Kris Defoort stond de laatste jaren vooral in de belangstelling met zijn opera’s en muziektheater. Maar ook in zijn louter instrumentale composities is het theatrale nooit ver weg. We gingen met hem in gesprek over het belang van verhalen voor zijn muziek en blikten vooruit naar wat we dit seizoen van hem als seizoenscomponist mogen verwachten.
Je hebt al lang een hechte band met Concertgebouw Brugge. Hoe is die tot stand gekomen en gegroeid?
Ik ben oorspronkelijk van Brugge en toen ik begin de jaren ’90 uit New York terugkeerde, is mijn loopbaan binnen de jazz begonnen met het Brugse muziekcentrum en platenlabel De Werf. Van bij de opstart van het Concertgebouw in 2002 was er contact en interesse en volgde men wat ik deed. Ook ik volgde het Concertgebouw wegens de enorm hoge kwaliteit van zijn programmatie en zijn aandacht voor interdisciplinariteit. Ik kon er zelf jazz spelen en mijn twee eerste opera’s en Dedicatio werden er uitgevoerd.
Wat betekent het om seizoenscomponist te zijn?
Ik ben vooral blij dat dit jaar een groot deel van mijn oudere composities op het programma staan en ze de kans krijgen om herontdekt te worden. Verschillende werken uit verschillende werelden worden gespeeld. Ook het samensmelten van zelf spelen en componeren is in verschillende programma’s opgenomen, iets wat toch ook heel karakteristiek is voor mij. Tot slot is er de creatie Pieces of Peace.
Het Concertgebouw focust komend seizoen onder de noemer All the world’s a stage op verhalen. Welke rol spelen verhalen voor jou als componist?
Een heel grote rol, eigenlijk steeds meer. Via het werken aan mijn opera’s en de muziektheaterprojecten met Josse De Pauw heb ik ontdekt dat een verhaal en personages met hun psychologie mij als gegoten zitten. Ze geven de ideeën voor de muziek. En via de muziek krijgen het verhaal en de personages een andere dimensie.
En hoe zit dat dan bij instrumentale muziek?
Ook bij puur instrumentale muziek zijn de verhalen op de een of andere manier aanwezig. Als ik aan een werk bezig ben, dan staan mijn voelsprieten op scherp. Alles wat ik beleef, kan een verhaal worden dat rechtstreeks of onrechtstreeks mijn verbeelding kleurt. Concerten, toevallige radiomuziek, straat- en natuurgeluiden, theater, film, literatuur, tentoonstellingen, ontmoetingen met allerlei mensen: al die gedeelde verhalen vormen een geheugen waaruit ik put voor mijn werk. Zo is bijvoorbeeld het laatste deel van mijn Strijkkwartet nr.1, March 20 Lullaby rechtstreeks beïnvloed doorde eerste beelden van de invasie in Irak die mij overspoelden op 20 maart 2003. Dit deel is dan ook opgedragen aan alle kinderen in Irak. Human Voices Only, het orkestwerk dat in 2013 door het Concertgebouworkest Amsterdam gecreëerd werd, is ontstaan vanuit het thema privacy. Daarin heb ik via de orkestklank geprobeerd de menselijke stem te vertolken in al haar gradaties. Uiteindelijk neuriën alle muzikanten letterlijk de noot mi mol als teken van menselijke expressie en blazen ze op het einde hun adem uit. En in de huidige turbulente tijden wil ik met de creatie Pieces of Peace eenvoudigweg troost en schoonheid communiceren.
Ik dicht met klanken in een muzikale taal waarin veel plaats is voor improvisatie.
Improviseren is voor jou als muzikant en componist heel belangrijk. In hoeverre is improviseren ook een verhaal vertellen?
Ik denk dat improviseren heel dicht staat bij een autobiografie. De muziek komt zozeer op het moment zelf dat je eigen verhaal toch altijd naar boven komt. Maar waar ik het meest voldoening uit haal, is improviseren met medemuzikanten. Ik hou ervan het publiek mee te nemen in onze muzikale dialoog. Het concert in mei met mijn jazztrio wordt een blij weerzien tussen drie kompanen die elk hun eigen verhaal zullen delen in het moment. Met enkele nieuwe composities en twee gastmuzikanten wil ik de dialoog levendig en verrassend houden.
Ook de pianocyclus Dedicatio wordt dit jaar uitgevoerd. Deze intieme stukken zijn negen muzikale brieven gericht aan je geliefden, naasten en vrienden. Achter elk stuk zit dus een verhaal.
Inderdaad. Deze werken zijn een goed voorbeeld van hoe je compositie groeit vanuit een bepaald beeld. Een van de stukken heet Sleeping Boys en gaat over mijn twee jongens die toen nog als kind vaak samen sliepen. De gevoelens die je hebt wanneer je dit observeert, heb ik in muziek omgezet. Maar dat evolueert ook tijdens het compositieproces, je ontwikkelt die metafoor ook. Zo kwam ik improviserend op het idee van de glissando. Als je een glissando doet op de zwarte toetsen dan klinkt dat spontaan oosters. Aangezien mijn zonen half Belgisch, half Japans zijn, werkte ik die glissando uit vanuit het contrast tussen de zwarte en de witte toetsen, tussen Oost en West.
Dedicatio wordt, net zoals tijdens de eerste uitvoering indertijd, gecombineerd met Préludes van Debussy en improvisaties van jou.
Dedicatio is ontstaan in samenwerking met pianist Jan Michiels. Toen ik de stukken aan het schrijven was, heb ik die af en toe aan Jan Michiels laten zien. Mijn manier van muziek beleven en creëren, deed hem aan Debussy denken. Daar is het idee ontstaan om met twee piano’s te werken: tijdens de creatie speelde hij Debussy en ik improviseerde daartussen. Dat was voor mij een prachtige ervaring.
Je creatieproject voor het komende seizoen is Pieces of Peace, gebaseerd op verschillende gedichten. Hoe ga je hier te werk?
Het creatieproces loopt nog volop. Ik heb al enkele gedichten geselecteerd en schrijf ook instrumentale dingen. Samen met Veronika Harcsa nam ik vorig jaar een meer geïmproviseerde avant-première op die je online kan bekijken. Voor de première komen Lode Vercampt (cello) en Jean-Philippe Poncin (klarinetten) erbij zodat ik met meer kleuren kan werken. Ook elektronica zal een rol spelen. Het zal kamermuziek-jazz worden, een sfeerscheppend concert voor fijnproevers.
— Lieven Van Ael