![Conversatie met Li Li Chong](https://www.concertgebouw.be/media/cache/content_image_510_383/media/articlepage/image/lili-chong-concertgebouw-1.png)
Eva Peeters: Als je naar oude tradities kijkt, dan zie je dat daar telkens een groep van ‘elders’ of ‘ouderen’ aanwezig was: degenen die de wijsheid droegen en daardoor jongere mensen konden begeleiden op hun weg. Bij alle belangrijke overgangsrituelen speelden zij een rol. Zij vertegenwoordigden de collectieve kennis en wijsheid.
Kathleen Melis: Vandaag merken we dat veel ouders graag ‘iets’ zouden willen doen rond de overgang van hun kind naar volwassenheid, maar niet goed weten wat of hoe. Dat komt omdat wij, als ouders, die overgang ook niet echt op een rituele manier beleefd hebben toen we zelf nog jong waren. Dat deed ons de vraag stellen: hébben wij die overgang wel echt gemaakt? Zijn wij helemaal volwassen geworden?
Eva Peeters: Dat gaat zeker niet altijd over grote dingen. Om een onnozel voorbeeld te geven: ik heb lang niet met de auto kunnen rijden, omdat ik het gevoel had dat het iets voor ‘volwassenen’ was.
Kathleen Melis: En ik ben lang verbaasd gebleven, telkens als er iemand me aansprak met ‘mevrouw’ (lacht)! Al bij al niet zo verwonderlijk, eigenlijk, in een cultuur die jeugdigheid zo hoog in het vaandel draagt.
Eva Peeters: Die vraag wilden we dus stellen aan ouders, of aan eenieder die zich verbonden voelt met een jongere: welke stappen hebben we zelf nog te zetten op weg naar volwassenheid? Welke rituelen hebben we gemist om die overgang te markeren? Daaruit volgde de tweede vraag: welke wijsheden willen we vanuit die positie als volwassene graag doorgeven aan onze jongeren?
'Welke wijsheden willen we vanuit onze positie als volwassene graag doorgeven aan onze jongeren?'
Eva Peeters: Het waren geen gewone gesprekken, maar deelcirkels. Dat voelt anders. Je neemt het woord, je laat komen wat je wil delen. De anderen reageren niet, maar ontvangen het wel: ze zijn getuige. Daarna kan iemand anders iets delen en zo gaat het verder. Heel spontaan. We deelden rond vier thema’s: hart, lichaam, geest en ziel.
Kathleen Melis: er kwamen best heftige dingen naar boven in die cirkels. Schaamte was als thema bijvoorbeeld sterk aanwezig. Dat trof me. Schaamte over het lichaam, maar ook schaamte over mislukkingen of de angst om ‘te veel’ te zijn. Daar willen we zeker iets mee doen.
Eva Peeters: er waren in die deelcirkels ook heel wat mensen die niet per se zelf ouder zijn van een kind, maar zich wel verbonden voelen met kinderen uit hun omgeving: buren, grootouders, peters en meters, leerkrachten … Dat vonden we bijzonder mooi. Oude rituelen gaan precies over die verbinding met een gemeenschap. ‘Je staat niet alleen, je wordt gedragen door een heleboel mensen’, zegt zo’n ritueel. Vandaag hebben we als ouder het gevoel dat we alles alleen moeten dragen, net omdat de gemeenschap niet meer zo hecht is als vroeger. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Onze kinderen mogen ook wijsheid vinden bij anderen.
Kathleen Melis: De gesprekken met de ‘elders’ leverden ons de inhoudelijke bouwstenen. Eén van de dingen die goed voelde bij Brewing beginnings, ons project tijdens het vorige seizoen, was om eerst met een kleine groep te oogsten wat er leefde en vandaaruit het ritueel op te bouwen. Dat hebben we meegenomen. Op die manier wordt het geen ‘topdown’-gebeuren, maar kan het van onderuit ontstaan.
Eva Peeters: We wilden een ritueel maken dat verbindend en transformerend is, zowel voor de kinderen als voor de ouderen. Best uitdagend! Maar we wisten al vrij vroeg dat we wilden werken met een … labyrint. Door een labyrint lopen is een bizarre, vaak grappige ervaring: je stapt en na een tijd heb je het gevoel dat je het midden van de cirkel al dicht genaderd bent. Maar dan leidt het pad je plots weer helemaal naar de buitenkant van de cirkel en lijkt het alsof je helemaal opnieuw moet beginnen. Pas na die ‘omweg’ kom je uiteindelijk aan in het midden, de kern, die symbool staat voor je eigen kern. Daarna leidt het pad je weer terug uit het labyrint.
'Je hoeft het kind in jezelf niet te verbannen: spelen hoort óók bij volwassen zijn.'
Eva Peeters: Nee (lacht). Voor zoiets zou je meer tijd moeten kunnen doorbrengen met een groep. Maar het is wel interessant. Eigenlijk zegt een gemeenschap zo: ‘we hebben er vertrouwen in dat jullie dit kunnen, jullie zullen dit overleven’. Natuurlijk ziet onze wereld er helemaal anders uit, maar iets uit die boodschap spreekt me wel aan. We proberen als ouder onze kinderen zo goed mogelijk te beschermen en hen te behoeden voor allerlei gevaren. Maar indirect geven we hen de boodschap: deze wereld is zo moeilijk, ik denk dat je het niet gaat kunnen zonder mijn hulp. Net daardoor wordt het voor jongeren moeilijk om écht volwassen te worden.
Kathleen Melis: In het Concertgebouw willen we vooral ook het speelse element van coming of age benadrukken. Veel ‘elders’ vertelden ons hoe erg ze het vonden om hun innerlijke kind te moeten achterlaten. Wij willen in ons ritueel juist ruimte maken voor dat aspect. Je hoeft het kind in jezelf niet te verbannen: spelen hoort óók bij volwassen zijn.
Eva Peeters: Bewust vertragen. Een ritueel creëren in je eentje, thuis, is niet evident, net omdat de gemeenschap er zo’n belangrijke rol in speelt. Maar het gevoel van stilstaan, even uit de voortrollende tijd stappen om een bepaalde overgang te markeren: dat kan je wel meenemen.
Annemarie Peeters
Via een wandelrite doorheen het Concertgebouw vieren we de overgang naar volwassenheid. Je daalt af langs de Lantaarntoren helemaal tot in de buik van het gebouw, de Kamermuziekzaal. Je doorloopt verschillende stadia van verandering en groei in een fascinerend labyrint van inwijding tot volle wasdom. Voor kinderen tussen 10 en 12 en hun naasten, én voor volwassenen die deze rite graag willen beleven.