Hildegard von Bingen (12e eeuw), Francesca Caccini en Barbara Strozzi (17e eeuw), Elisabeth Claude Jacquet de la Guerre (ca. 1700), Fanny Mendelssohn en Clara Wieck (19e eeuw): zes vrouwelijke componisten uit acht eeuwen muziekgeschiedenis van wie de namen vijftig jaar geleden nauwelijks genoemd werden, laat staan hun werk uitgevoerd. Gelukkig is er de laatste decennia een kentering op gang gekomen die deze – en andere – getalenteerde vrouwen eindelijk naar waarde heeft geschat, gelukkig niet vanuit een feministische impuls, maar omdat hun muzikale productie kwalitatief niet onderdoet voor hun mannelijke collega’s. Fanny Mendelssohn en Clara Wieck, beiden tevens uitzonderlijk getalenteerde pianisten, waren deels het slachtoffer van de (terechte) beroemdheid van de broer (Felix Mendelssohn) of de echtgenoot (Robert Schumann). Ook het feit dat toen van de vrouw in de eerste plaats werd verwacht dat zij zich beperkte tot haar taak als echtgenote en moeder, heeft uiteraard een belangrijke rol gespeeld. Abraham Mendelssohn, de vader van Fanny en Felix, schreef in 1820 in een brief aan zijn vijftienjarige dochter: 'Wellicht zal Felix van de muziek zijn beroep kunnen maken, maar voor jou zal het altijd een versiersel blijven en nooit de essentie zijn van je bestaan en je handelen.' En in 1828, toen Fanny drieëntwintig was: 'Je zou je moeten beheersen en jezelf onder controle houden, je met meer ernst en ijver toeleggen op je ware opdracht, namelijk huisvrouw zijn, het enige juiste beroep voor een meisje.'
Van reizen naar het buitenland, waar zij zo naar snakte, was alleszins geen sprake. Haar droom kon pas verwezenlijkt worden na haar huwelijk met de schilder Wilhelm Hensel in 1829 en het overlijden van haar vader in 1835. Een hoogtepunt in haar leven was dan ook de reis van meer dan een jaar doorheen Italië in 1839-40 met haar man en hun enige kind, een zoon. De stimulans die uitging van dit verblijf resulteerde in 1841 in een reeks geslaagde composities: Das Jahr, een cyclus van twaalf ‘muzikale portretten’ voor piano, geïnspireerd door de twaalf maanden, en een Reisealbum, met liederen en pianowerken.
We beluisteren en bekijken een uitvoering op moderna piano door Dinorah Varsi. Deze uitvoering door Els Biesemans op een historische piano uit ca. 1825 van de beroemde Weense pianobouwer Joseph Brodmann is ook aan te raden.
De partituur is hier te volgen (p. 34-40).
Een van de pianostukken uit het album ontstond in Rome: Il saltarello romano. Tarantella. Het behoort tot haar weinige werken die werden gepubliceerd, als laatste van de Vier Lieder für das Pianoforte, opus 6. Deze uitgave verscheen kort na haar plotse overlijden aan een beroerte op 14 mei 1847, tijdens een repetitie van een werk van haar broer voor de wekelijkse Sonntagmorgen-concerten die zij organiseerde in het ouderlijk huis in Berlijn. Zes maanden later overleed Felix, eveneens aan een beroerte.
De term Lieder komt vaak voor als karakterisering van korte pianostukken uit die tijd, met als bekendste voorbeelden de acht bundels Lieder ohne Worte van haar broer Felix, overwegend lyrische, soms meer dansante composities: ‘liederen zonder woorden’, die, met toevoeging van een geschikte tekst, een lied zouden kunnen worden. Fanny’s saltarello is echter in de eerste plaats een dans, die naar het einde toe versnelt tot een tarantella. De bekendste saltarello uit de kunstmuziek is de levendige finale van de Italiaanse symfonie, die Felix Mendelssohn in 1833-34 na een Italiëreis componeerde en die model stond voor Fanny. Wat beide composities gemeen hebben, zijn de doorlopende triolen en de opzwepende ritmiek. Het melodisch materiaal is in feite beperkt tot enkele maten (0:19 - 0:21, na een korte inleiding 0:12-0:18). Dit minieme muzikale materiaal blijft alomtegenwoordig, in constante variatie en fantasierijk uitgewerkt. De vaak syncopische linkerhand bootst de rinkelende tamboerijn na die de dans begeleidt. Dit adembenemende stuk raast in een snelle vaart voort, met aan het slot nog een versnelling van allegro molto tot piu presto (2:35) en een accelerando (3:01) naar de verlossende eindmaat. Onweerstaanbaar!