26 augustus 2017 is een bijzondere dag. Dan beleeft de jongste creatie van Anne Teresa De Keersmaeker en Rosas, Bach. Cellosuiten, haar wereldpremière tijdens de Ruhrtriënnale. Wij mochten alvast even binnengluren bij Rosas tijdens het repetitieproces.
Jean-Guihen Queyras en Anne Teresa De Keersmaeker bewonderen elkaars werk al jaren. Toen de wereldberoemde cellist De Keersmaekers tentoonstelling Work/Travail/Arbeid zag (gebaseerd op Vortex Temporum dat in 2013 in het Concertgebouw te zien was), stapte hij op de choreografe af.
Algauw ontstond het plan om te werken rond de zes cellosuites van Bach. ‘Deze muziek is van een enorme contrapuntische en architecturale complexiteit, maar ze is tegelijkertijd geankerd in de dans’, zegt De Keersmaeker. ‘Het is een soort van ‘belichaamde abstractie’. De verschillende delen zijn geënt op barokke dansen, die afkomstig waren uit heel Europa: bijvoorbeeld de sarabande, de allemande of de courante.’
De grote uitdaging tijdens het repetitieproces is om choreografische strategieën te ontwikkelen, die beantwoorden aan de muzikale structuur. Queyras behandelt de dansers als muzikanten en analyseert met hen de retorische, contrapuntische en harmonische structuur van de muziek. Het geometrische grondplan van de choreografie, opgebouwd uit pentagrammen, spiralen en ellipsen, koppelt De Keersmaeker aan de harmonische structuur van de muziek.
In de cellosuites danst ze zelf, samen met enkele dansers die de voorbije jaren te zien waren in sleutelvoorstellingen uit het oeuvre van De Keersmaeker, zoals Vortex Temporum of Così fan tutte. ‘Ik wil deze samenwerking niet beschouwen als een cirkel die zich sluit, veeleer als een spiraal’, zegt ze. ‘Het is als terugkomen naar een begin, maar tegelijk ook op weg zijn naar iets anders.’