Ga naar de hoofdcontent
Logo Concertgebouw Brugge
Logo Concertgebouw Brugge

De weg naar inclusie

Neske Beks

seizoensdenker

Neske Beks is een interdisciplinair kunstenaar die hoofdzakelijk actief is als schrijver, filmregisseur en healer. Als auteur verkent ze vele terreinen; van toneelteksten en scenario's tot literatuur in vele genres. In ECHO, een bundel essays over Black Womanhood, stelt ze de dominante witte eurocentrische blik in onze samenleving aan de kaak.

‘Muziek als shelter, als schuilplek. Wanneer woorden nog tekort schieten. Is daar altijd weer muziek. Dans. En wederom muziek. Wat mij betreft het beste medicijn. Laat het ons genezen.’ 

Dat schreef ik in mijn vorige column.
Mijn seizoensdenkerschap zie ik als een kans om 1. met jou in dialoog te gaan en 2. een pad uit te stippelen waarin ik mijn healer- én mijn kunstenaarschap meer met elkaar ga verbinden. Ik kies er bewust voor om dat niet in een spiritueel centrum te doen, maar in een openbare culturele ruimte zoals het Concertgebouw. De wereld staat in brand. Velen staan duizenden doodsangsten uit. Om de energierekening en om wat is en wat komen kan. Dat behoeft medicijn, weet ik, en mijn keynote (te herbeluisteren op concertgebouw.be/seizoensdenker) schreef ik met het doel medicijn te brengen. Toch was dit delen in de grote zaal, voor een publiek van 500 mensen een van de meest kwetsbare, spannende dingen ooit. Ik stond in mijn zondagse kleren op het podium van een van de mooiste concertzalen van het land, maar voelde me naakt. Onder de noemer ‘het persoonlijke is politiek’, is mijn werk eigenlijk altijd persoonlijk. Maar praten over ziekte, verlies en rouw en over hoe vanuit die toestand de genezer in mij tevoorschijn kwam, voelde als een ware coming out. Al mijn zintuigen stonden open en ik was me bewust van elke kuch én zag elke wegkijkende blik. Er lag een dik tapijt van angst in de zaal, voelde ik. Als HSP (hoogsensitief persoon) komen er altijd veel prikkels binnen. Vier herseninfarcten overleven heeft me ook gevoeliger gemaakt. Ik grap zelf wel vaker dat mijn hersenpan energetisch open staat. Of herken ik door mijn anti-racisme-activisme sneller weerstand bij witte mensen dan bevestiging? Middenin de keynote droeg ik dit gedicht over de helende kracht van de natuur op aan één persoon in de zaal. Voor wie precies, wist ik zelf ook niet, maar het was wel – zei ik – voor iemand die het nodig had.

De kale takken
De tijd van de kale takken
is bijna voorbij.
Heb je wel goed genoeg gekeken?
En als je niet goed genoeg gekeken
hebt, kijk je straks dan beter?

Hoe het licht op de met groene
aanslag bedekte takken valt.

Hoe de winter en dus de dood
in de boom gekropen was.
Maar ook hoe straks zal
blijken dat daar,
waar je dacht dat de dood
de overhand had,
nog altijd leven waart.
Het is koud nu maar je wil nog even.
Nog even met je blote voeten woelen in de aarde

aan de randen van de stoepen
van het Simon Stevinplein.
De handschoenen uit en met
blote handen voelen
aan de zwangere buiken van
de bomen van de Vesten
De bomen zijn bezield,
dat weet je zeker of :
tenminste dat weet je
zeker – en misschien.
Elke ochtend zie je ze als oude
wijven naar je wuiven.

Hoezo heb je dat vroeger niet gezien?
Zag je niet dat de bomen

altijd groeten?
Zag je niet dat de bomen zwaaien?
Dat ze je toezingen als ze je

zien zwoegen op de fiets?
Wij spreken af dat we zwijgen
van de dingen die zijn
en van de wijsheid van de
wortels ondergronds
We vertellen niet dat je door
de nerven in de stam
en de groeirichting van het mos
het karakter van de boom ontwaart.
En we vertellen al helemaal

niemand dat je je getroost voelt
als je je beide armen om
de stam heen slaat.

 

‘Praten over ziekte, verlies en rouw en over hoe vanuit die toestand de genezer in mij tevoorschijn kwam, voelde als een ware coming out.’

