De dansvoorstelling One & Two van ICK Amsterdam/Emio Greco en Pieter C. Scholten werd aangekondigd als een onderzoek naar de utopie van de synchroniciteit. Maar dat onderzoek ontbreekt aan spanwijdte en mist daardoor geheel zijn doel. De verwrongen lichamen, afgeleid van het klassieke balletjargon, slagen er niet in om te beroeren. One & Two is een bewegingsspel tussen licht en donker, dichtbij en veraf. Dat maakt de lezing van de voorstelling echter niet makkelijker. De choreografieën zijn reeds zo esthetisch, dat de gecreëerde afstand tussen danser en publiek een onmogelijk te dichten kloof slaat.
In het eerste deel, One, gaat Emio Greco de confrontatie aan met de Boléro. De choreografie beantwoordt echter te veel aan de verwachtingen van de muziek. Er ontstaat geen spanningsveld tussen wat Ravel ooit schreef en het dansende lichaam van Greco. Daardoor gaat One al gauw vervelen. Het lichtconcept daarentegen was zowel in One als Two bijzonder uitgebalanceerd. De scenografie draagt bij aan het geheel, tilt de voorstelling naar een hoger plan. Scenograaf Pieter C. Scholten heeft hierin doordachte keuzes gemaakt.
Het tweede deel, Two, heeft alles weg van een pas de deux. Helena Volkov en Arnaud Macquet tekenen voor de dans. Hoewel er tussen beiden een mooie spanning heerst en ze erin slagen om met elkaar te bewegen, ontbreekt ook dit deel verrassing en draagkracht. Alles lijkt inwisselbaar. Ik herinner me slechts één moment waarop ik wat rechterop ging zitten; Volkov en Macquet staan verstild naast elkaar, ietwat gebogen, en door de boxen klinkt Ne Me Quitte Pas. Maar dit wordt na amper vijftien seconden al afgebroken. Abrupt. Alsof het geen plaats behoeft.
One & Two is een oefening in het doorbreken van grenzen. Niet alleen de grenzen binnen de klassieke balletvormen, maar evengoed die tussen danser en publiek. Nog even, misschien. Want onverschilligheid is altijd het ergste.
Tim Taveirne,
Jongerenreporter Soundcast