Met de Makers ondersteunen we midcareer kunstenaars tijdens een traject van twee jaar. We kiezen voor artiesten uit diverse disciplines die klaar zijn voor een nieuwe stap in hun artistieke ontwikkeling. Maak kennis met onze derde lichting Makers – Aïda Gabriëls, Anna Danilevskaia en Femke Gyselinck – aan de hand van vier vragen (die luisteraars van het Radio 1-programma Culture Club ongetwijfeld bekend zullen voorkomen …)
1. Hoe maak je het?
Iedere dag weer opnieuw, in resonantie met het hele team en de omgeving.
2. Wat maak je (nu)?
De voorbije seizoenen onderzocht
ik samen met mijn team opera als transdisciplinair spel op scène. Vorige zomer verlieten we het theater en brachten we met Passages en Ethereal Realms die transdisciplinariteit naar de publieke en museale ruimte. De komende maanden krijgen we met freshCUT, een installatie waar het publiek rond kan lopen, de kans om dit onderzoek verder te zetten. Daarnaast schalen we ook het aantal performers op. Ik regisseerde Inner Life, een
van de laatste composities van Wim Henderickx en daarbij kwamen meer dan 100 artiesten uit alle hoeken van Antwerpen samen. We zetten die trend verder en exploreren de komende tijd hoe we met grotere groepen kunnen werken, zowel op als naast de scène. Een van de resultaten van dat onderzoek vind je terug bij Between Two Lights. In deze voorstelling kijken het Nederlands Kamerkoor, een percussionist en danser de dood in de ogen en brengen ze een nieuw werk van de Chinees-Amerikaanse componist Huang Ruo.
3. Waarom maak je het?
Dat transdisciplinaire onderzoek komt er vanuit een urgentie om publieken – op vaak woordeloze wijze – te beroeren, te confronteren en te laten reflecteren.
4. Met wie maak je het?
Met een diverse groep artiesten die worden uitgedaagd om vanuit hun eigen discipline en leefwereld verbinding te leggen met anderen. Voor freshCUT werk ik onder
meer samen met het Turkse kunstenaarsduo:mentalKLINIK. In Between Two Lights gaan we dan weer aan de slag met koor, dans, ritmiek.
1. Hoe maak je het?
Ik denk dat onze concerten al ergens bestaan nog voor ik ze bedenk. Het is alsof sommige muziekstukken staan te popelen om gespeeld te worden. De vonk van een project kan overal ontstaan: een sfeer, een kamer, een grap, de draai van een zin of een fragment van een melodie. Uiteindelijk en beetje bij beetje wijzen ze me de weg naar een breder idee. Als dit idee weerklank vindt in hedendaagse vraagstukken, weet ik dat ik op de goede weg ben.
2. Wat maak je (nu)?
We vieren de tiende verjaardag van Sollazzo. Ik was erg blij dat de seizoensthematiek van het Concertgebouw zo dicht aanleunt bij een van onze eerste programma’s, Parle qui veut ! ‘Laat ons spreken!’ Het was een prangende zorg voor het jonge ensemble dat we toen waren. Dit is de gelegenheid om er nog eens op terug te komen en te tonen hoe wij veranderd zijn, hoe de wereld om ons heen veranderd is, en om na te denken over wat we tien jaar later kunnen toevoegen. De voorstelling gaat over het delicate evenwicht tussen de innerlijke stem en de publieke stem. Het vertrekpunt is de hofnar: stel je voor dat je de plicht hebt om kritiek te leveren en toch te behagen en vermaken.
3. Waarom maak je het?
Ik ben bijzonder geïnteresseerd in het vinden van raakvlakken tussen onze luisteraars en de emoties in ons repertoire. Ik denk dat we als luisteraars heel intense ervaringen kunnen hebben wanneer we geconfronteerd worden met iets wat we niet begrijpen. Onze cultuur is anders, onze gewoontes en idealen ook, en toch delen we eigenschappen met mensen van 600 jaar geleden: zowel mooie, zoals nieuwsgierigheid of spiritualiteit, als minder mooie, zoals hebzucht. Dit is wat ons tot mens maakt, en dat muziek ons door de eeuwen heen vindt, biedt ons de kans om onszelf te observeren.
