Klopotec van Hans Beckers doet je oren en ogen tekortkomen
Ooit stond Hans Beckers voor een keuze: een richting beeldende kunst of muziek studeren aan het Conservatorium. Hij koos voor het eerste maar gelukkig liet zijn fascinatie voor klankkunst hem nooit los. Beeld en geluid, mens en machine laten samenvallen. Ook in Beckers’ nieuwste voorstelling Klopotec (6+) is die symbiose op een perfecte manier aanwezig.
Sinds zijn beginperiode met het Black Table Concert waarin hij experimenteerde met geluiden van objects trouvés die hij door zijn magnetische mangelmolen draaide is het vrij snel gegaan voor Beckers. Een hoogtepunt was de visueel indrukwekkende Sonare Machina. Met eiersnijders, ijscoupes, zeven en papaverbollen legde hij de nadruk op de esthetica en de ritmiek van geluid, ruis en stilte. Sonitum Horarium was een muziek-installatie waarin de kunstenaar als een sjamaan het zand liet glijden door gigantische stolpen. Ook hierin alle aandacht voor het spel met ritme en klankkleur.
Bij Klopotec is dat niet anders. Opnieuw een visueel oogstrelende installatie waarbij je ogen en oren te kort komt. Verloren voorwerpen als haardrogers, elektrische tandenborstels en speelgoedjes gaan een eigen klankenleven leiden. Daartussen performers die er een dialoog mee aangaan.
Sinds Sonitum Horarium, waarbij trompettist Bart Maris de toon zetten, werkt Beckers vaker samen met muzikanten. In percussionist Teun Verbruggen had Beckers een perfecte sparring partner en performer om de dialoog met zijn windmolens aan te gaan.
Want dat gebeurt. In het begin schrijden de twee nog als geesten tussen de ratelende molens. Wat later zijn ze de aanstuurders en fabelmakers van hun machines. Soms lijken ze even de controle te verliezen over hun geesteskinderen. Maar dan komen ze terug om – een schitterend en rustgevend moment tussen de drukte – de eenvoud van het materiaal op de voorgrond te stellen. Op zes houtstaven – een referentie naar het sloophout waaruit de ratelmachines zijn gemaakt - halen de performers een arsenaal aan geluiden naar boven die je nooit voor mogelijk achtte.
Op het einde vertelt Beckers waar hij de mosterd voor Klopotec haalt. Over geesten en slangen in Slovenië en het afgelegen Noors vissersdorpje waar hij zijn windmolens assembleerde. Je voelt zo de fascinatie van de kunstenaar voor de magie die van deze instrumenten / fabelwezens uitgaat.
Een magie waarmee Hans Beckers kinderen en niet meer zo jonge kinderen heeft verbaasd, betoverd, perplex doen staan.
Geschreven door Soundcast op zondag 18 november 2018 tijdens Jazz Brugge – dag 3