Na afloop stapte een vriendelijke dame op me af die vertelde dat ze veel herkend had. Vanuit mijn ooghoeken zag ik een oudere witte man die mij van top tot teen in zich opnam. Hij keek een beetje streng en ik dacht vanuit mijn vooroordelen – want die heb ik natuurlijk ook –: ‘Oeps, die man ziet eruit als iemand die vroeger in de Congo zat, een oud-koloniaal of zo, die mij nu streng gaat toespreken en zeggen dat hij het helemaal niks vond.’ Het tegenovergestelde gebeurde. De man zei, terwijl een traan over zijn wang rolde: ‘Het gedicht dat u deelde, dat was voor mij.’ Daar stonden we dan: een witte man van 70 of 80 en ik, een Zwarte vrouw die net 50 geworden is. Oog in oog en – doordat ik de lastigste ervaringen van mijn leven gedeeld had – geheel in verbinding. Zijn vrouw, een jongere elegante vrouw, gekleed in een prachtige diepblauwe lange leren jas, kwam er ook bij staan en dankte me met tranen in haar ogen omdat ik haar man naar haar zeggen het cadeau van de avond gegeven had. ‘Niet iets wat West-Vlamingen snel doen hoor’, zei artistiek directeur Jeroen zijdelings. ‘Niet iets wat mensen over het algemeen snel doen’, dacht ik. In de jaren dat ik ziek was en toen zowat iedereen om mij heen leek dood te gaan – de meesten door stress-gerelateerde ziektes – merkte ik dat het gros van mijn vrienden mijn intense rouwproces niet trok. Mensen zeggen het niet hardop, maar ze vinden dat rouw zo snel mogelijk over moet gaan. Als je er langer over doet dan pakweg een half jaar, beginnen mensen je te ontwijken. Twee, drie keer klagen kan. Maar vier of vijf keer is al snel te veel. Al jaren wil ik een boek schrijven over wat deze inktzwarte jaren me leerden over het belang van empathie. Ik leerde niet vanuit angst te leven, maar vanuit durf. De keynote voordragen en voelen dat de wereld, of in elk geval meerdere mensen, nood hebben aan dit verhaal, heeft me bevestigd dat deze tijd erom vraagt. Een kwieke 92-jarige dame kwam me later in het Concertgebouwcafé vertellen dat ze twee jaar eerder van haar fiets gereden was en sindsdien ‘anders’ geworden was. Haar man had over mij gezegd: ‘Ik snap niks van wat die vrouw vertelde.’ Haar antwoord was: ‘Ik wel, want ik zit er middenin.’ Mijn innigste wens als seizoensdenker is dat ze thuis tot een gesprek konden komen dat zonder de keynote niet was ontstaan …

Woman.Life.Song – de avond die ik een kleine week later samenstelde was een volgende stap in het proces. Het werd Vrouw.Leven.Lied, meer dan een muziekvoorstelling, een pakkend ritueel waarin ik de vrouwen in het publiek aan de hand van teksten van Maya Angelou, Toni Morrison en Clarissa Pinkola Estés in combi met het inheemse medicijnwiel uitnodigde om stil te staan bij de vrouwen die voor hen kwamen en bij hun eigen leven als vrouw. Na het ritueel deelden de deelnemers hun momenten anoniem op een briefje. ‘Mijn grootmoeder en mama, helaas allen niet meer op deze aardse wereld, blijven mijn lichtend voorbeeld en inspiratiebron. Ik hoop ook zo mijn dochter te inspireren …’ , schreef een vrouw. ‘Doing life my way’, schreef een ander. Ik heb alle briefjes bewaard en wil er wellicht nog een kunstwerk mee maken … Voor 2023 was mijn aanvankelijke plan om een dekoloniaal ritueel te ontwerpen in Brugge. Maar het publiek van het Concertgebouw is vooralsnog niet erg cultureel divers, en met een volledig wit publiek lijkt me dat onmogelijk: een dialoog kan enkel samen. Daarom spreek ik jou als publiek graag aan en vraag ik je met mij mee te denken. Zullen we ons eens samen afvragen waarom inclusie niet geschiedt? En hoe we daartoe kunnen komen? Aan het einde van Eigen Volk, mijn film uit 2011 zegt mijn witte pleegzus, een arbeidersvrouw, de wijze woorden: ‘Iedereen zit op iedereen te wachten.’ Wel, beste Bruggelingen, daar waak ik dus voor. Laten we niet wachten op elkaar. Laten we hier en nu verbinden en het samen doen.

Ik lees heel graag jullie reacties, suggesties en vragen op seizoensdenker@concertgebouw.be.