4. Met wie maak je het?
Ik begeef me graag tussen experts uit de vroege repertoires, maar ik meng me ook graag onder muzikanten die meer stijlen beheersen en samen met ons de muziek ontdekken. Voor mij hebben expertise en intuïtie dezelfde waarde. Ook het oneindige geduld van onze musici is belangrijk: ze accepteren muzikaal kronkelen, regelmatig en veeleisend bijschaven. Maar de meest essentiële kwaliteit is dat ze zich het materiaal eigen kunnen maken. Wanneer je niet kan onderscheiden wat van hen is en wat deel uitmaakte van de originele muziek, dan heb je de sweet spot gevonden! Authenticiteit is wanneer een vertolker alle beschikbare ruimte inneemt en het gat tussen de geschreven muziek en de luisteraars vult met eigen smaak en expressie. Dan pas wordt er echt uitgevoerd.
1. Hoe maak je het?
Vaak groeit een project uit een toevallige ontmoeting waarbij een fascinatie aangewakkerd wordt tussen mezelf en de ander. Zo resulteerde een treinontmoeting met Aglaja Thiesen van B'Rock Orchestra jaren later in Torment
of Hearts. Architect Aslı Çiçek verraste me met haar bekentenis dat ze eigenlijk scenografie wou studeren maar voor de jobzekerheid toch architectuur koos. Waarop
ik haar prompt vroeg om voor
mij te ontwerpen. Torment of Hearts is ondertussen onze vierde samenwerking waarbij ze een scenografie ontwerpt die inhoudelijk aansluit. Deze keer past die ook nog in twee koffers om eenvoudig mee te touren. Inhoudelijk zoek ik graag hoe bepaalde symbolen in de loop van de (kunst)geschiedenis zijn verbeeld. Voor Torment of Hearts bezoeken we bijvoorbeeld het Hart Museum te Brussel. De verzameling, samengesteld door cardioloog Noubar Boyadjian, bestaat uit 500 objecten en belicht de hartsymboliek in de westerse cultuur.
2. Wat maak je (nu)?
Torment of Hearts is op dit moment volop in creatie. De première vindt plaats tijdens de Bach Academie Brugge 2025. De voorstelling verbindt verschillende uitingen van eenzaamheid. Kriegers Einsamkeit du Qual der Hertzen uit de 17e eeuw bezingt een heel andere vorm dan de zelfgekozen eenzaamheid in Mahlers Ich bin der Welt abhanden gekommen. De eenzaamheid in Bachs Dialoogcantaten verwijst voor mij naar de verlatenheid bij het verliezen van geloof. Samen met dansers Amanda Barrio Charmelo en Thomas Vantuycom zijn we in het stadium waarin elk een dansvocabularium ontwikkelt. Parallel focus ik me op verschillende choreografische ideeën om dit alles in relatie met elkaar en de ruimte tot zijn recht te laten komen.
3. Waarom maak je het?
De woordeloze taal die ontstaat door samen al dansend te denken, creëert een waardevolle vorm van intimiteit en wederzijds vertrouwen. Ook het omgaan met onverwachte keuzes en situaties tijdens het dansen met anderen zijn een oefening in hoe ik het mens-zijn
wil zien. Kunnen samenwerken
met iedereen betrokken bij een productie beschouw ik als een enorm voorrecht. Daarnaast is de kracht van muziek voor mij vitaal en universeel. Tegelijkertijd ben ik op mijn hoede voor sentimentaliteit en zoek ik het spanningsveld op tussen wat ontroert en wat ‘te veel’ is. Als ik Kriegers
en Bachs tijd en instrumentarium buiten beschouwing laat, klinken
de melodieën van de 17e eeuw heel poppy in mijn oren. Dat wakkert
het verlangen aan om dat idee dat klassieke muziek niet eigentijds zou kunnen zijn, te doorbreken.
4. Met wie maak je het?
Amanda en Thomas en hun verschillende danskwaliteiten zijn essentieel voor Torment of Hearts. De instrumentalisten van B’Rock Orchestra en zangers Jonathon Adams en Deborah Cachet
voeren de muziek uit. Componist
(en toetsenist) Hendrik Lasure speelt ook een belangrijke rol: hij componeerde nieuwe muziek voor deze bezetting. De klankkleur van Lasures melodieuze arrangementen flirten met popmuziek en vormen een mooi geheel met de voorstelling. Aslı‘s scenografie gaat in dialoog met het kostuumontwerp van
Nel Maertens die op haar beurt samenwerkt met juwelenontwerper Clarisse Bruynbroeck (Woche). Elke Verachtert verzorgt het lichtontwerp. Achter de schermen spelen de collega’s van GRIP
een onmisbare rol op vlak van communicatie en logistieke, zakelijke & artistieke ondersteuning.