© sightways
Via Duitsland kwam Joanna Wojtkowiak uit Polen in Nederland terecht, waar ze zich als onderzoeker in de culturele psychologie toelegde op hedendaagse doodsrituelen. Momenteel verdiept ze zich in het andere uiteinde van het menselijk leven: de geboorte. We laten jou alvast kennis maken met deze bevlogen en inspirerende seizoensdenker.
Je wordt seizoensdenker bij Concertgebouw Brugge. Wat betekent die rol voor jou?
Om eerlijk te zijn had ik nog nooit van zoiets als een seizoensdenker gehoord. Volgens mij betekent het vooral dat je een jaar lang echt de diepte induikt over een bepaald thema. Een seizoensdenker kan op die manier een bepaald concept – in dit geval geboorte – vanuit verschillende kanten belichten. In mijn geval is dat vanuit een wetenschappelijk, filosofisch, theoretisch en psychologisch perspectief. Ik hoop dat een seizoensdenker mensen kan inspireren om zelf op een andere manier over een thema na te denken. Het is ook de bedoeling om samen te werken met seizoenskunstenaar Sara Skorgan Teigen en een transdisciplinair product te maken. Ik ben natuurlijk met het onderwerp bezig als wetenschapper, maar ik hoop dat kunst, muziek en wetenschap elkaar kunnen aanvullen.
Het thema geboorte is wel een heel fundamenteel thema. We worden allemaal geboren, maar hebben daar zelf geen actieve herinnering aan. Ligt hier de fascinatie voor het onderwerp?
We zijn inderdaad allemaal geboren, allemaal ergens begonnen. De mens is evenzeer ‘geboortelijk’ als sterfelijk, maar toch is de filosofie veel meer bezig met de sterfelijkheid van de mens. Dat zien we ook in verschillende manieren van zingeving, in rituelen. Dat heeft er, zoals je zelf zegt, mee te maken dat we ons onze eigen geboorte niet kunnen herinneren, maar het hangt ook samen met het feit dat we in de westerse filosofische geschiedenis pas als volwaardig mens worden beschouwd als ook de ratio is geboren. Zo is het thema van ‘geboortelijkheid’ veel minder ver doorgedacht.
Je eigen onderzoek gaat ook vooral over de dood. Ben je dan nu aan een inhaalbeweging bezig?
Na twaalf jaar onderzoek over sterfelijkheid en doodsrituelen vond ik het boeiend om als het ware te spiegelen. Het einde ligt voor ons, maar wat betekent dat andere uiteinde van het leven: het begin?
Zie je dan een soort raakpunt tussen dood en geboorte in de cyclus van het leven?
De westerse mens denkt niet vaak cyclisch. We denken ons leven lineair tussen een begin en een einde. Maar als we vanuit geboorte en dood nadenken, speelt generativiteit plots een belangrijke rol. We worden geboren en sterven als individu, maar in een bredere context zijn we een onderdeel van generaties voor en na ons. En dat motiveert ons als mens, ook al zijn we ons daar vaak niet van bewust. Eerdere generaties beïnvloeden ons sowieso. Denk maar aan discussies (in Nederland, maar ook in Vlaanderen) over welke historische gebeurtenissen we willen herdenken of net niet. Maar ook toekomstige generaties inspireren ons, zoals we momenteel zien in de klimaatprotesten. Welke wereld willen we achterlaten voor zij die nog niet geboren zijn? In verhouding met andere generaties overstijgen we het ‘ik’. We zijn als individu deel van een groter geheel: een gezin, een samenleving, een cultuur, een planeet, een zonnestelsel … Zeker in de geboorte komt die relationaliteit sterk tot uiting. We komen letterlijk uit het lichaam van iemand anders, we worden geboren door iemand en zijn dus altijd verbonden met anderen.
Hoe belangrijk zijn kunst en muziek voor jou?
Ik geniet van kunst, of het nu beeldend is, muziek of geschreven tekst. Ik doe ook onderzoek naar nieuwe ritualiteit, met name seculiere vormen van zingeving, en daarin speelt kunst altijd een grote rol. Het is een vertaalslag, een duiding van wat we allemaal meemaken. Kunst geeft vaak een frisse blik op die vragen en dat inspireert mij in mijn denken. Een concept als esthetiek gaat voor mij ook verder en dieper dan het kijken naar kunst in een museum.
Je zal het komende seizoen verschillende keren te gast zijn in het Concertgebouw. Welke indruk laat deze plek op jou na?
Wat me meteen opviel toen ik er voor het eerst kwam, is het grote verschil tussen buiten en binnen. Je komt vanuit de drukte van de stad terecht in een heel andere wereld. Eens binnen lijk je te vergeten waar je bent, tot je dan op de bovenste verdieping komt en opnieuw het stadsgedruis waarneemt. Die ervaring geeft het gebouw een soort tijdloosheid. Je stapt als het ware een drempel over en treedt een soort liminale ruimte in. En zo wordt het binnenwandelen in het Concertgebouw zelf een soort overgangsritueel.
Klaas Coulembier
Verdiep je samen met Joanna Wojtkowiak in het seizoensthema, meer op concertgebouw.be/ seizoensdenker