Dit jaar haalden dirigent Iván Fischer en zijn Budapest Festival Orchestra alles uit de kast om de gedenkwaardige vorige edities van het Budapest Festival te evenaren. De trucjes van weleer kwamen daarbij al snel weer uit de mouw: van poëtische bisnummers, feeërieke zangeressen en de magie van een grootse mini-pianiste tot de hartstochtelijke gezichtsuitdrukkingen van il maestro Fischer zelve.
Het orkest sloeg allereerst toe met de vier symfonieën van Brahms. De triangelspeler was erbij en had het plezier van zijn leven in de vierde en laatste symfonie. Het was de combinatie van het amusement onder de orkestleden en de sublieme melancholie van Brahms composities die de onverwachtse intimiteit installeerden. Resultaat: 3 x staande ovatie.
Het is verbluffend hoe de orkestleden na twee avonden nog energie over hadden om samen met de pianiste van wereldniveau, de ‘grootse’ Portugese Maria João Pires het pianoconcerto nr. 9 van Mozart uit te voeren. Dat de dame kleine handen heeft, maakte haar pianospel niet klein, wel integendeel. Mendelssohn vormde het einde van dit fantastische festival. Met een symbolische dodenmars liet Maestro Fischer de armen hangen, en zat het festival er weer op.
Tot volgend jaar alleszins. We kijken reeds uit naar zijn volgende verrassing!
Anne Verbeure - Soundcast