In het begin van de voorstelling ‘Entity’ kijken we naar beelden van de fotograaf Muybridge. Zijn rennende hond, in zwart-wit. Dat contrast houdt choreograaf Wayne McGregor de hele voorstelling aan. In muziek, kostuums en bewegingen. Maar de voorstelling is meer dan een contrast.
Er is de grilligheid van de uitvoering van de dansers die én chaos én orde weergeeft. De dans balanceert en speelt met deze uitersten. Vanaf het moment dat de dansers opkomen, slaan ze als ongeleide projectielen, in een razendsnel tempo, hun ledematen uit tot grillige en absurde posities. Soms is er het synchrone spel. Soms is het ‘net niet gelijk’ alsof ze de perfectie zelf een hak willen zetten en de chaos compleet willen maken.
‘Entity’ is één brok grilligheid. Daar zorgt onder andere de muziekscore van de componisten Joby Talbot en Jon Hopkins voor. Soms heerlijk noisy, dan weer een aanval van dreunende beats met veel bass.
‘Entity’ is de laatste productie van een drieluik gewijd aan het onderzoek naar de relatie van het brein en het lichaam. De eerste delen waren respectievelijk ‘AtaXia’ en ‘Amu’. Met het afsluiten van dit traject raakt McGregor nog eens zijn obsessie aan voor de technologie van het lichaam. ‘Ons lijf als meest geletterde bezit’, zoals de choreograaf het graag omschrijft. Zijn danstaal is dan ook een zoektocht om te communiceren met zijn publiek: over ideeën die hen kunnen ontroeren en dwingen om anders te denken. Choreografie is voor McGregor een proces van fysiek denken. Het is in de geest en in het lichaam. In dat proces betrekt hij niet alleen zijn dansers, componisten, scenografen, decor- en kostuum-ontwerpers. Hij laat zich ook omringen door economisten, antropologen, neurowetenschappers, cognitieve wetenschappers, mensen uit heel verschillende domeinen, waar ze hun intelligentie loslaten op een ander soort creatief proces.
‘Entity’ is een veelheid van indrukken. Je kijkt naar de voorstelling als naar een duizelingwekkende rollercoaster. Het is soms bijna onmogelijk om alles te volgen wat er op het toneel gebeurt. Dansers bewegen alleen of met z’n tweeën in hun eigen grillige tempo. Maar binnen een oogwenk wordt er plaats gemaakt voor een solo of een liefelijk duet. In het schrille tl-licht en met stomende beats wordt een passioneel gevecht nog fysieker. In het zachte strijklicht wordt een zacht duet nog intiemer.
Soundcast Concertgebouw Brugge
Foto’s: Floris Vanseveren