Anne Teresa De Keersmaeker: ‘De opnames van Glenn Gould die we beluisterden tijdens het maken van Rosas danst Rosas in de vroege jaren '80.’
Pavel Kolesnikov: ‘Ik herinner me de opnames van Glenn Gould uit 1981. Ik was heel erg jong toen. Ik denk dat het mijn vroegste levendige muzikale ervaring was – of toch de eerste die ik bewust beleefde. Ik was gebiologeerd, het was een soort magie die afweek van alles wat ik daarvoor had gehoord.’
Anne Teresa De Keersmaeker: ‘Dit is mijn zesde afspraak met Bach, na Toccata, Zeitung, Partita 2, Mitten wir im Leben sind/Bach6Cellosuiten, Zeitigung en de Zes Brandenburgse concerten. Voor mij is Bach gewoon een unicum in de geschiedenis van de westerse muziek. Om het met de woorden van Gustav Leonhardt te zeggen: de Goldbergvariaties hebben de rijkdom en onuitputtelijke variatie van een heuse muzikale kosmos die de orde van deze wereld lijkt te weerspiegelen. Bach is gewoon de beste muziek.’
Pavel Kolesnikov: ‘Een band impliceert interactie. Maar zo werkt het eigenlijk niet met Bach. Zijn muziek is zo gecomponeerd dat het onvermijdelijk en altijd eindeloos veel groter is dan de uitvoerder, dan wij zelf. Ik veronderstel dat zowat elke muzikant zich bewust is van de onverklaarbare kracht van Bachs muziek – en er misschien ook ontzag voor heeft. Ik speel zijn werk al sinds ik met piano begon, maar ik bracht het – enkele zeldzame uitzonderingen niet te na gesproken – nooit op een podium. Ik voel dat de zoektocht naar de juiste sound en expressie van zijn muziek tijd, geduld, en onbaatzuchtigheid vraagt. Meer dan bij welke componist ook. De Goldbergvariaties zijn het eerste belangrijke werk van Bach dat ik op het podium ga uitvoeren.’
Anne Teresa De Keersmaeker: ‘Of het nu een grote of een kleine scène is, de uitdaging is steeds om op de meest integere manier, in de onmiddellijkheid van de voorstelling, vorm te geven aan jouw verhouding met het bewegingsmateriaal en de muziek. Hoe groter de ruimte is, hoe meer focus en helderheid dit vraagt.’
Pavel Kolesnikov: ‘Het moment waarop een artiest het podium betreedt, gaat paradoxaal genoeg niet over hem of haar. De plek in het midden van de aandacht is bedrieglijk, want centraal staat altijd de ander – het idee, het gevoel, wat er aan het gebeuren is, dat moet doorgegeven worden aan de luisteraar of kijker. Zo bekeken ben ik me gaan realiseren dat plankenkoorts bijna een vorm van eigenwaan is. Het is een soort faalangst die je bang maakt van de mensen voor je. Zodra je begrijpt dat je simpelweg meewerkt aan de creatie van een bijzonder moment, ben je er vrij van.’
© Anne Van Aerschot