Bent u ook zo iemand die de verleiding niet kan weerstaan om op restaurant even met een natte vinger over de rand van de chique wijnglazen te strijken? Let dan nu goed op! Het Nationaal Orkest van België brengt in september een wel heel bijzondere gast mee met een nog uitzonderlijker instrument. Wij spraken met de dame in kwestie, Christa Schönfeldinger, over haar instrument: de glasharmonica.
Na heel wat experimenteren met het wijnglas vond Benjamin Franklin in de 18e eeuw de glasharmonica uit. De fijne tonen die uit dit instrument voortkwamen, waren destijds al snel razend populair. Althans tot het gerucht begon rond te gaan dat de muzikanten er gek van werden. Het instrument bestaat eigenlijk uit een verzameling glazen schalen die van klein naar groot aan een as bevestigd zijn. Via een pe-daal, wordt de as in beweging gebracht. Met de toppen van de vingers bespeelt de muzikant de vochtig gemaakte randen van de schalen. Iemand met piano-ervaring zal al snel merken dat de glazen toetsen niet zoveel verschillen van die van een piano.
Christa Schönfeldinger was al een geschoolde violiste toen ze via een muzikaal raadsel in de krant de glasharmonica ontdekte. Samen met haar echtgenoot en inspiratiebron Gerald richtte ze het Wiener Glassharmonika Duo op.
Naast de composities voor glasharmonica van haar echtgenoot, rekent Christa Schönfeldinger Mozarts Adagio, KV617a en uiteraard Jörg Widmanns compositie Armonica tot haar favoriete repertoire. Ook het oeuvre van Pascal Dusapin bevat heel wat interessante werken. Toch verlangt Schönfeldinger naar meer muziek voor glasharmonica. ‘I’m looking forward to more!’ Bij deze dus een oproep aan componisten: de glasharmonica herleeft! Christa Schönfeldinger heeft u nodig.
Intussen bespeelt Schönfeldinger dit instrument al vijfentwintig jaar. Zelf bezit ze twee glasharmonica’s, beiden gebouwd door de Duitser Sascha Reckert. Het is een heel delicaat instrument, zo zegt Schönfeldinger, en moeilijk om te produceren in een goede kwaliteit.
Hoe kan men een meester in glasharmonica worden? Schönfeldinger gaf ons de volgende raad: ‘Practice a lot!’ Dat is nog niet zo’n gek idee.
Anne Verbeure,