuurlijk al, maar ik kan me daar in mijn job nu exclusief op toeleggen.
Wat maakte dat jij solliciteerde voor die job?
De vacature was compleet aan me voorbijgegaan tot iemand me er een week voor afsluiten op wees dat ze mij zochten (lacht). Ze zochten een ‘bruggenbouwer’, en dat ben ik. Tegelijk had ik geen ervaring met de cultuursector en was ik tot dan toe vooral in Oostende actief. Brugge en het Concertgebouw waren grote onbekenden. Ik had totaal geen verwachtingen van het gesprek waarop ik werd uitgenodigd, maar ik kwam met een grote nieuwsgierigheid. Ik ben mijn enthousiaste zelf geweest en heb duidelijk meegegeven dat ik openstond voor nieuwe uitdagingen.
Nieuwe uitdagingen zijn jou als ex-nieuwkomer natuurlijk niet vreemd.
Klopt. Toen ik dertien jaar geleden in België neerstreek, wilde ik graag snel de taal leren. Ik greep alle kansen om mijn Nederlands te verbeteren. Zo nam ik in 2017 in mijn nieuwe thuisstad Oostende deel aan een participatief theaterproject bij TAZ (Theater Aan Zee). Het is fantastisch dat ik – die de ‘bril’ van de nieuwkomer ook op mijn neus heb gehad – nu mee zulke verbindende projecten mag opzetten. Ik denk dat ik met mijn ervaring vrij goed kan inschatten welke twijfels of drempels mensen ervaren én hoe we die misschien kunnen wegnemen. Die mensen die jij hier ‘binnenleidt’, zijn voor alle duidelijkheid niet enkel nieuwkomers? Neen, ook personen met een beperking, in eenzaamheid of kansarmoede neem ik op sleeptouw. Ik probeer bij elke groep telkens wat mensen te betrekken die het hier al een beetje kennen. Zo worden mensen zelf ‘kleine ambassadeurtjes’ van het Concertgebouw. We hanteren zo consequent mogelijk het Nederlands als voertaal. Genieten, ontmoeten en bijleren gaan zo mooi samen.
Hoe krijg je mensen zo ver om hier binnen te stappen?
Mijn sterkte is doen. Ik ga naar buiten en ik spreek mensen aan, soms lukraak, maar meestal ga ik langs bij ‘sleutelfiguren’ van bepaalde groepen of organisaties. Ik vraag mensen: ‘ken je het Concertgebouw?’ De meesten kennen het maar zijn er nog nooit binnen geweest. ‘Dat is voor chique mensen’, hoor ik vaak. En dan vraag ik verder: ‘waarom denk je dat, als je nooit binnen bent geweest?’ Het is herkenbaar natuurlijk, ik was ook onder de indruk toen ik hier voor het eerst binnenstapte. Maar dan ben ik er dus om hen wat duwtjes te geven. Als ik mensen uitnodig voor een voorstelling, dan verwelkom ik hen aan de deur als echte vips. Ik toon hen de vestiaire, ik geef kort uitleg over het programma en haal er collega’s of bekenden bij die toevallig passeren. Wie nog eens terugkomt, herkent dan meteen bepaalde gezichten en voelt zich sneller thuis. Want daar draait het om, die sense of belonging ervaren: ook ik hoor erbij en heb hier een plaats.
‘Elke mens heeft nood aan gehoord, gezien, erkend worden. In mijn dagelijkse leven probeer ik dat ook uit te stralen, al is het maar met een knikje of een zwaai.’
Loop je soms ook tegen bepaalde moeilijkheden aan?
Ik krijg heel veel vragen van mensen en organisaties, en noteer al die ideeën, maar ik heb niet altijd het mandaat of de slagkracht om beslissingen te nemen. Het Concertgebouw is een grote organisatie en nieuwe initiatieven ingang laten vinden, vraagt tijd. Maar ik laat nooit na om zaadjes te planten, bij collega’s of extern. De financiële drempel waar mensen vaak op botsen, is er een die ik zelf niet altijd kan wegnemen, en dat is frustrerend. De UiTPAS met kansentarief vangt dat gelukkig al wat op. We hebben hier ook de neiging om ons artistiek programma op te stellen vanuit een westerse blik, waardoor mensen met een andere blik zich minder of niet aangesproken voelen. Dat was het mooie aan een project als Songs with roots, waarin echt gedacht werd vanuit andere culturen. En hebben we dan voorstellingen als Sona Jobarteh of Untold die geënt zijn op Afrikaanse of Chinese tradities, dan komen die niet altijd terecht bij mensen die zich aangesproken zouden kunnen voelen. Anderzijds nam ik laatst mensen uit Afghanistan en Kameroen mee naar een barokconcert. Ze snapten niets van de woorden, maar Händels muziek kwam binnen, ‘alsof hun ziel geraakt was’. Zo verbindend kan muziek dus zijn.
Staat jouw verbindingsknop ooit af?
Bijna nooit. Ik werk hier heel graag, omringd door warme collega’s, in een open omgeving waar veel aandacht is voor welzijn. Mijn sense of belonging is groot, en die wil ik maximaal uitdragen, naar mensen die ons nog niet (goed) kennen, maar ook naar partners voor een potentiële samenwerking. Dus ja, mijn smartphone is zowat vergroeid met mijn hand omdat ik via foto’s en filmpjes op mijn sociale media het Concertgebouw dichterbij wil brengen. Ik verbind ook mensen met andere organisaties en deel graag mijn kennis met anderen. In ons project Becoming met Sídhe wordt elke sessie weer duidelijk hoeveel nood elke mens heeft aan gehoord, gezien, erkend worden. In mijn dagelijkse leven probeer ik dat ook uit te stralen, al is het maar met een knikje of een zwaai.
Je job geeft je duidelijk veel voldoening. Wanneer is een project voor jou geslaagd?
Ik ben heel blij als ik merk dat mensen hier na een project of voorstelling zélf terugkeren. En natuurlijk blijven veel ontmoetingen en verhalen me bij. Ik denk aan
de veerkracht van de deelnemers van The Scratch Band of de Palestijnse Maqluba die forfait gaf voor LifeStream nadat hij bericht had gekregen dat zijn broer was omgekomen in Gaza. Maar hij sloot terug aan – dankzij de enorme samenhorigheid binnen de groep – en kwam vanuit het opvangcentrum in Sijsele met de bus naar hier, met een grote pot eten voor ons allemaal. Heel ontroerend. We blijven dikwijls contact houden met mensen via WhatsApp-groepen, en sommige deelnemers zijn echt mijn vrienden geworden. Wat me ook heel gelukkig maakt: mensen die me aan mijn mouw trekken als ze mij zien rondlopen met ‘mijn’ groep. Spreek me vooral aan, dan stel ik je voor aan boeiende mensen.